"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Zomer in zicht

Zaterdag, 3 juni, 2023

Geschreven door: Denise Meijer
Artikel door: Demi Stein

Interview met feelgoodauteur Denise Meijer “Je moet mee kunnen zwijmelen met het hoofdpersonage”

[Interview] Denise Meijer (1992) is een succesvol feelgoodauteur, inmiddels publiceerde ze vijf boeken. Bazarow sprak met haar over haar schrijverscarrière, over haar zeker- en onzekerheden, over haar passie voor het feelgoodgenre, over haar boeken en over de humor in haar boeken. Ook vroegen we haar wat ze van de kritiek op feelgood boeken vindt.

Meijer woont samen met haar verloofde en haar kat in Culemborg. Meijer won in 2021 de schrijfwedstrijd van e-only uitgeverij De Verhalenfabriek met deel één van De Liefdeslessen-trilogie, Zomer in zicht. Alle drie de delen (Zomer in zicht, Gevaar op de loer, Lokaal vol liefde) werden op 14 mei 2023 uitgegeven als ebook. Bij Loft Books deed ze ook mee aan een schrijfwedstrijd, maar deze won ze helaas niet. Wel rolde er een contract met Loft Books uit. Loft Books is een e-only uitgeverij van feelgood, thrillers, historische romans en meeslepende fictie en is onderdeel van Ambos Anthos. In oktober 2022 verscheen Zondebokken & Selfies van Meijer, over foodblogger Lola die aan de slag gaat als vrijwilliger op een kinderboerderij. In december 2022 kwam vervolgens Een kalkoen, een kat en een kaassoufflé uit, eveneens bij Loft Books: een feelgood-kerstverhaal dat volledig draait om gelukkig zijn en een chaotisch kerstdiner. Geen zuivere koffie verschijnt bij uitgeverij Loft Books eind juni 2023.

Meijer studeerde Engelse Taal en Cultuur met het idee om aan de slag te gaan als docent Engels, en haalde de master Literair Vertalen. Ze was al op jonge leeftijd bezig met taal. Ze deed bijvoorbeeld de redactie van de schoolkrant. Toen had ze echter nog niet de droom om boeken te schrijven. Tijdens haar studie kwam ze erachter dat ze graag iets met boeken wilde gaan doen. In 2021 ontstond het idee om daadwerkelijk een boek te schrijven. 

Momenteel werkt ze drie dagen in de week als communicatiemedewerker bij een welzijnsorganisatie voor de gemeente West Betuwe. Op haar vrije dagen probeert ze zoveel mogelijk te schrijven.

Boekenkrant

In een interview met uitgeverij Loft Books geef je aan dat je tijdens je studie Engelse taal en cultuur er pas achter kwam te willen schrijven. Wat was jouw droom(baan) als kind?

“Op de basisschool wilde ik prinses worden. Toen ik erachter kwam dat dat niet echt een realistische keuze was, leek juf in het basisonderwijs me wel wat. Later koos ik voor een studie Engels met het idee het onderwijs in te gaan. Vervolgens kwam ik in aanraking met vertalen en het boekenvak.”

Wat gebeurde er tijdens je studie waardoor je verder wilde in het boekenvak?

“Dat kwam door het vak dat ik volgde over het vertalen van boeken. Dat vond ik echt super leuk en interessant, ik wist ook eigenlijk niet hoe vertalen in zijn werk ging. Ik had zelf wel eens kritiek op een boek, dan vond ik dat het slecht vertaald was. Toen ik zelf ging vertalen, kwam ik erachter dat het best moeilijk is. Daarna ontdekte ik dat het heel mooi is om ook op die manier met boeken bezig te zijn.”

Je besloot uiteindelijk om feelgood verhalen te schrijven. Waardoor koos je voor dit genre?

“Feelgood is een genre waarvan ik zelf pas later ontdekte dat het heel erg leuk is. Op de middelbare school moesten we voor Nederlands literatuur lezen en ik kon daar toen niet zo heel veel mee, ik was echt nog te jong om bijvoorbeeld Renate Dorrestein te kunnen waarderen. Voor Engels lazen we wel andere genres, waardoor ik detectives en fantasyboeken ging lezen. Toen ik een burn-out kreeg, lukte het lezen helemaal niet meer en besloot ik een boek van Lisette Jonkman te lezen. Daarna dacht ik: ‘JA! Dit is hartstikke leuk!’ Vervolgens ben ik veel Nederlandse feelgood gaan lezen omdat dit mij veel plezier gaf, ik moest er hardop om lachen en het gaf me ook echt een warm gevoel, doordat het altijd goed afloopt. Op een gegeven moment vroeg ik mij af: zou ik dit ook kunnen? Het leek me gaaf om ook iemand hetzelfde gevoel te kunnen geven. 

Het belangrijkste aan een feelgood boek vind ik dat er humor in zit. Fantasyboeken vind ik ook nog steeds erg mooi, maar die zijn soms te zwaar. In feelgood worden ook zwaardere onderwerpen aangesneden, maar worden ze vaak afgewisseld met luchtige passages. Dat is nu juist zo mooi aan het feelgood genre.”

Wat is het moeilijkst aan het schrijven van een feelgoodboek?

“Ik denk allereerst mijn eigen onzekerheid. Een paar dagen voordat ik mijn verhaal instuurde naar De Verhalenfabriek dacht ik: ‘Dit is echt heel slecht’, maar ik dacht ook: ‘Als het inderdaad zo slecht is, heeft de uitgeverij in ieder geval wat te lachen.’ Er is altijd wel een moment tijdens het schrijven dat ik denk: ‘Dit slaat helemaal nergens op’.”

Maar hoe kom je daar dan weer uit?

“Door toch door te gaan, mijn schrijfsels weer opnieuw te lezen en dan kritisch te kijken of het ergens wringt. Of er een bepaald aspect is dat ik zie – als ik de lezersbril opzet – dat niet lekker loopt en dat dan aan te passen. Dat is denk ik het moeilijkste voor mij, want wat inspiratie betreft zit het wel goed, en als ik in een goede schrijfflow zit, dan gaat het ook supersnel. Tot ik bij de afronding aankom… Ik vind het namelijk niet leuk om een verhaal af te maken.” 

Wat is volgens jou de ultieme formule voor een goed feelgood boek?

“Wat een leuke vraag! De ultieme formule is: humor. Een feelgood moet luchtig zijn en je moet er om kunnen lachen. Natuurlijk moet het hoofdpersonage verliefd worden, het liefst op iemand die in eerste instantie misschien niet zo ‘likeable’ is, maar waar je als lezer gedurende het verhaal zelf ook verliefd op wordt. Daarnaast moet de love-interest niet té perfect zijn. Je moet mee kunnen zwijmelen met het hoofdpersonage. In een feelgoodboek gaat het op een gegeven moment altijd ergens wel mis, maar voor het ultieme recept vind ik het leuk als je dan toch een beetje verrast wordt.”

Van welke auteurs lees jij zelf graag boeken?

Susan Muskee, Marijke Vos, Lisette Jonkman mag natuurlijk niet in het rijtje ontbreken en Gillian King, zij is wel echt de feelgood koningin wat mij betreft, omdat haar boeken mij echt kunnen raken in mijn ziel. En al mijn collega’s van De Verhalenfabriek natuurlijk.”

Meijer vertelt dat ze zelf ook een romantische ziel heeft. Haar verloofde Jelle leerde ze kennen op de universiteit. Hij was de eerste man naast wie ze tijdens een college ging zitten. Destijds helemaal niet met het idee een vaste relatie met elkaar te krijgen, maar dat is wel gebeurd en volgend jaar gaan ze zelfs trouwen. Ze zegt dat de bruiloft romantisch én intiem wordt. Doordat ze zelf al snel een vaste relatie had, heeft Meijer gelukkig niet zulke verschrikkelijke dates hoeven te doorstaan als hoofdpersonage Mandy in De Liefdeslessen.

Je bent ook in je baan veel bezig met taal en in je jeugd deed je de redactie van de schoolkrant. Hoe belangrijk is bezig zijn met taal voor jou?

“Ik kan niet zonder taal. Het is voor mij bijna een soort innerlijke noodzaak. Het gaat vaak ook automatisch, als ik bijvoorbeeld een foldertje krijg, vallen mij direct de spelfouten op als die erin staan. Taal is gewoon echt een onderwerp wat ik helemaal leuk vind.”

Meijer vertelt dat haar schrijfproces in het afgelopen jaar sterk veranderd is. Waar ze eerder het verhaal begon zonder na te denken over het verloop en het einde, opereert ze nu een stuk gestructureerder en houdt ze ook een karakterdossier bij. 

Je boeken zijn alleen uitgegeven als e-books. In een interview met de Culemborgse Courant zeg je dat dit de toekomst is en dat je verhalen op deze manier makkelijk leesbaar zijn, wat maakt ze makkelijker leesbaar?

“Mijn verhalen zijn volkomen toegankelijk. Perfect voor wanneer je ‘s avonds in bed zit en je een boek wil lezen. Of je hebt deel één van een serie uitgelezen en je wil verder met deel twee, dan kun je letterlijk met één knop op je telefoon door. Ik zal met e-books wel lezers die enkel fysiek lezen mislopen, dat is jammer, maar wie weet wat er in de toekomst gebeurt. De ontwikkeling van lezen is ook wel echt aan het verschuiven. Tien jaar geleden was het helemaal niet gebruikelijk dat er naast een fysiek boek ook een e-book kwam, ook vanwege de angst dat mensen het dan illegaal downloaden. Sinds we meer streamingdiensten hebben, vinden we het steeds normaler om te betalen voor iets dat we niet fysiek in handen hebben.”

Wil je jouw boeken ook gedrukt uit laten geven?

“Ja, dat zou ik zeker willen. Ik heb nu alleen korte verhalen geschreven, waardoor de fysieke boeken wel erg dun zouden worden. Maar ik ben zeker van plan door te schrijven en ook langere verhalen te maken, dus als er een aanbod komt om het te laten drukken, zeg ik zeker geen nee.”

Heb je de droom om een bestseller te schrijven en de wens je boeken te laten vertalen?

“De droom is er denk ik altijd. Maar of die realistisch is, weet ik niet  Ik ben best een teruggetrokken persoon, dus de anonimiteit vind ik ook hartstikke oke. Ik vind het wel gezellig om naar een aantal boekenevenementen te gaan en daar spreek ik ook wel lezers.”

Wat denk jij dat een feelgood-lezer in een boek zoekt en hoe uit dit zich in jouw boeken?

“Ik denk dat mensen gewoon even willen ontsnappen in een leuk verhaal. Maar dat een stukje herkenbaarheid ook belangrijk is. Dat mensen denken: o, dit zou mij ook kunnen gebeuren.”

Wat onderscheidt jou van andere feelgoodauteurs?

“De herkenbaarheid van de personages en de alledaagsheid van alles. In mijn verhalen zitten doorsnee vrouwen, daarmee bedoel ik niet dat ze saai zijn, maar vrouwen waarin je jezelf of een vriendin kunt herkennen.”

Hoe ervaarde je het uitbrengen van je debuut Zondebokken & Selfies en in hoeverre verschilt dit met het uitbrengen van De Liefdeslessen trilogie?

“Ik vind het nog steeds erg spannend als een boek uitgebracht wordt. Ik ben benieuwd of mensen mijn boeken gaan lezen en wat ze ervan vinden. Dat is eigenlijk niet veranderd sinds mijn debuut.”

Bij De Verhalenfabriek won je de schrijfwedstrijd met Zomer in zicht. Had je toen al het idee om er een trilogie van te maken? 

“Nee, dat was echt een losstaand verhaal met een ander einde. Ik kon en wilde destijds al wel meer schrijven, maar er was een woordenlimiet. De Verhalenfabriek stelde toen voor om er een serie van te maken, ik hoefde daar dus niet over na te denken.”

Hoe bedacht je het idee voor De Liefdeslessen?

“De schrijfwedstrijd kwam gelijktijdig met de zomer dus toen ben ik me gaan afvragen wat zomervakantie voor mij betekent. Destijds zat ik thuis met een burn-out en mijn coach vroeg tijdens een gesprek wat ik vroeger wilde worden, dat was dus docent. Toen ik nog dacht dat ik zelf voor de klas zou willen, had ik altijd het idee dat docenten ‘lekker veel’ vakantie hadden, nu weet ik dat dat niet zo is. Ik beeldde me in hoe een leven als docent zou kunnen zijn en hoe het bijvoorbeeld eruitziet wanneer je gevoelens krijgt voor een collega. Daarom bedacht ik dat ik daar wel over kon schrijven.”

Hoe verzon je de naam De Liefdeslessen?

“De naam heeft mijn redacteur bedacht. We hadden een overkoepelende titel nodig voor de hele serie en de titel van het eerste boek (tijdens de schrijfwedstrijd: Klassenfeest en nakijkwerk) vonden we te jeugdig, dus daar moest wat anders voor komen. Toen de redacteur de naam opperde was ik direct enthousiast, het past er goed bij.”

Wat wil je de lezers van jouw boeken graag voor (liefdes)les meegeven?

“Ik zou willen meegeven dat je soms best van je gebaande pad mag afwijken en de controle mag kwijtraken, juist dan gebeuren de mooie dingen .”

Of niet…

“Haha ja, of het gaat mis, maar dat is ook oké. Soms maak je er een potje van, dat geeft niet, je kunt niet alles in de hand houden en niet altijd alles regelen. Je kunt honderd lijstjes maken en nog kan het anders lopen.”

Ben je zelf iemand die veel gebruikmaakt van lijstjes en planningen?

“Vroeger wel. Maar ik heb ook door schade en schande geleerd dat je wel oneindig veel lijstjes kunt maken, maar dat je dan alsnog wel dingen vergeet. Lijstjes geven me wel houvast, dus ik maak voor mijn werk bijvoorbeeld nog wel to-do-lijstjes.”

Vind je het belangrijk dat er (herkenbare) onderwerpen in boeken naar voren komen, zodat het ook educatief is en meer diepgang bevat? 

“Ik vind het belangrijk dat er een bepaalde les of boodschap in zit en er een diepere laag in het boek zit. Ik vind het zelf ook prettig dat wanneer ik een boek lees, ik naderhand denk: ’Goh wat heeft dat personage dat goed opgelost’, of dat ik besef dat ik nog nooit zo over een bepaald onderwerp heb nagedacht.”

Zijn de hoofdpersonages in jouw boeken gebaseerd op mensen uit het echte leven?

“Zeker van mezelf, maar ook wel van mensen uit mijn omgeving. Maar het is wel echt een mix, het is dus niet dat ik letterlijk kan aanwijzen ‘dat is die’. Maar, met name aan het begin, vind ik het belangrijk dat ik schrijf vanuit iets dat ikzelf ken, zodat dat stukje herkenbaarheid weer echt naar voren komt.”

Mandy’s beste vriendin Nicole is qua karakter het tegenovergestelde. Is het een bewuste keuze om de karakters van deze beste vriendinnen lijnrecht tegenover elkaar te zetten?

“Het leek mij wel heel leuk dat er een personage in het verhaal zou zitten die niet meeging in Mandy’s gestructureerde gedrag, maar juist regelmatig een spiegel op zou houden en dan vraagt: denk je dat je nu wel goed bezig bent, want dat had Mandy wel nodig.”

Mandy gebruikt veel humor wanneer ze in een negatieve situatie belandt, eigenlijk als een soort coping-mechanisme, hoe denk jij hierover?

“Ik maak me daar soms zelf ook wel schuldig aan. Het is niet altijd de beste manier om met grapjes om iets heen te draaien, je kunt beter eerlijk zijn tegenover je omgeving, dat geldt voor Mandy ook, maar dat is de les die ze heeft moeten leren.”

Er is veel kritiek op het feelgood genre. Bijvoorbeeld dat deze verhalen geen niveau hebben, dat het geen goede boeken zijn, dat het genre er niet toe doet, dat men er niks van opsteekt. Hoe ga je om met deze kritiek op populaire fictie en in het bijzonder feelgood boeken?

“Ik heb er gelukkig zelf niet direct mee te maken gehad. Ik heb wel eens van een kennis te horen gekregen ‘Het is wel een leuk verhaaltje’ en dan denk ik: ik weet dat je het bedoelt als compliment, maar het klinkt een beetje denigrerend. Mijn reactie op zulke opmerkingen of kritiek hangt er vanaf of ik denk dat de betreffende persoon open staat voor een discussie. Als ik iemand ken waarvan ik weet dat er geen discussie mogelijk is, dan laat ik het lekker van me af glijden. Als iemand er vooroordelen over heeft, maar er wel meer over wil weten, dan ga ik het gesprek graag aan. Dan geef ik voorbeelden van boeken waarin het een en ander gebeurt om mijn standpunt te bekrachtigen. Ik probeer mensen dan wel te overtuigen dat feelgoodboeken ook goede boeken zijn.”

Maar denk je dat je mensen die écht alleen literatuur als goede boeken zien, kunt overtuigen?

“Hmmm, ik hoop het wel, maar ik denk dat mensen de feelgoodboeken dan gewoon eens moeten lezen. Ik dacht ooit ook dat feelgoodboeken niet zo veel voorstelden. Juist door ze zelf te gaan lezen kom je erachter dat ze ook belangrijke onderwerpen bespreken en wel degelijk een boodschap bevatten.

Mensen mogen natuurlijk ook een andere mening hebben. Als je feelgood geprobeerd hebt en je vindt het niet leuk, prima, mag, maar blijf dan wel respectvol.”

Feelgood wordt vaak vergeleken met de bouquetreeks boeken. Vind je dat terecht?

“Ik vind dat niet per se een hele vervelende vergelijking. Behalve als iemand bouquet boeken als slechte boeken ziet, want die zijn ook erg leuk. Ik vind het belangrijk dat mensen gewoon lezen wat ze zelf willen.”

Je hebt in korte tijd bij twee verschillende uitgevers korte verhalen uitgegeven. Wat is jouw advies voor de beginnende schrijver?

“Ten eerste dat je zelf ook heel veel moet lezen en dat je dit ook actief doet. Dus als je iets leuk vindt, dat je analyseert wat je er dan zo leuk of grappig aan vindt. Ontdek waarom je een boek goed vindt, waarom je vindt dat een plottwist goed uitgewerkt is. Daarna moet je heel veel kilometers maken om je eigen stijl te ontwikkelen, dat moet je ‘gewoon doen ́, want daar word je, in combinatie met feedback, beter van.”

Meijer vertelt dat ze nog lang niet klaar is met schrijven. Haar hart ligt bij het feelgoodgenre en er liggen nog genoeg ideeën op de plank. Ze gaat nog een trilogie schrijven voor Loft Books, dat over een vrouw gaat die terechtkomt in de wereld van ‘larpen’ (Live Action Role Playing). Daarnaast heeft ze nog een nieuw idee geopperd bij uitgeverij De Verhalenfabriek waar positieve reacties op kwamen. Verder heeft ze nog enkele contracten getekend. Als laatste sluit Meijer haar zin glimlachend af: “Ik ben echt nog lang niet klaar”.

Voor het eerst gepubliceerd in Bazarow Magazine

Boeken van deze Auteur: