"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Zwavelwater

Woensdag, 16 oktober, 2019

Geschreven door: Reinjan Mulder
Artikel door: Annabel Junge

Moeten we ons nog schuldig voelen?

[Recensie] Kun je nog wel naar Duitsland als je je realiseert wat er in de Tweede Wereldoorlog plaatsgevonden heeft? Thans vierenzeventig jaar na de oorlog lijkt dit een onzinnige vraag, doch voor de Tweede Generatie is deze vraag wel degelijk zinvol. Duitsland roept nog altijd bij velen gemengde gevoelens op. De herinneringen aan alle gruwelijke gebeurtenissen in de oorlog zijn immers bij de oorlogsgeneratie nog levendig aanwezig en ze zijn hetzij door verhalen, hetzij door gedragingen, bewust of onbewust overgedragen op de volgende generatie. Zo ook in het geval van Reinjan Mulder. Zijn grootvader was dwangarbeider tijdens de oorlog, zijn vader had als spoorwegstaker ondergedoken gezeten en zijn moeder had voedselbonnen verduisterd. Duitsland roept dan ook sterke negatieve gevoelens op bij de familie van Reinjan. Toch ging hij met zijn eindexamenklas in 1966 naar Bad Wiessee. Jaren later, in 2014, komt tijdens een gesprek deze cruciale vraag aan de orde of men nog naar Duitsland kon. Reinjan Mulder vond van wel en hij vertrok opnieuw naar Bad Wiessee. Dit keer was de aanleiding het schrijven van een boek. Dat boek is onlangs verschenen onder de titel Zwavelwater. De geschiedenis van Adriaan Stoops kuuroord in Zuid-Duitsland. Daarin is de vertwijfelde houding van Nederlanders tegenover Duitsland het kernthema.

Bad Wiessee
In Bad Wiessee, gelegen aan de Tegernsee, verscheen in 1910 een kuuroord, opgericht door Adriaan Stoop, nadat hij in plaats van olie, het geneeskrachtige zwavelwater had gevonden. In 1926 liet Stoop het chalet Haus Jungbrunnen bouwen. Maar dan komen in 1933 de nazi’s aan het bewind. Diverse hooggeplaatste nazi’s onder wie Reichsführer-SS Heinrich Himmler bezochten het kuuroord. Himmler bezat er zelfs een villa, evenals Hitlers perschef en vertrouweling Max Amann. Sporen van de architect Alois Degano, de ontwerper van de Berghof, zijn ook overal terug te vinden, ook in Haus Jungbrunnen. In Bad Wiessee stond ook het hotel Hanselbauer. In dit hotel begon in 1934 de Nacht van de Lange Messen, de operatie met als doel de liquidatie van de top van de SA en de arrestatie van hun leider Ernst Röhm. In 1995 was de biografie Leven en laten leven verschenen. Dit boek ging over het leven van mijningenieur en grondlegger van Shell Adriaan Stoop en was geschreven door Henriëtte van Voorst Vader, een achterkleinkind van Adriaan Stoop. Met dit boek in zijn achterhoofd besloot Mulder de plek uit zijn jongere jaren opnieuw te bezoeken.

Schuldgevoel
Maar het werkelijke verleden van Bad Wiessee wordt een hele ontdekking voor Reinjan Mulder. Haus Jungbrunnen waar de eindexamenklas in 1966 logeerde en dat toen voor de klasgenoten nog een plek van plezier was, bleek nauw verweven te zijn met het nationaalsocialisme. Het overlijden van Stoop werd in nationaalsocialistische kringen herdacht. Mulder wordt flink geconfronteerd met zowel het oorlogsverleden als met zijn eigen verleden, want hij realiseert zich dat we dingen niet altijd op de juiste manier herinneren. Onze geest gaat op de loop met onze ervaringen door ze als herinneringen mooier op te slaan dan als weergave van de werkelijkheid. Waren hij en zijn klasgenoten zich destijds bij hun eerste bezoek bewust van het verleden, en zijn ze aan dat verleden simpelweg voorbij gegaan, of wisten ze niets van wat zich afspeelde in Bad Wiessee? Langzaam maar zeker wordt hij zich bewust van het schuldgevoel in meerdere opzichten. Had hij wel naar dit kuuroord moeten toegaan in 1966 als hij toen wist wat hij nu weet? De auteur laat de lezer getuige zijn van zijn worsteling hoe hij met dat beladen verleden wil omgaan. Hoe moeten we afrekenen met dat verleden en in hoeverre moeten we mensen als Adriaan Stoop anno 2019 nog schuldig achten? Moeten wij ook gebukt gaan onder het schuldgevoel ten aanzien van collaboratie van onze landgenoten?

Archeologie Magazine

Verleden, heden en toekomst
Reinjan Mulder studeerde filosofie en dat is in Zwavelwater terug te vinden. Het is een mooi evenwichtig en realistisch geschreven boek. Zonder dramatisch te worden, toont Reinjan Mulder aan hoe de oorlog doorwerkt in de naoorlogse generaties. Vele Tweede Generatiegenoten zullen zich herkennen in dit vraagstuk van vergeven en vergeten. De innerlijke strijd of het ons blaam treft als we weer naar Duitsland gaan. Als we die plaatsen willen bezoeken die onlosmakelijk verbonden zijn met de nationaalsocialistische periode. Zonder het met zoveel woorden te zeggen, dwingt Mulder ons om na te denken over heden en toekomst. De moderne Duitsers in Bad Wiessee zijn er duidelijk over. Tijd kan niet teruggedraaid worden, Haus Jungbrunnen staat er niet meer, het is negen jaar geleden gesloopt. Zij willen alleen aan de toekomst denken.

Dwaling
Anno 2019 moeten we de keuze maken. Loyaal blijven aan de oorlogsgeneratie en haat blijven voelen of de generatie van vergeving zijn. Vergeving is goed voor de ziel, maar vergeten wat er in gebeurd is in ’40-’45, dat is heel iets anders. Dat zou een ernstige dwaling zijn, zeker in deze tijd van politieke onrust. Vergeten mogen we dit inhumane gedrag nooit, ook al ligt de Tweede Wereldoorlog steeds verder achter ons. Maar ons schuldig voelen, is dat in deze tijd niet te veel gevraagd?


Eerder verschenen op www.oorlogsboekenreviews.com

Boeken van deze Auteur: