"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Zomervacht

Vrijdag, 28 september, 2018

Geschreven door: Jaap Robben
Artikel door: Marnix Verplancke

Eilanden op het vasteland

De eerste zin

“Ik dacht dat we zomaar een stukje gingen rijden.”

Recensie

Van tijd tot tijd, maar veel te weinig gaat de dertienjarige Brian samen met zijn vader Maurice op bezoek bij zijn drie jaar oudere broer Julien. De jongen zit in een psychiatrische instelling waar een kettinkje verhindert dat de ramen meer dan een paar centimeter open kunnen en de vloer gedweild wordt met de geur van zwembad. Veel meer dan op zijn bed liggen en “Moe-wah-wah” kreunen doet Julien niet, al kan hij soms ook agressief uit de hoek komen. Brian houdt er een uitgescheurde oorlel aan over. Tijdens verbouwingen zouden een aantal kinderen thuis opvang moeten krijgen, spreekt de directeur Maurice aan, die daar niets voor voelt tot hij hoort dat er een financiële compensatie wordt voorzien. Julien is heel erg welkom, zegt hij daarop, waarna hij de hulpbehoevende jongen overlevert aan de zorgen van zijn broer en het stelletjes andere aangespoelden op de camping waar ze wonen.

Yoga Magazine

In zijn bekroonde en meer dan 50.000 keer verkochte debuut Birk nam Jaap Robben de lezer mee naar een kleine eilandgemeenschap waar de grens tussen moederliefde en incest flinterdun bleek. In Zomervacht schrijft hij over gelijkaardige mensen, geïsoleerd van de wereld, die er een eigen naïef-gewelddadige moraal op nahouden. Brian ontfermt zich zich naar best vermogen over zijn broer en fantaseert intussen over seks met Selma, een zwakzinnig meisje van negentien dat heel graag met hem wil ‘buiken’. Intussen gaat het steeds steiler bergaf met Maurice, zowel financieel als psychologisch.

Robben schrijft snel en gevat, met korte, scherpe dialogen en creëert scènes die je een paar dagen bijblijven. Zoals die waarin Maurice ’s ochtends met een beurs geslagen kop wakker wordt op de betonnen vloer van het hondenhok. Brian opent de deur van de kooi, waarna Julien binnenslipt en al gierend en onder het krijsen van “Feffe… feffe” flessen in gruzelementen begint te gooien, waarbij hij door de scherven loopt en een steeds dikker bloedspoor nalaat. Zomervacht is soms goor en rauw. Andere keren is het boek teder en breekbaar. Het speelt aan de zelfkant van de maatschappij, waar een aai en een neep slechts een zucht van elkaar verwijderd zijn en een vader graag met zijn zwakzinnige zoon gaat winkelen omdat zo’n jongen onstrafbaar is, wat de winkeldetective ook in zijn zakken mag aantreffen.

Drie vragen aan Jaap Robben

Je boek deed me denken aan sommige films van de broers Dardenne, maar dan zonder het culpabiliserende ondertoontje. Hoe reageer je daarop?

Robben: “Ik herken de verwantschap in plek, sfeer en thematiek, maar zoeken naar de schuldige voor de precaire situatie van mijn personages doe ik inderdaad niet. Omdat er zelden een duidelijke schuldige is. Het leven is een kluwen van op elkaar doorwerkende gebeurtenissen. Wanneer Brian zijn broer vastbindt aan zijn bed omdat hij naar Selma toe wil, zou je dat als mishandeling kunnen zien, terwijl ik het in het boek iets beschermends en teders geef. Dergelijke tegenstellingen vind ik fascinerend, omdat er misschien wel een verantwoordelijke is, maar geen schuldige. Wil Brian seks met Selma omdat hij van haar houdt, of omdat hij haar wil gebruiken? Aan handelingen is niet te zien wat de intentie is, en dat maakt ze juist zo boeiend.”

Birk speelde op een eiland. Mag ik in de instelling en de camping waar Zomervacht speelt ook twee eilanden zien?

Robben: “Het zijn inderdaad eilanden op het vasteland. Niet dat ik persoonlijk zo gek ben op eilanden. Al na een paar dagen begin ik naar de horizon te turen. Hoe ver is het vasteland, vraag ik me af, en kun je het zwemmen? Als auteur vind ik het wel een interessant gegeven omdat zo’n compacte setting me toelaat mijn personages vreemdere keuzes te laten maken. In een stad heb je veel te veel mensen die van de zijlijn toekijken en sturen. Ik wil de wereld niet laten meespelen. Daarom heb ik mijn research ook tot een minimum beperkt, omdat ik merk dat wanneer ik de werkelijkheid toelaat in mijn boeken, ik me daar ook door laat beperken.”

Hoe slaag je er dan in het leven in de instelling zo levensecht te laten lijken?

Robben: “Mijn ouders werkten vroeger in een instelling voor geestelijk en verstandelijk gehandicapten. Tot ik een jaar of drie was, namen ze me soms mee, de hele dag. Ik vond het een rare wereld. De mensen die er rondscharrelden zag je nooit ergens anders dan daar. Er waren omaatjes die mijn knuffel aaiden en beren van kerels die me hun slaapkamer wilden laten zien. Voor mij was het een oord vol onvoorspelbaarheid, geluiden die je nergens anders hoorde en immanent geweld dat zomaar opeens kon losbarsten. Dat heb ik ook in mijn boek willen steken.”

Eerder verschenen in KnackFocus

de Geus

Nederlands 1e druk  september 2018 Hardcover 320 pagina’s

Boeken van deze Auteur:

Zomervacht