"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Zenderbaas

Dinsdag, 14 december, 2021

Geschreven door: Hans van Willigenburg
Artikel door: Alek Dabrowski

Journalist(iek) op de hak genomen

[Recensie] Hans van Willigenburg is journalist en schreef de geestige verhalenbundel Zenderbaas, waarin de journalistiek, in al zijn verschijningsvormen, op de hak wordt genomen. Van Willigenburg is naast journalist, dichter en schrijver. Door het gebruik van fictie neemt hij enige afstand van deze wereld waar hij onderdeel van is. Het geeft hem ook de ruimte om te overdrijven en types neer te zetten, zonder dat hij hen bij naam hoeft te noemen. In veel verhalen is de hoofdpersoon een eenzame vijftiger, teleurgesteld in het leven en wars van modes en trends.

Mocht voor deze hoofdpersoon Van Willigenburg zelf model hebben gestaan, dan kan hem enige zelfspot niet ontzegd worden. De broodschrijver wordt uitgenodigd voor een vernissage of moet in een redactievergadering enthousiast meedenken hoe een invloedrijke auteur onthaald moet worden. Hij denkt er het zijne van. Hij gaat naar recepties om te drinken en om inspiratie op te doen het getoonde de grond in te boren. Bij de redactievergadering trekt hij met tegenzin zijn mond open om te melden dat de grote schrijver misschien gewoon een mens is en niet met zoveel poeha ontvangen hoeft te worden.

Grappig is als in een verhaal een redactie opgeschrikt wordt door de mededeling dat er een manager is aangenomen die zaak wat nieuwe impulsen moet geven. Paniek alom. De ik-figuur speurt het internet af, op zoek naar informatie over deze persoon. Hij vindt niets en bedenkt dat hij misschien niet bestaat en alleen is bedacht om de redactie wakker te schudden. Zo hebben meer verhalen een ontnuchterend einde. Een avondje televisiekijken loopt uit op gemijmer. Hij zal nooit een stevig levensplan opzetten en heeft geen doel meer in het leven. Een positieve draai kan hij niet aan deze situatie geven. De mannen met witte jassen meent hij al zijn kamer binnen te zien lopen. 

In een aantal verhalen neemt Van Willigenburg het standpunt in van de gearriveerde journalist, bijvoorbeeld een autoriteit op een specialistisch gebied die op congressen en in televisiestudio’s mag uitleggen hoe de wereld in elkaar steekt. Het zijn geen benijdenswaardige personen. Het loopt zelden goed met hen af. Soms komen ze helemaal niet in beeld, zoals Ferry. Dit kijkcijferkanon moet de zender uit het slop halen. De redactie staat klaar met champagne, maar Ferry is er niet. Zijn zaakwaarnemers mogen het afhandelen. Ferry was moe. “Op ons advies heeft hij er dan ook een extra weekje op de Malediven aan vastgeplakt.”

Boekenkrant

Dan hoor je misschien liever het geknor en gemopper van de oudere journalist. Hij wordt uitgenodigd om een seminar van een invloedrijke peptalkgoeroe uit Amerika te volgen. Het motto van deze vlezige man is dat je zonder problemen niet kunt groeien. De ik-persoon duwt zijn karretje door de supermarkt, geheel in de ban van deze gedachte. Een oud omaatje een elleboogstoot verkopen levert gegarandeerd problemen op. Recepties en congressen loopt hij af om verslag te doen. De gratis drank laat hij niet ongemoeid. Een enkele keer slaagt hij erin de aandacht van een vrouw te trekken. Hij is wel wat kilo’s te zwaar, maar hij blijkt dan nog goed in de markt te liggen. Hij verbaast zich erover. Sowieso dat zijn leven enige zin kan hebben voor wie dan ook, gelooft hij niet meer.

“Het idee dat iets of iemand hem hebben wilde of dat hij ooit nog in een echte behoefte zou voorzien, ging zijn voorstellingsvermogen te boven.”

De meeste verhalen zijn luchtig en je krijgt soms zelfs medelijden met de hoofdpersoon, maar ik had eigenlijk meer scherpte en cynisme verwacht. Mooi zet Van Willigenburg een verslaggeefster neer als een veredelde pr-dame. Zijn hoofdpersoon merkt het op, berust erin en bestelt een pizza. Hij barst niet uit in een woedende tirade. Dit is een gemiste kans, vooral omdat veel verhalen een beetje de vorm van een column hebben. Hij had eenvoudig wat sterkere kritische noten in zo’n columnachtig verhaal kunnen aanbrengen. Daar staat tegenover dat de versuffing van zijn hoofdpersoon goed wordt neergezet en ook een kenmerk is van wat jarenlang werken in de journalistiek met iemand doet. 

Een van de betere verhalen is het laatste, getiteld ‘Liefdesles’. Lodewijk Vermolen laat de stekels van de verteller recht overeind staan. Deze charlatan voert in het openbaar debat het hoogste woord. Onze man gaat er recht tegenin, maar wordt uiteindelijk opgeslokt door het systeem. Lodewijk ziet hun polemiek vooral als een verdienmodel. Hij wil afstemmen hoe zij het publiek het beste kunnen vermaken om zo de kijkcijfers omhoog te kunnen stuwen. De held van de verhalen in Zenderbaas wordt zo zelf net als zijn opponenten. Ik weet niet of dat de onderliggende boodschap is van de auteur of dat hij de lezer gewoon een paar uurtjes wilde laten ontspannen. Je kunt er treurig van worden, maar er ook om lachen. Daar hebben deze verhalen bij mij in ieder geval voor gezorgd.

Eerder verschenen op Uitgelezen Boeken