"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Zin houden in je werk

Dinsdag, 3 oktober, 2017

Geschreven door: Godelieve Meeuwissen
Artikel door: Onbekend

Zonder motivatie werken is geen optie

“Zo’n 80 procent van de werkenden is niet bevlogen en heeft eigenlijk niet zo veel zin in zijn werk. Dat is doodzonde. Want zin hebben in je werk is een voorwaarde om goed te presteren. Zin hebben voorkomt een burn-out en vergroot je carrièrekansen.”

Godelieve Meeuwissen is trainer, coach en spreker bij IJsbrekerproducties. Ze helpt professionals om hun talent ten volle uit de verf te laten komen. In Zin houden in je werk stelt Meeuwissen dat je geen genoegen moet nemen als je geen zin meer hebt in je werk. In haar boek geeft ze tips voor een beter werkend leven.

De Leesclub van Alles publiceert een deel van het eerste hoofdstuk uit Zin houden in je werk

Kookboeken Nieuws

Zin houden in je werk begint met jezelf goed kennen

[Voorpublicatie] Niemand heeft altijd zin in zijn werk. Tenminste, ik heb zo iemand nog nooit ontmoet. Een van de oorzaken van weinig zin hebben in je werk is dat je werk doet waarbij je niet optimaal uit de verf komt. Je bent redelijk tevreden, je hebt een prima functie en je werkt goed samen met je collega’s, maar toch knaagt het gevoel dat je niet het beste uit jezelf haalt. Maar wat is dat ‘beste’ dan?

Om hierachter te komen is het essentieel dat je jezelf met al je kwaliteiten én je eigenaardigheden goed kent. Wat is je talent? Wat zijn je valkuilen die roet in het eten kunnen gooien? Voel je je soms net een ezel die zich wel tien keer aan dezelfde steen stoot? Of wordt veel ‘zin in je werk’ verpest doordat je (te) veel extra uren moet maken en je werk op die manier niet meer leuk is?

Je kunt ook je enthousiasme voor je werk hebben verloren, omdat je het gevoel hebt dat je geen tijd hebt om te werken aan de onderwerpen die er voor jou werkelijk toe doen. Voor veel mensen – ongeacht hun functie of opleidingsniveau – is een gebrek aan uitdaging een reden van weinig zin in het werk. In dit hoofdstuk lees je waarom het goed kennen van jezelf een randvoorwaarde is om zin te houden in je werk.

Je talent kennen

Het kennen van je talent is naar mijn idee onmisbaar om met plezier je werk te doen. Je talent gaat over datgene waar jij bijzonder goed in bent en waarom iemand anders iets aan jou heeft. Het gaat over je sterke kanten en jouw specifieke kwaliteiten. Je talent gaat over ‘waar jij van bent’. Wanneer je je talent kent, kun je het ook inzetten in je werk. Je werkt op een manier die past bij waar jij van nature heel goed in bent. Werken vanuit je talent kost relatief weinig moeite. Het lijkt je bijna als vanzelf af te gaan.

Iedereen heeft een talent. Om erachter te komen wat je talent is moet je wel onderzoek doen. Hierna beschrijf ik hoe je dat het best kunt doen en ook hoe je op een handige manier kunt ontdekken hoe jouw talent heet.

In veel organisaties worden vooral jonge succesvolle hoogopgeleide mensen bedoeld als het om ‘talent’ gaat. Gelukkig zien steeds meer organisaties dat iedereen een talent is en dus toegevoegde waarde heeft: de operationeel directeur met het talent ‘optimaliseren’, de teamleider met het talent ‘aanmoedigen’, de receptioniste met het talent ‘vliegende keep’. Iedereen doet ertoe op zijn eigen manier.

Mijn oud-collega Pieter stond bekend als iemand die ‘op alle slakken zout legde’. Hij was succesvol, maar had regelmatig weinig zin in zijn werk, omdat sommige collega’s hem regelmatig een ‘zeurkous’ noemden. Toen hij er – na mijn workshop – achter kwam dat zijn talent ‘de vinger op de zere plek leggen’ is, kreeg hij spontaan meer zin in zijn werk. Hij ontdekte dat hij van betekenis is voor anderen door datgene te doen waar hij het allerbest in is.

Al heel lang weet ik dat mijn talent ‘ijsbreker’ heet. Ik ben op mijn best als ‘wegbereider’, als ik mensen kan inspireren, op ideeën kan brengen en als ik mensen kan helpen om hun talent écht uit de verf te laten komen. Dan voel ik me de ‘boot die de weg vrijmaakt voor andere boten’. Het meest ben ik van toegevoegde waarde als ik werk doe dat op de een of andere manier hiermee te maken heeft. Met bijvoorbeeld lezingen geven, mensen coachen, trainingen geven én dit boek schrijven. Met dit soort werk heb ik (bijna) altijd zin in mijn werk.

Iedereen die zijn talent wil ontdekken is erbij gebaat om er een tijdje, bijvoorbeeld een paar weken, onderzoek naar te doen. Je eigen unieke talent ontdekken Om erachter te komen wat je talent is, hoef je geen ingewikkelde analyses of testen te doen. Het is slechts een kwestie van goed opletten op hoe jij je werk doet en waarom dat van toegevoegde waarde is voor anderen. Je hoeft het niet allemaal zelf te bedenken, je kunt het mensen ‘gewoon’ vragen.

Een van mijn favoriete ‘talentvragen’ is: ‘Wat heb jij eigenlijk aan mij?’ Je kunt het voorleggen aan je collega’s, je partner, vrienden, mensen met wie je op de sportclub samenwerkt, het maakt niet uit. Het gaat erom dat je naar positieve elementen vraagt. Andere vragen die kunnen helpen zijn: ‘Wat vind jij mijn sterke kanten?’ en ‘Hoe zou jij mijn kwaliteiten omschrijven?’ Waar mogelijk, kun je het vragen aan familieleden of aan mensen die jou hebben gekend als kind. Het is interessant om deze vragen te stellen over jou als bijvoorbeeld tienjarige. Op welke manier onderscheidde jij je als kind al van leeftijdsgenootjes?

Als het goed is kom je zo al aan een flinke lijst van kwaliteiten; woorden die te maken hebben met je talent. Je kunt met behulp van de lijst uit bijlage A nog meer kwaliteiten toevoegen die bij jou passen. Het is goed om je ervan bewust te blijven dat je talent gaat over waarin jij van toegevoegde waarde bent voor een ander.

Probeer weg te blijven bij algemene termen als ‘resultaatgerichtheid’, ‘samenwerken’, ‘betrokkenheid’ of ‘analytisch’. Ga voor woorden waarmee je het aan een brugklasser kunt uitleggen. Wanneer je een lange lijst hebt met allerlei kwaliteiten, dan kun je op zoek gaan naar jouw unieke talentwoord.

Je talent in één woord benoemen

Het is belangrijk om je talent in één woord (of héél kort zinnetje) te benoemen. Het geeft op die manier namelijk aan waar je talent in essentie over gaat. Wanneer ik samen met iemand zijn talentwoord zoek, dan pak ik een leeg vel, liefst A3-papier en noteer ik alle woorden die iemand heeft verzameld. Het is handig om de verzamelde kwaliteiten te sorteren. Dan zie je door de bomen het bos nog een beetje. Meestal wordt snel duidelijk waar de essentie van het talent zit. Het valt bijvoorbeeld op dat een groot deel van de woorden gaat over aanmoedigen: stimuleren enthousiasmeren, schop onder de kont geven, duwtje in de goede richting en bijvoorbeeld lef.

Heel veel mensen vinden het prettig om hun talent in één woord of in een kort zinnetje te vangen, omdat meteen duidelijk is wat iemand anders aan je heeft. Het is een soort geuzennaam voor jouw unieke kwaliteit. Bijvoorbeeld: oplosser, bemiddelaar, gangmaker, aanjager, rustbrenger, pietjeprecies of wakkerschudder.

Natuurlijk is iemand meer dan een ‘oplosser’ of een ‘gangmaker’, maar over het algemeen is iemands talentwoord de allerbeste manier om het talent samen te vatten. Je talent is de basis van je zelfkennis.

Er is geen eenduidige manier om te bepalen wat jouw unieke talentwoord is. Het is dan ook meer een intuïtief ‘vangen’ van een woord. Mijn motto bij het vinden van je talentwoord is: hoe gekker hoe beter. Of in ieder geval: hoe origineler hoe beter. Het is namelijk niet handig én niet leuk als er tien collega’s zijn met hetzelfde talent, zoals ‘begeleider’ of ‘helper’. Het is de kunst om echt het smaakje te vinden van jouw talent. Wat voor een soort helper ben jij? Wat is jouw typische manier van begeleiden? Welk woord geeft het best aan wat jouw talent zo bijzonder maakt? Ik hoor dikwijls van mensen dat het heel prettig is om je talent samen met iemand anders te ‘vangen’. Wanneer je het samen doet, hebben valkuilen als ‘onzekerheid’, ‘perfectionisme’ of ‘wat denken andere mensen ervan’ minder kans om roet in het eten te gooien. De ander kan je aanmoedigen om je woord te vinden.

Als een ander je helpt is het cruciaal zélf je woord te kiezen. Het moet echt jouw woord zijn. Wanneer je er kippenvel van krijgt of wanneer je gaat zitten glunderen, weet je dat je ‘beet’ hebt. En mocht je onverhoopt twee of drie woorden nodig hebben om je talent te duiden: geen probleem, maar houd het simpel. Zo ben ik bijvoorbeeld de volgende talent‘zinnetjes’ tegengekomen: ‘vraag maar raak’, ‘de weg weten’ en ‘op pad helpen’.

Wanneer je jouw talentwoord(en) hebt gevonden, noteer dan ook tien tot vijftien kwaliteiten die er voor jou bij horen. Dat geeft een mooi totaalplaatje van alles waar jij ‘van bent’.

Om gemotiveerd te blijven werken is het kennen van je talent essentieel. Werken vanuit je talent geeft je plezier én je bent ermee van toegevoegde waarde voor een ander. Heel vaak kom ik in dit boek nog terug op je talent. Daarmee bedoel ik dus je talent inclusief alle kwaliteiten die daarbij horen. Wat zijn de vijftien belangrijkste kwaliteiten waarom jij er voor een ander toe doet? Welk woord of welk kort zinnetje springt eruit? Dat is je talent!

Wanneer je merkt dat je geen zin hebt in je werk, is het goed om jezelf af te vragen of dat wellicht komt omdat je het gevoel hebt dat jouw aanwezigheid en jouw werk er niet echt toe doen. Bijvoorbeeld tijdens een projectoverleg waar je je afvraagt: ‘Wat doe ik hier eigenlijk?’ Je merkt dat je op geen enkele manier meerwaarde levert en dat je er vooral zit omdat het zo ‘hoort’. Ben je er wel van toegevoegde waarde? Doet jouw aanwezigheid ertoe? Soms lijkt het niet logisch dat je ergens bent, maar ben je wel degelijk van toegevoegde waarde voor de uiteindelijke afnemer (bijvoorbeeld de klant, patiënt of inwoner) van je organisatie. Soms is je toegevoegde waarde puur voor een van je collega’s.

Als je ertoe doet – hoe klein je bijdrage ook lijkt – dan heeft het zin dat je er bent en heb je meer kans dat je er zelf ook zin in hebt.

Als je goed weet waarom jouw werk van toegevoegde waarde is, zit je dikwijls lekkerder in je vel dan collega’s die gewoon hun werk doen zonder zich daarvan bewust te zijn. Toen ik jaren geleden als logistiek projectleider werkte bij Wehkamp, ging ik in mijn eerste week meteen mee op de vrachtwagen om koelkasten, tv’s en wasmachines bij de klanten af te leveren. Dat was niet alleen inhoudelijk erg nuttig, maar het gaf in de tijd erna vooral veel meer voldoening. Ik had immers zelf gezien dat we met het verbeteren van de logistiek beter en sneller een nieuw apparaat konden bezorgen bij iemand van wie de koelkast midden in de zomer stuk was gegaan. En dat maakte mij en mijn collega’s creatiever in het bedenken van een oplossing als het om de een of andere reden niet leek te lukken om zo’n koelkast de volgende dag te bezorgen.

Weten waarom het zin heeft wat je doet kan er ook voor zorgen dat je minder last hebt van ongezonde werkdruk. Ik hoor het herhaaldelijk van mensen die in de zorg werken. Een uur overwerken omdat er aan het eind van je dag nog een spoedgeval is, geeft minder stress dan nog allerlei formulieren moeten invullen waarvan jij het nut niet inziet. Wanneer je werk ertoe doet, geeft dat voldoening voor jezelf.

Je doet ertoe voor je eindafnemer

Het is soms moeilijk om te bepalen of de uiteindelijke afnemer van je organisatie iets heeft aan wat je doet. In veel – met name grote – organisaties zijn medewerkers op behoorlijke afstand aan het werk van diegene voor wie ze het uiteindelijk doen. Ik zie mensen dan snel in de verleiding komen om de dingen heel goed te doen, in plaats van de goede dingen te doen: namelijk de werkzaamheden die er uiteindelijk toe doen voor de eindafnemer. Jaren geleden sprak ik een man die verantwoordelijk was voor het contact met onderwijsinstellingen in de regio van de gemeente waar hij voor werkte. Hij gaf voorlichting en enthousiasmeerde leerlingen en studenten voor openbaar bestuur. Hij vertrouwde me toe: ‘Geweldige baan, maar ik ben niet echt van toegevoegde waarde voor onze uiteindelijke afnemers, de inwoners van deze gemeente. Mijn werk doet er eigenlijk niet toe.’

Dat begreep ik niet. Ik kon me namelijk goed voorstellen dat door zijn werk de gemeente op de lange termijn uiteindelijk meer en beter personeel kon aantrekken. Toen ik hem dat vertelde gingen zijn ogen glimmen. Hij zag in dat ook zijn werk – indirect – van toegevoegde waarde is voor de uiteindelijke afnemer. Hij mailde me na een paar weken om te vertellen dat hij intussen met veel meer enthousiasme naar zijn werk gaat nu hij weet dat ook zijn werk ertoe doet.

Je doet ertoe voor je collega’s

Soms kom ik iemand tegen die zo ver af staat van de uiteindelijke afnemer dat het lastig uit te leggen is waarom zijn werk van toegevoegde waarde is. Zo vertelde Gerard, een projectassistent bij een grote logistieke organisatie, dat hij regelmatig niet blij wordt van zijn werk omdat hij geen idee heeft waarom het nuttig is dat hij zoveel verschillende Excellijstjes bijhoudt. Hij biechtte op dat hij de laatste maanden niets méér doet dan strikt noodzakelijk is en al helemaal niets aanpakt dat niet in zijn officiële functiebeschrijving staat.Ik adviseerde hem om dit ter sprake te brengen in zijn team. Gerard ging dit doen en vertelde me daarna dat zijn collega’s schrokken van zijn verhaal. Een collega heeft hem vervolgens laten zien en uitgelegd dat ‘die lijstjes’ cruciale input zijn voor de rapportages naar de klanten en dat zijn werk bijzonder gewaardeerd wordt door de andere collega’s. Toen hij besefte dat zijn werk ertoe doet voor zijn collega’s zag hij zijn werk weer helemaal zitten.

Weten dat je van toegevoegde waarde bent voor je eindafnemers en voor je collega’s geeft voldoening. Om zin te hebben in je werk doet het ertoe dat je ertoe doet. Het kennen van je talent en je toegevoegde waarde betekent helaas nog niet dat je altijd zin hebt in je werk. Een van de andere aspecten is het kennen van je eigen valkuilen, omdat deze ervoor kunnen zorgen dat je talent niet optimaal uit de verf komt.

Herkennen van je valkuilen

Niet alleen heeft iedereen een talent. Iedereen heeft ook valkuilen. Valkuilen zijn jouw ‘negatieve’ trekjes die je belemmeren om altijd je talent in te zetten. Je hebt er soms last van. Dan zit je ‘in’ zo’n valkuil en is je talent ver te zoeken. Valkuilen zijn bijvoorbeeld: gedoe vermijden, onzekerheid, perfectionisme, alles alleen willen doen en doordrammen. Om vanuit je talent te kunnen werken moet je slim omgaan met je valkuilen. Om er niet steeds in te vallen én er niet al te lang in te blijven, moet je goed weten welke valkuilen je überhaupt hebt. Meestal zijn valkuilen ingehouden of doorgeslagen versies van je kwaliteiten. Ze zitten je in de weg bij het voor elkaar krijgen van je werk. Iedereen heeft ze en iedereen heeft er last van. Hoe meer last je hebt van je valkuilen, hoe minder je zelf uit de verf komt.

Net als bij je talent en kwaliteiten moet je daarom ook onderzoek doen naar je valkuilen. Het is namelijk lang niet altijd meteen duidelijk wat je valkuilen zijn. Hoe beter je je valkuilen kent, hoe beter je ermee om kunt gaan. Het aardige is dat je ook veel kunt doen om het ongemak van valkuilen te voorkomen. Je valkuilen ontdekken

Iedereen heeft, als het gaat om zijn valkuilen, flink wat blinde vlekken. Je kunt daarom hooguit je best doen om er zoveel mogelijk te leren kennen. Het is belangrijk om eerlijk naar jezelf te kijken. Dus ook naar die trekjes die niet zo mooi zijn. Ik probeer anderen altijd aan te moedigen om op zoek te gaan naar de valkuilen die je eigenlijk niet wilt zien van jezelf. En hierbij geldt: hoe lelijker, hoe beter. In bijlage B vind je een lange lijst met allerlei mogelijke valkuilen. Het helpt om door de lijst te lopen en intuïtief minstens vijftien valkuilen aan te kruisen.

Je zult zien dat lang niet alle woorden een valkuil hoeven te zijn, het kunnen ook kwaliteiten zijn. Jij kunt voor jezelf het best bepalen wat het voor jou is. Zo is voor veel mensen perfectionisme een valkuil. Als je ‘in’ die valkuil zit, dan komt niets af en kun je gek worden van jezelf. Voor mijn accountant Hugo is het echter een cruciale kwaliteit.

Het helpt ook goed om te kijken naar situaties waarin je talent doorslaat, of waarin je merkt dat je je juist inhoudt. Els, een projectmanager met ‘spontaniteit’ als een van haar kwaliteiten, slaat in haar enthousiasme soms door in té informeel gedrag. Maar op momenten dat zij zich niet op haar gemak voelt en zich inhoudt, kan ze in een soort ‘geveinsde spontaniteit’ valkuil vallen. Ze komt dan nep over. Ze weet het van zichzelf en daardoor kan ze er beter mee omgaan. Bij het ontdekken van je valkuilen kan het helpen om de hulp van iemand anders in te roepen. Ziet hij wellicht nog valkuilen die je zelf niet kent? Ik ben geen voorstander van in het wilde weg ‘rondvragen’ naar wat anderen denken dat jouw valkuilen zijn. Je komt dan namelijk vaak meer te weten over de valkuilen van die ander dan over die van jezelf. Je kunt het het best zelf proberen.

Slim omgaan met je valkuilen

Als je je meest voorkomende valkuilen kent, dan kun je ze herkennen wanneer ze zich voordoen. Vroeger zat ik regelmatig in mijn valkuil ‘drammen’. Ik leerde deze valkuil kennen toen ik een keer feedback kreeg van mijn leidinggevende. Het herkennen is een eerste stap, maar dan ben je er nog niet. Om kans te maken om uit je valkuil te komen kun je proberen of tot tien tellen genoeg is. Bij mij is dat meestal niet genoeg. Ik kan beter even een ommetje van een kwartier maken. Als dat ook niet helpt kun je maar beter iets heel anders gaan doen. Bij mij helpt het archiveren van oude e-mails en documenten dan prima. Mocht dat ook niet helpen, dan vind je de oplossing waarschijnlijk door er met iemand (kort) over te praten. Hardop tegen een bekende zeggen: ‘Ik zit in mijn ‘dram’- valkuil, kan ik even tegen je aan praten?’ helpt mij – en ik weet velen met mij – heel goed. Vaak is een gesprek of een monoloog van drie minuten al genoeg.

Het risico van valkuilen is dat je van de ene in de andere valt. Jasper, een commercieel manager, heeft regelmatig last van zijn valkuil ‘onzekerheid’. Hij veroordeelt zichzelf er ook om. En dat is ook weer een valkuil. Om het veroordelen van zichzelf te voorkomen heeft hij zich aangeleerd om het alleen te constateren en te denken: oké, ik zit in mijn valkuil van onzekerheid. Dat helpt al enorm. Vervolgens loopt hij vaak een blokje om.

Er überhaupt niet moeilijk over doen helpt ook. Een bepaalde luchtigheid hierbij is fijn. Mijn vriendin Ingrid vertelde dat ze het bijna opgewekt tegen haar naaste collega’s vertelt als ze in haar ‘stresskip’-valkuil zit. Alleen al door het eerlijk aan te geven gaat voor haar de grootste spanning eraf en kan ze lekkerder werken. Op zich is het interessant om te onderzoeken waarom zo’n valkuil zich voordoet. Het is echter niet te doen om je dat bij al die valkuilmomenten af te vragen. Je wordt daar hoorndol van. Je kunt je aandacht beter richten op het verminderen van het risico om in je valkuilen terecht te komen.

Je valkuilen zoveel mogelijk voorkomen

Een essentieel onderdeel van zogenaamde valkuilpreventie is zelfzorg: jezelf fit en scherp houden. Hier gaat hoofdstuk 2 over. Wanneer je je goed voelt, heb je veel minder last van valkuilen. Soms dreig ik in mijn ‘chaos’valkuil te vallen. Bijvoorbeeld wanneer ik vastloop in een project. Vroeger zou ik dan nog harder gaan werken. Intussen weet ik dat ik beter op tijd naar bed kan gaan of een lange wandeling kan maken. Door mezelf zo fit en scherp mogelijk te houden kan ik voorkomen dat ik al te snel in mijn valkuilen val. Steeds vaker heeft deze zelfzorg de prioriteit boven harder werken. Niet omdat ik niet van doorbikkelen houd, maar simpelweg omdat ik weet dat ik anders verre van scherp genoeg ben om mijn werk te doen.

Het oude ‘tot tien tellen’ is niet alleen nuttig als je in je valkuil zit, maar het principe is ook goed te gebruiken om te voorkomen dat je er überhaupt in valt. Mijn collega Anne vertelde dat haar leidinggevende een keer kwaad op haar werd. Zij had dat nog nooit meegemaakt en schrok enorm. Ze weet van zichzelf dat ze in dat soort stresssituaties kan dichtklappen. Om dat te voorkomen zei ze tegen haar leidinggevende dat ze even naar het toilet zou lopen en met een paar minuten weer terug zou zijn. Toen ze terugkwam waren zij allebei weer bedaard en hebben ze een goed gesprek gehad. Dat zij jaren geleden haar valkuil ‘dichtklappen’ had ontdekt, heeft haar in dat gesprek enorm geholpen.

Het vraagt een gezonde dosis eerlijkheid naar jezelf om achter je valkuilen te komen. Maar als je ze leert kennen, kun je voorkomen dat je er al te veel last van hebt. Veel valkuilen laten zich zien wanneer je last hebt van werkdruk. Weten hoe je daar het best mee om kunt gaan, is daarom ook een wezenlijk onderdeel van zelfkennis.