"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Uit de hoek 90: Neerland is ziek

zondag, 4 december 2022

Marc Schoorls brutale vrijplaats

[Column] Je niet laten kisten is een hele uitdaging en per slot van rekening natuurlijk onhoudbaar. Verder is relativeren tot je een ons weegt nogal  geestdodend. Anderzijds kun je je wel overal druk om maken – en dat doe ik dan ook. Zij het onwillekeurig. En meestal in relatieve stilte, als peinzer zonder stemverheffing, me als binnenvetter verbijtend op een zolderkamer. Al is dat gal als cholesterol natuurlijk niet goed voor je hart: de mijne wordt eerdaags nagekeken, de afspraak staat, omdat de spier onregelmatig op hol slaat. “Je moet je niet zo druk maken,” dat was wat mijn moeder me altijd al voorhield – maar hóé dat dan moest zei ze er niet bij en als ik ernaar vroeg antwoordde ze: “Nou, gewoon…” Haar kalmte was inderdaad voorbeeldig, al had zij van tijd tot tijd last van bijvoorbeeld haaruitval. “Van de spanning.” Heel raar.

Tja, de spanning op de zenuwen moet nu eenmaal ontladen worden. Anders krijg je, met een prachtig woord, een zenuwinzinking. Dat moet voorkomen worden. Voor sommigen is sporten daartoe een geëigend middel. Voor de schrijver, van professioneel auteur tot hobbydichter, is het de taal die letterlijk en figuurlijk afleidt. Schelden is daarbij een directere vorm, schelden is als bliksemen en kan ook heel mooi zijn. Maar meestal is het in al z’n directheid, in de ongecultiveerdheid dus, grof, lelijk, op het barbaarse af. Zie het Twitter-kanaal, een kanaal als de spreekwoordelijke kast waarin menig lijk gevonden wordt. Als het troebele water voor wissewasjes en witwasacties. Enfin. Lang niet elke innovatie is een traktatie. En de zucht naar dynamiek is soms ook ziek. 

Maar hoe dan ook, de aloude taal is onontbeerlijk, zelfs voor de professionele sporters en al hun supporters: er wordt momenteel nergens zoveel geluld als over voetbal. Ja, waar zouden we zijn zonder onze taal?! Voor een ieder is de moedertaal z’n alles. De gouden paplepel. Als iets een land of nee: een cultuur bindt, dan is het wel de taal, die het kloppend hart vormt voor de gemeenschap. Je denkt in die taal en al die klanken hebben een gevoelswaarde. Taal is mede een fluïdum van de emotie.

Je taal is dus iets om zuinig op te zijn. Om te verzorgen en goed bij te houden. Dat klinkt als vanzelfsprekend, als een open deur van jewelste,  maar dat is het toch niet. Zo heb ik de laatste weken al een paar maal meegemaakt dat hier in de bioscoop anderstalige films Engels ondertiteld werden. In zo’n – daar ga je al – art house. Waarschijnlijk vanwege de vele buitenlandse studenten. Precies zo staat de Nederlander de toerist op straat liever meteen in steenkolen-Engels, stokbrood-Frans of Bratwurst-Duits te woord dan dat hij durft te vragen of die persoon misschien een woordje Nederlands verstaat. Er bestaat toch zeker ook een Wat&hoe voor het Nederlands? We gaan er prat op dat we een aardig woordje over de grens spreken, maar het enige wat daarbij grenzeloos is, is onze overmoed. Nog zoiets: veel jonge lezers, op wie we zuinig moeten zijn, lezen bij voorkeur Engelstalige boeken: dat krijg je ervan. Het is om getiktokt van te worden.

Boekenkrant

En het kan nog erger. Via de overigens beslist lovenswaardige website Neerlandstiek.nl wordt een hoogleraar gezocht in cognitie, communicatie en argumentatie. De vacature daarvan is in het Engels gesteld! Waar heb dat voor nodig? Ik ben een ui als ik het begrijp. En het is niet de eerste keer, zag ik.

En vanwaar die functie? Omdat “The way humans communicate has changed dramatically”… Of wacht, in vertaling, omdat “de manier waarop mensen communiceren de afgelopen decennia ingrijpend veranderd (is). Onze geest en samenleving moeten gelijke tred houden met de dynamiek en gevolgen van globalisering en technologische innovaties.”

En in één makkelijke moeite door met cultuurvervlakking en taalnonchalance, zou ik daaraan willen toevoegen. Straks is Nederland door de klimaatcatastrofe misschien wel ondergelopen, maar voorlopig wordt onze taal met voeten getreden. Met vuile voeten. Met voorbarige modderpoten. Bah.  

Marc Schoorl (Wassenaar 1962) is de auteur van onder meer de romancyclus Autobiografie van een romanpersonage. Deel 1 is Zes broers en een zus dat in december 2020 verscheen. Het werd deels als feuilleton gepubliceerd op Bazarow.com. Deel 2, Zo Vader, zo zoon, is sinds vorig jaar juli verkrijgbaar en deel 3, O moeder, zei de zoon (en hij liep de zee in) verschijnt binnenkort. Hij publiceerde het eerste & enige Nederlandstalige boek over Joy Division, een kritische hagiografie over Willem Frederik Hermans en een monografie over aforismen (Veelzeggende zinnen). Schoorl schreef voor De Groene AmsterdammerVrij Nederland en andere bladen over literatuur en aanverwante zaken. In zijn zondagse column op Bazarow doet hij verslag van zijn schrijversleven en volgt hij kritisch het literaire wel en wee in Nederland. 


Oproep: Stemmen voor de wildcardverkiezing voor de Hebban Debuutprijs 2024

donderdag, 18 april 2024

Voor het tweede jaar op rij organiseert Hebban een wildcardverkiezing voor de Hebban Debuutprijs. O...


Nieuws: Rian Visser benoemd als nieuwe Nederlandse Kinderboekenambassadeur

donderdag, 18 april 2024

Gisteren is Rian Visser tijdens het congres Lezen Centraal van Stichting Lezen geïnstalleerd als...


Nieuws: Ilja Leonard Pfeijffer snapt niet wat historisch onderzoek is

woensdag, 17 april 2024

In het Vlaamse tv-programma De afspraak werd afgelopen maandag de winnaar van De Boon voor Literatu...


Nieuws: Odido roept kinderen op hun telefoon weg te leggen

woensdag, 17 april 2024

Een opmerkelijke samenwerking: telefoonaanbieder Odido start samen met kinderboekenschrijfster Marj...