"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Uit de hoek 81: Aanstellerij

zondag, 25 september 2022

Marc Schoorls brutale vrijplaats

[Column] Willem Frederik Hermans en Belcampo waren tegenpolen. Ze konden wel met elkaar overweg, zoals Maartje Arian-Schönfeld Wichers schrijft in de herinneringen aan haar vader. (Belcampo is het lyrisch schitterende pseudoniem voor Schönfeld.) Ze dist een aardige anekdote over een sinterklaasavond op: Er stond een pak voor de deur. We maakten het open en vonden een wit emaillen pispot met op de bodem een foto van het gezicht van Hermans die je streng aankeek. Eronder zat een gedichtenbundeltje verstopt.” Ik heb begrepen dat hun vriendschappelijke  gevoelens later bekoelden door gramschap van Hermans. Hij vond Belcampo sowieso te positief en lachwekkend naïef. Het is een karakteristieke kritiek. Typisch Hermans.

Maar is het ook terecht? Mij lijkt van niet en zeker niet als we Belcampo’s werk in ogenschouw nemen. Dat is lichtvoetig, zeker, maar niet oppervlakkig: speels, dat is het. De dichterlijke schrijver Paul Rodenko sprak in een essay dienaangaande heel mooi en terecht van ‘humor met een souterrain’. Poëzie is kinderspel, schreef weer een andere dichter (Lucebert), en er is heus wat voor te zeggen dat àlle literatuur kinderspel is dan wel kinderlijke aanstellerigheid. Zoals weer een andere dichter (Komrij) het schitterend verwoordde: ‘Wat is een mens zonder aanstellerij? Een dooie wandelstok, en geen toverhazelaar.’

Precies dat. 

Volwassenheid is de dood van een kind. Het eind van de fantasie. Het verbod van aanstellerij. Maar het kind in de kunstenaar wil daar niet van weten.

Heaven

En waar is ‘een overgevoelige natuur’, waar Hermans in een zelfomschrijving van sprak, anders mee behept dan met aanstellerij?

Sterker nog, ik geloof dat alle kunst begint met een soortgelijke naïviteit, dat een ander woord is voor ongekunsteldheid. En met iets van een tabula rasa: letterlijk het onbeschreven blad van de schrijver. Want het is natuurlijk niet zo dat alleen heel geleerde mensen een goed verhaal kunnen schrijven. Alleen aangedane figuren kunnen dat. En zo stuit enig schrijver in zijn zoektocht naar zijn diepste bronnen op de goudmijn van zijn ongelukkige jeugd: zie zeer zeker Hermans.

En trouwens, omgekeerd had Belcampo een ruimhartiger opvatting dan Hermans: “Wanneer het essentiële van de kunst is het overdragen van gevoelens, waarom dan ook niet zijn onvrede, zijn weerzin, zijn walging en zijn verveling op anderen overdragen!’” Die had Hermans in zijn zak kunnen steken. En afgezien van dat is het een zeer treffende uitroep van Belcampo. Een mooi motto voor een boek. Een die ik wil gebruiken voor het meer dan chagrijnige eigentijdse boek waar ik mee bezig ben. Over een vader wiens gevoelens hem nopen tot de moord op zijn kinderen.

Belcampo is van de eenvoud, Hermans moest eigenlijk in alles altijd moeilijk doen en maakte het juist zichzelf daarmee niet makkelijk. Ik heb beide schrijvers hoog zitten – een hiërarchie van schrijvers (‘de grote drie’ en zo) is op de keper beschouwd onzinnig. Als ze maar eigen zijn. Authentiek. Jawel, hun gevoelens goed kunnen overdragen. Of dat tenminste goed kunnen spelen, want ook de schrijver speelt soms (en misschien wel altijd) een rol. Ziedaar die aanstellerij weer! Die grote drie konden dat met verve, maar Louis-Paul Boon, Hugo Claus en Wolkers, om maar eens drie andere groten te noemen, konden dat ook heel goed. De sterren aan de hemel zijn voor het blote oog praktisch allemaal even groot, nietwaar?

Enfin, Belcampo. De auteur van een klein, fijn oeuvre, fantastisch van aard en in een vaak prachtige stijl. Ik heb me in De Groene Amsterdammer nog eens kwaad gemaakt dat er geen geld beschikbaar was om Belcampo’s verzamelde werk fatsoenlijk uit te geven. Zoals onlangs de uitgave van Hermans’ Volledige Werken voltooid werd, die véél groter en gevarieerder zijn dan Belcampo’s werk. Maar zoals het spreekwoord zegt: wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd. Want dan zou je bijvoorbeeld Nescio o  ok tekort doen, terwijl ik eigenlijk niemand ken die geen waardering voor diens vertellingen heeft. Zelfs  Hermans was er dacht ik van gecharmeerd. Of neem het werk van een reus als Franz Kafka, dat is ook zo gigantisch niet. Wel diepzinnig èn humoristisch. Een souterrain met een dubbele bodem.

Marc Schoorl (Wassenaar 1962) is de auteur van onder meer de romancyclus Autobiografie van een romanpersonage. Deel 1 is Zes broers en een zus dat in december 2020 verscheen. Het werd deels als feuilleton gepubliceerd op Bazarow.com. Deel 2, Zo Vader, zo zoon, is sinds vorig jaar juli verkrijgbaar en deel 3, O moeder, zei de zoon (en hij liep de zee in) verschijnt binnenkort. Hij publiceerde het eerste & enige Nederlandstalige boek over Joy Division, een kritische hagiografie over Willem Frederik Hermans en een monografie over aforismen (Veelzeggende zinnen). Schoorl schreef voor De Groene AmsterdammerVrij Nederland en andere bladen over literatuur en aanverwante zaken. In zijn zondagse column op Bazarow doet hij verslag van zijn schrijversleven en volgt hij kritisch het literaire wel en wee in Nederland. 


Nieuws: Lidy van Marissing herontdekt door winst Sybren Poletprijs

donderdag, 25 april 2024

De drie-jaarlijkse Sybren Poletprijs voor experimentele poëzie is toegekend aan schrijver en dicht...


De longlist van de Hebban Debuutprijs bekend gemaakt

donderdag, 25 april 2024

De longlist van 2024 Hebban Debuutprijs is deze week bekend gemaakt. De lijst is vijftien boeken la...


'Pagina's vol plezier' deel 1: Die beruchte leeslijst, bestaat die wel?

donderdag, 25 april 2024

Wat was jouw ervaring met de leeslijst op de middelbare school? Sommigen herinneren zich misschien...


Nieuws: E. du Perronprijs voor Niña Weijers

donderdag, 25 april 2024

De winnaar van de E. du Perronprijs 2022/23 is Niña Weijers voor het boek Cassandra. "De tweejaarl...