"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Zulajka opent haar ogen

Vrijdag, 21 juli, 2017

Geschreven door: Guzel Jachina
Artikel door: Roeland Dobbelaer

Ieder afzonderlijk en allen tezamen

[Recensie] Als je van een volk af wilt, organiseer dan een lange reis, zonder comfort, zonder genoeg eten en drinken, zorg dat het of te koud of juist te warm is en je zult zien dat bij aankomst een deel van je probleem al is opgelost. De Turken stuurden de Armeniërs te voet door de Syrische woestijn, honderden kilometers en bijna niemand kwam aan op de plaats van bestemming. De nazi’s propten Joden in overvolle treinen en vervoerden ze vanuit heel Europa naar Polen, onderweg stierven duizenden de uitputtingsdood. Ook de Russen onder Stalin gebruikten dit vervoermiddel en wel om zich van het koelakken vraagstuk te ontdoen. Koelakken waren zelfstandige, traditioneel levende boeren. Na de afschaffing van het lijfeigenschap in de jaren zestig van de 19de eeuw wisten zij door hard werken een bestaan op te bouwen, met een bescheiden mate van welvaart. Ze hadden wat bezittingen, een koe, enkele geiten, wat extra graan om volgend jaar in te zaaien, wat huisraad. Toen na de Russische Revolutie Lenin startte met de collectivisatie van de productiemiddelen, ook in de landbouw, moesten de koelakken het ontgelden. Het communistische regime startte lastercampagnes om de koelakken te schaden, ze werden neergezet als uitbuiters, rijken, anticommunisten. De koelakken moesten inderdaad niets hebben van het communisme en snapten niet waarom ze opbrengsten van hun land voor niets aan de communisten zouden geven. Ze kwamen in verzet, verborgen eten en werktuigen, wilden niet meewerken en startten vechtpartijen. De communisten pikten dat niet en de maatregelen tegen de koelakken werden steeds zwaarder. Lenins opvolger Stalin verklaarde rond 1930 het hele volk als ongewenst. De hele klasse moest geliquideerd worden. Tegenwoordig noemen we dat genocide. De communisten zetten miljoenen koelakken hun boerderijen uit, hun land werd ontvreemd. Er werden ongeveer twee en een half miljoen mensen gedeporteerd naar Siberië. Naar schatting kwamen er 4 miljoen koelakken om het leven.

In de epische roman Zulajka opent haar ogen van de Guzel Jachina (1977) vormt de deportatie van de koelakken per trein naar Siberië een van de schokkendste delen van het boek. Het cynisme waarmee de communisten ervoor zorgden dat de reis zolang mogelijk duurde en dat er zo min mogelijk eten en drinken was, maakte dat minder dan de helft van de mensen die starten met de reis op de plaats van bestemming aankwamen. Een aantal wist te ontvluchten, een deel van hen werd opgespoord en doodgeschoten.

De communisten bedachten dat de koelakken een nieuw leven moesten opbouwen langs de grote rivieren in het oosten van het land, in Siberië; het meest onherbergzame stuk Rusland. Het gebied daar, ook wel taiga genaamd, is eigenlijk een groot uitgestrekt moeras met dennen begroeid, waar tijdens de ijskoude winters alles bevriest en het in de hete zomers onleefbaar is door muggen en de drassige ondergrond. Heel Rusland moest ontgonnen worden, het communistische regime had elke graankorrel nodig die ook maar ergens verbouwd kon worden en de gedachte was: degenen die de treinreis overleven zullen daar ook wel overleven en zorgen voor extra landbouwinkomsten. Koelakken konden immers hard werken en het waren goede boeren.

Dat is de politiek historische achtergrond van Guzal Jachina’s Zulajka opent haar ogen over het leven van de eenvoudige, tengere moslimboerin Zulajka. Ze is getrouwd met een beul van een kerel, Moertaza en woont samen met hem en haar schoonmoeder die ze Vampiria noemt.Vampiria is een stokdoof en blind wezen dat er alles aan doet om het leven van Zulajka onmogelijk te maken. Moeder en zoon behandelen haar als slaaf. Als lezer hoop je dat er snel verandering in komt. En dat komt als de communisten het koelakkendorp binnenvallen onder leiding van de idealistische en ambitieuze commandant Ignatov. Als Moertaza in verzet komt schiet Ignatov hem dood. Zulajka wordt op transport gezet. Van de regen in de drup, zeker als ze zwanger blijkt te zijn. Dan volgt de barre tocht per trein heel Rusland door.

Boekenkrant

Ze is uiteindelijk een van de weinigen uit haar dorp die de reis overleeft, niet op de laatste plaats door ingrijpen van Ignatov die zich tot haar aangetrokken voelt. In de taiga werken de koelakken, versterkt door een aantal dissidenten uit Leningrad en Moskou, onder erbarmelijke omstandigheden aan een nieuw dorp, aan een nieuw leven. Ignatov blijft bij zijn nieuwe kudde en regeert met harde hand. Zulajka bevalt van een zoon, al haar eerdere kinderen zijn binnen een paar weken gestorven. Ze besluit dat ze nog maar een taak heeft: zorgen dat dit kind overleeft.

Het bijzondere aan het boek is dat Jachina niet met grote analyses komt over de koelakkengeschiedenis, maar het verhaal vertelt door de ogen van een eenvoudige, niet geletterde vrouw. Een vrouw die geen idee heeft wat haar overkomt, die geen idee had of het nu normaal was hoe haar man en schoonmoeder haar behandelden en die geen idee heeft wat de communisten van haar willen en of het normaal is hoe ze haar behandelen. Zulajka probeert zo lang mogelijk te blijven leven volgens haar moslimgebruiken, maar die raken steeds meer op de achtergrond. Ze past zich aan, overleeft, vindt haar plek in de nieuwe gemeenschap, zorgt voor haar zoon. Gaandeweg krijgt ze het gevoel een eigen leven te hebben, eigen keuzes te kunnen maken, ondanks het barre leven in de taiga, ondanks het strenge communistische regime. Dat komt ook door bijzondere lotgenoten. Zo is er de geniale en altruïstische arts Wolf Karlovitsj Leibe, die knettergek is, maar toch honderden mensenlevens redt. Er is de kunstschilder Ikonnikov die propagandaschilderijen moeten maken en alle mooie plekken van Parijs schildert en beweert dat het Moskou is. Hij neem haar zoon onder zijn hoede, die ook droomt van een carrière als kunstschilder. En tot slotte is er ook dorpscommandant Ignatov die veel zachtmoediger is dan hij doet voorkomen. Hoe streng en wreed een regime ook kan zijn, bijzondere mensen die het goede doen zijn er altijd, dat is een van de vele boodschappen in het boek van Jachina.

Zulajka vertelt haar zoon vaak de parabels en legendes de ze in haar jeugd hoorde. Keer op keer moet ze deze herhalen, vooral het verhaal over de tovervogel Semroeg. Omdat de gewone vogels ruzie hebben zijn ze op zoek naar Semroeg om hem te vragen wie de vogels moet leiden. De vogels maken een uitputtende reis langs verschillende dalen (Dal van het Zoeken, Dal der Kennis, Dal van de Onverschilligheid, etc.) In het Dal van de Onverschilligheid ontdekken ze dat  “iedereen die in zijn hart geen evenwicht kon vinden tussen verdriet en vreugde, tussen liefde en haat, tussen vijanden en vrienden, tussen levenden en doden” gedoemd is om te sterven. Pas als mensen zich realiseren dat ze een onmisbaar onderdeel zijn van een groter geheel komt het goed: “Ieder afzonderlijk en allen tezamen.” Het is alsof Jachina wil zeggen dat een leven in gemeenschap niet erg is, als iedereen er maar een plek heeft en zichzelf mag zijn. Voor haar zoon blijkt dat niet voldoende.

Zulajka opent haar ogen als ze besluit dat ze haar eigen keuzes kan maken, hoe klein die ook zijn. En zo wordt het boek geen afrekening met een periode, maar toch een boek over liefde en hoop.

In het nawoord bij Zulajka opent haar ogen stelt vertaler Arthur Langeveld – wat heeft hij er een prachtig Nederlands van gemaakt – over de moord op de Koelakken dat de Sovjet-Unie “zo reeds in de jaren dertig haar eigen Holocaust” had, “waarover achteraf een diep stilzwijgen werd bewaard”. In een land waar het merendeel van de bevolking heden ten dagen Stalin als de belangrijkste en grootste Rus aller tijden beschouwd, is het schrijven van deze roman een meer dan moedige prestatie. Maar los van de politieke context is Zulajka opent haar ogen een prachtig roman en is de wereldliteratuur met die frêle, eenvoudige moslimdame weer een grote heldin rijker.

Voor het eerst verschenen op De Leesclub van Alles

Zulajka open haar ogen is het eerste boek in een nieuwe reeks van DLVAlive avonden najaar 2017. Op 4 september (DLVAlive Utrecht) praat Roeland Dobbelaer met vertaler Arthur Langeveld over dit boek en over de Russische literatuur en geschiedenis. Op 11 september vertelt schrijver, dichter en Volkskrant recensent Peter Swanborn bij DLVAlive in Rotterdam waarom hij Zulajka opent haar ogen een van de belangrijkste Russische boeken van het moment vindt. Moderator is dan Hans van Dam. Kijk hier voor meer informatie.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

De trein naar Samarkand

Zulajka opent haar ogen