"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Zelfontplooiing

Zondag, 6 augustus, 2017

Geschreven door: Herman Paul
Artikel door: Wolter Huttinga

“Zelfontplooiing is stom!”

Recensie van Herman Paul en Wouter Slob : Zelfontplooiing.

De auteurs

Het boek is grotendeels geschreven door auteurs die theologie doceren aan de Rijksuniversiteit Groningen. Het boek bevat dus, met een klassieke term, ‘Groninger theologie’. Ze zijn echter van verschillende kerkelijke ligging, dus er is hier voor zover ik kan nagaan geen sprake van theologische schoolvorming. Ger Groot is voor de gelegenheid uitgenodigd om het atheïstische schaap in de theologische kudde te spelen.

Aanleiding

Hereditas Nexus

De aanleiding van het boek is prachtig. Herman Paul, een altijd kritisch en bezonnen academicus van reformatorische huize, vindt zichzelf op een middag in de vakantie terug aan een tafel met damesbladen. Die leest hij vervolgens met rooie oortjes, terwijl zijn vrouw vanaf de bank geamuseerd toekijkt. Het duizelt Paul door de intense claims van zelfontplooiing die op hem gedaan worden: “wees authentiek, blijf dicht bij jezelf, trek je eigen plan, stel jezelf kwetsbaar op, doe dingen waar jíj blij van wordt, en kom heerlijk tot jezelf op een cruise”. Het brengt hem bij de vraag: hoe diep en hoe dwingend zit deze claim van zelfontplooiing eigenlijk in onze cultuur? Zelfontplooiing is ook gezien vanuit de christelijke traditie natuurlijk een positieve opdracht (de zin ‘haal eruit wat erin zit’ had behalve in die damesbladen ook zomaar in de bijbel kunnen staan), maar is zelfontplooiing heden ten dage niet te ver doorgeschoten en daardoor ironisch genoeg zelf weer een dwingend keurslijf geworden en dan ook nog eens slechts een privilege voor de happy few?

Thematiek

Verschillende denkers, voornamelijk theologen, ‘peilen’ het door Paul aangesneden thema zelfontplooiing. De toon is voornamelijk kritisch. De auteurs doen hun best om er niet een puur anti-zelfontplooiingsboek van te maken, maar het is duidelijk dat de theologie toch vooral een tegengeluid wil laten horen in een cultuur die voortdurend authenticiteit en vervulling van je eigen levensidealen eist.

Toch zijn ook de verschillen tussen de auteurs interessant om op te merken. De meer ‘vrijzinnige’ Rick Benjamins en Wouter Slob doen vooral hun best om het zelfontplooiingsideaal te redden van excessen (het ‘dikke ik’) en zijn daarmee het meest trouw aan de moderniteit. In Benjamins’ geladen jargon: “Ik denk dat het belangrijk is dat mensen de vrijheid krijgen om zichzelf in hun eigen bepaaldheid toe te eigenen en te wijzigen, zodat zij in toenemende mate het subject van zichzelf kunnen worden, opdat zij zichzelf kunnen beamen en zodoende kunnen bloeien en gedijen”.

Iemand als Edward van ‘t Slot is echter nog kritischer dan Herman Paul aan het begin van het boek al was en brengt een theologisch spannende klassieke term in het debat: volgens hem kan zelfontplooiing niet zonder zelfverloochening.

Mooiste zin

“Vanuit het perspectief van wensen, plannen, projecten en relaties blijft een leven altijd een tragisch fragment” (Christoph Jedan).

Reden om dit boek niet te lezen

Je kunt het vanaf het begin aanvoelen: dit boek gaat mopperen over de hedendaagse cultuur. Oskar Mopperkont van Sesamstraat had vanuit zijn vuilnisbak ook prima een bijdrage aan dit boek kunnen leveren onder de titel:”Zelfontplooiing is stom!”.

Hoewel sommige auteurs verder echt hun best hebben gedaan om een leesbare kritische cultuuranalyse te schrijven, blijven anderen enorm hangen in jargon (zie het citaat van Benjamins hierboven) en zitten weer anderen vooral wat theologisch te hobbyen (Henk van den Belt die een debat uit 1933 over ‘Christus en cultuur’ tussen theologen Klaas Schilder en Oepke Noordmans bespreekt). Daar wordt de lezerskring van dit boek niet groter van.

Tot slot: wat een lelijke voorkant.

Reden om dit boek wel te lezen

En toch ben ik blij dat theologen hun best doen om één van de dominante “narratieve sjablonen” van onze maatschappij te kritiseren. Zelfontplooiing, het is zo’n mooi en bevrijdend idee dat het individu ruimte geeft. De keerzijde is, zoals de auteurs stuk voor stuk laten zien, dat het de neiging heeft een hard en verplicht juk te worden dat winners en losers creëert en waarin je als mens totaal op je eigen prestaties en mislukkingen wordt teruggeworpen. Niet voor niets duikt het woord ‘genade’ een heel aantal keren op. Dit boek predikt academisch verantwoord het evangelie dat de Trouw-lezer iedere ochtend bij Anton Dingeman kunt aantreffen: dat wij allen beminnenswaardige anonieme suckers zijn, en dat dat al mooi genoeg is.

Eerder verschenen in de Trouw

Boeken van deze Auteur:

De slag om het hart

Secularisatie