"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Zonder uitgang

Dinsdag, 10 februari, 2009

Geschreven door: Katinka van der Kooij
Artikel door: Johan Bordewijk

Opgesloten in je eigen leven

De verhalen in de bundel Zonder uitgang hebben onderling een sterk thematisch verband. Alle hoofdpersonen zitten opgesloten in de gebeurtenissen om hen heen. Op de een of andere manier zijn ze geïsoleerd geraakt en niet meer in staat contact te maken met hun omgeving. Wanhopig zoeken ze een uitweg. De reden waarom ze afgezonderd zijn geraakt verschilt per verhaal – de dood of het vertrek van een geliefde, onbegrip van de omgeving of onvermogen tot normaal sociaal verkeer.

Alle hoofdpersonen proberen te ontsnappen aan de afzondering, maar, zoals de titel van het boek al aangeeft, zonder succes. In het titelverhaal bedenkt Ton een ridicuul plan, ‘een proeve van volslagen ambtelijke gekte’ zoals hij het zelf noemt, om duiven te vernietigen die overlast veroorzaken. Hij wil daarmee een bom plaatsen onder zijn baan: hij wil ontslagen worden en niet zoals zijn collega’s ‘met hangende pootjes afdruipen naar z’n pensioen’. Hij heeft een grote kooi bedacht waar de duiven wel in, maar niet uit kunnen. Maar in plaats van resolute afwijzing voor dit wrede plan ontmoet hij instemming. Ton is veroordeeld om zijn dagen verder te slijten achter zijn bureau.

Van der Kooij schrijft de verhalen in dit debuut met distantie. Eigenlijk zijn het aaneenschakelingen van korte, heldere observaties in een ingetogen stijl. Vaak zijn ze erg braaf: vanuit scènes geschreven, spaarzaam met uitleg en in beknopte zinnen, maar daardoor ook zielloos, zodat een aantal verhalen mat en vlak blijven. Een oefening in kleuren tussen de lijntjes. Ik mis de beweegredenen voor het verhaal: opwinding, verdriet, onmacht, wat dan ook.

Dat is spijtig, want Van der Kooij schrijft taalvaardig en met gevoel voor compositie. ‘Een oefening’ is zo’n rustig verhaal, dat ineens verstoord wordt door gebeurtenissen die als stenen in een kalme vijver vallen. Toch overtuigt het niet. Alleen op de momenten dat je achter de ogen van de verteller mag kijken, zie je dat er wel degelijk diepte in de verhalen zit. Het verhaal ‘Nepbloemen’ gaat over het gevecht van Elisa tegen het vuil in haar keurige huishouden. Hier werkt van der Kooij’s stijl goed, want je voelt de beklemming van de smetvrees. Op een camping in Rimini denkt Elisa terug aan het begin van haar huwelijk met Henk toen ze, tot haar grote tevredenheid, een smetteloze flat bewoonde. Ze waren net verhuisd en hadden nog geen vrienden. Maar toen na enige tijd toch vrienden op bezoek kwamen begon haar verbeten strijd:

Boekenkrant

‘Maar toen ze kwamen, waren ze als deining op de zee. Ze woelden het kraakheldere appartement om met het schuim op hun glazen bier en beukten op haar huishouden in.’

Op de camping onderneemt ze verwoede pogingen om met sopemmer, spons en zeem hun tent smetvrij te houden. Als het meegebrachte brood op is, moet ze er op uit, want om twaalf uur moet en zal de lunch op tafel staan. Ze spreekt geen woord over de grens en raakt in de megasupermarkt overstuur. Zonder brood komt ze terug op de camping. In paniek neemt ze rigoureuze maatregelen.

Het verhaal ‘Per Post’ is ronduit ontroerend. De hoogbejaarde Jan krijgt van zijn horkerige dochter Ellen een nieuw bed in de maag gesplist. Op het oude houdt hij de herinnering aan zijn overleden vrouw Jitske levend. Ellen vindt dat dat echt niet meer kon en bestelt een nieuwe voor hem. De bezorgers van het queensize bed plaatsen het pontificaal in de woonkamer. Verbeten levert Jan ’s nachts strijd om deze moloch weer zijn huis uit te krijgen. In dit verhaal is er wel een uitgang, maar een heel droevige.

Dit zijn de pareltjes tussen de verder wat krachteloze verhalen, die ook nog wel enige redactie verdienen. Soms is de woordkeus erg krampachtig, zoals ‘kampement’ voor een tent op de camping. Gewoon slordig is dat ‘een fles bourgogne’ een bladzij verderop ‘de fles bordeaux’ is geworden en even later op tafel gelegd wordt. Zetten lijkt me beter, voor je het weet rolt hij eraf.

Jammer, er zit in deze verhalen meer in dan Van der Kooij eruit heeft gehaald.