"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Znežanka

Dinsdag, 1 juni, 2021

Geschreven door: Bronja Prazdny
Artikel door: Jan Stoel

Is de werkelijkheid echt?

[Recensie] Het motto van Znežanka, de debuutroman van Bronja Prazdny luidt “All that we see or seem is but a dream within a dream” (Edgar Allan Poe). Het pas naadloos op het thema van het verhaal dat Prazdny vertelt: is de werkelijkheid echt of is het een reeks van gebeurtenissen die de geest bedenkt. Is het leven een illusie: a dream within an dream? Prazdny pelt dit thema af, toont de verschillende lagen in de menselijk geest, gaat in op het fenomeen psychose. Dat doet ze op overtuigende wijze in een meeslepend verhaal dat je in verwarring brengt, aan het denken zet. Maak kennis met die andere kant!

“Ik heb heel lang gedacht dat er maar één waarheid bestond. Dat hoe je er ook naar keek, de uitkomst van een optelsom altijd dezelfde is. Feiten zijn feiten, die zijn niet naar inzicht in te kleuren. Nu ben ik daar niet zo zeker van. (…) De psycholoog van de afdeling waar ik regelmatig verblijf heeft me proberen te overtuigen dat er meerdere waarheden bestaan en dat dé waarheid alleen in sprookjes en kinderverhalen bestaat.”

Deze openingspassage geeft de kern van de roman aan: het spel over waarheid en illusie.

In de Sloveense taal betekent Znežanka, Sneeuwwitje. “Ik heb pikzwart haar en reebruine ogen. Ik ben Sneeuwwitje, diepgevroren vanbuiten met vanbinnen een vuurtje dat maar niet uit wil gaan.” Ze ziet er uit als in een sprookje, lijkt in Robert de Vos de prins gevonden hebben die haar wakker gekust heeft en met hem op weg te zijn naar een lang en gelukkig leven. Maar haar droom is een nachtmerrie geworden. Dat blijkt ieder jaar op 5 augustus. Dan zit Znežanka in De Efteling tegenover het huisje van haar naamgenote Sneeuwwitje om naar andermans kleine meisjes te kijken. Nu al tien jaar lang. Ze heeft een Eftelingverbod en wordt door de politie afgevoerd als ze te dicht bij kinderen komt. Ze wordt dan weer opgenomen, gekalmeerd, krijgt weer therapie. Ze moet volgens de artsen leren accepteren dat ze nooit een kind heeft gehad, maar zelf zal ze nooit accepteren dat haar dochter Smilla niet bestaan heeft. Ze is voor haar levensecht, ze ziet haar onophoudelijk om zich heen. “De werkelijkheid en mijn werkelijkheid wijken soms uiteen: dan voelt het of er een soundtrack speelt bij een film die totaal niet passend is.” Er is haar dus blijkbaar iets ingrijpends overkomen.

Foodlog

De roman ontwikkelt zich langs twee verhaallijnen. De eerste gaat over de relatie tussen Robert en Znežanka. Robert is een getrouwde man die een relatie met haar begint, haar nieuwe energie en perspectief geeft, steeds zegt zijn vrouw te willen verlaten, maar dat uiteindelijk niet doet en Znežanka ontredderd achterlaat. Ze wordt er ‘gek’ van. De tweede verhaallijn heeft de queeste naar een nieuw perspectief als onderwerp. Het is een reinigingsritueel. Om het verleden te kunnen laten rusten is een confrontatie met Robert nodig, die inmiddels professor aan een universiteit in Californië is geworden. Ze moet hem ‘de waarheid’ zeggen en weten waarom hij haar verlaten heeft. Op haar tocht wordt ze vergezeld door Arend van de Weteringen. Ze ontmoet hem in het vliegtuig. Hij maakt een tocht om in alle staten van de Verenigde Staten wat as van zijn partner Sebastiaan uit te strooien. Voor beiden symboliseert de tocht het loslaten van het verleden en het opnieuw beginnen. Een tocht waarbij het gaat om ‘thuiskomen.’ De twee verhaallijnen raken steeds meer met elkaar verknoopt.

De roman bevat allerlei intertekstuele verbindingen. De zwerftocht, meer een queeste door de Verenigde Staten met als doel de confrontatie met Robert en ‘thuis’ te komen doet denken aan de Odyssee van Homerus, waarin Odysseus na jarenlange omzwervingen thuis komt op Ithaka. Net als in de Odyssee is bij Znežanka het hoofdmotief de zoektocht naar zichzelf. Tijdens hun tocht ontmoeten zij en Arend ze een zwanger meisje met de naam Penelope. Het zwanger zijn is voor Znežanka het beeld van haar vroegere geluk, geborgenheid. De echtgenote van Odysseus, de vrouw bij wie hij geborgenheid vond heette ook Penelope. Maar de zwerftocht van Arend en Znežanka lijkt ook op de tocht die de pioniers door de USA maakten om uiteindelijk een veilige plek te vinden om een nieuw bestaan op te bouwen. Gaat ze dat lukken?

Prazdny duikt diep in de psyche van haar hoofdpersonage. Het verhaal staat in de ik-vorm en dat brengt de hoofdpersoon nog dichterbij. Znežanka zou je psychotisch kunnen noemen. Ze neemt Smilla waar als een hallucinatie, heeft wanen en is – zonder hulp – niet in staat ordening in haar gedachten/leven aan te brengen. Tegen Arend zegt ze over Robert: “Ik zal hem mijn verhaal vertellen, maar dan verknipt in kleine stukjes, als fladderende sneeuwvlokjes in de lucht die op de grond hopelijk samenkomen in een dik pak sneeuw.” Ze weet mooi te verwoorden hoe het er in haar hoofd uitziet: “Op dit terrein groeit ook het Spaanse mos, zijn de bomen permanent gesluierd in witte baarden van mist.” Ook in haar associatieve taalgebruik sluit ze aan op wat er zich in het hoofd van Znežanka afspeelt. Dat leidt soms tot lange zinnen die alle kanten uit dreigen te gaan.

Tegenover Znežanka staat Arend, de man die vertrouwen geeft, rust uitstraalt, haar begrijpt. Langzamerhand ontstaat inzicht. Dat wordt ook gesymboliseerd door de verandering van het landschap tijdens hun tocht naar Californië. Het landschap wordt lichter van kleur. Een prachtige manier om ook de verandering te markeren die Znežanka doormaakt. Het verhaal lijkt zwaar, maar Prazdny slaagt erin toch ‘ontspanning’ in het verhaal te brengen, waardoor evenwicht ontstaat.

Thema’s die aan de orde komen zijn liefde, vriendschap, eenzaam voelen, vertrouwen, loslaten en vasthouden. Prazdny verweeft ook het proces van afscheid nemen in het verhaal. Als je naar de structuur van de roman kijkt komen ontkenning, boosheid, strijd, verdriet, acceptatie en het aanvaarden van hulp terug. Flashbacks geven meer inzicht in het verleden van Znežanka; er ontstaat verdieping.

“Zou het kunnen kloppen, zou het waar kunnen zijn dat ik niet gek ben, dat het feit dat ik mijn kindje verzon, niet een uiting van mijn gekte is, maar gewoon iets wat iemand doet om met een moeilijke situatie om te gaan.””

Je zou deze roman als een modern sprookje kunnen zien. Zo draagt Znežanka een diadeem, net als een prinses en een prinses is de illusie van hoe ieder mens zou willen zijn. Dan is er de queeste de opdracht die vervuld moet worden. Sprookjes leren ons ook dat elke mens kan slagen in het leven. Sprookjes hebben altijd een levensles in zich.

Znežanka is een roman die onder je huid gaat zitten.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles