"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Wachter op de morgen

Dinsdag, 1 maart, 2022

Geschreven door: Machteld Siegmann
Artikel door: Marnix Verplancke

De eerste zin

“Mag ik hier echt een tijdje blijven?”

Recensie

Nadat een vrachtwagen het huis van de 72-jarige Tak is binnengereden ziet hij zich genoodzaakt bij zijn hoogzwangere kleindochter Aria in te gaan wonen, ook al kent hij haar door familiale omstandigheden amper. Tussen hem en Aria’s moeder Marina heeft het immers nooit geboterd. Hij maakte de oorlog mee, werd opgeroepen om in een Berlijnse wapenfabriek te werken en hield er nadien een strikte en door zijn opvoeding ook protestantse ethiek op na, terwijl Marina volwassen werd in de jaren zestig en een dochter wou, maar geen man, wat voor haar vader gelijkstond aan vloeken in de kerk. Volgens zijn vrouw Chrissie had Tak zijn dochter het huis uitgejaagd en zichzelf daarmee in het verdriet gestort. Is het dat allemaal wel waard geweest, dat is wat Tak zich afvraagt wanneer Aria niet lang voor Kerst haar weeën voelt opkomen en hij een verdieping lager de goede afloop van de bevalling afwacht. Terwijl buurman Filip de kerstboom optuigt, vertelt Tak zijn levensverhaal.

Wandelmagazine

Machteld Siegmann won in 2020 met Wachter op de morgen is haar tweede roman, enerzijds even gedegen van problematiek omdat ook in dit boek thema’s als schuld, vergiffenis en berouw een belangrijke plaats innemen, maar tegelijkertijd ook heel anders. Het is immers een monoloog, de stem van één verteller dus, en wel van een man die spijt heeft van de koppigheid die zijn leven getekend heeft en die voor het te laat is de hand wil reiken aan zijn verstoten dochter.

Siegmann zet je aan het denken en vangt je blik met een aantal tot de fantasie sprekende personages, zoals Taks moeder, die de pijn van anderen kan weg bidden en daarbij hun kwalen op zich neemt, zijn zus die na de dood van moeder de bladzijden van alle boeken afstoft en zijn vriend die uit angst voor de bombardementen een verzamelaar wordt en geen stap verzet zonder zijn brandkast. Na zijn dood ontdekken ze wat er inzit, een gebeeldhouwde Christuskop, een paaps aandenken dat zijn calvinistische vader niet in huis wil.

Drie vragen aan Machteld Siegmann

Wachten is hét thema van je boek. Wat heb je ermee?

Siegmann: “Ik ben zelf heel ongeduldig. Wachten gaat gepaard met ongemak omdat je maar moet hopen dat hetgeen je verwacht ook uitkomt. Je gaat je allerhande zaken inbeelden omdat je controle wil hebben over de toekomst. Dat ongemak speelt ook bij Tak een grote rol. Eerst probeert hij het weg te praten. Je ziet dat vaak, hoe gespannen mensen er maar op los ratelen. Maar gaandeweg wordt Taks wachten een terugblik op zijn leven en wordt het wachten een poging om de balans op te maken van het verleden, en een sprong in het ongewisse van de toekomst, wanneer hij hoopt op een verzoening met zijn dochter. Maar er is ook het wachten op vernieuwing natuurlijk, het boek speelt niet toevallig in de advent.”

Net als in De kaalvreter komt het idee terug dat er meer is in de wereld dan louter rationaliteit. In hoeverre is dat ook jouw geloof?

Siegmann: “Ik hoop dat er meer is dan los zand, maar dat er een samenhang is in de wereld waardoor alles ertoe doet, zelfs de kleinste en meest onopgemerkte dingen. Dat er iets boven ons staat dat groter is dan onszelf en dat de wereld afmeet aan een andere standaard, omdat wij altijd door onze eigen persoonlijk bril naar de werkelijkheid kijken. Het is de hoop dat er ergens iemand met een genadige blik naar ons kijkt en begrip heeft voor alle rotzooi en misverstanden.”

Vandaar dat Tak op het einde van het boek zijn schild laat vallen en hoopt op genade?

Siegmann: “Dat is waar wij al te vaak voor terugschrikken. Tak heeft zich zijn hele leven laten leiden door de angst dat zijn dochter de foute weg op zou gaan. Daarom probeerde hij haar te controleren. Ik denk dat ook vandaag veel mensen zich door angst laten sturen en dat ze daarbij vergeten dat die angst precies het tegenovergestelde is van liefde. Mensen hebben het gevoel geen grip te hebben op de situatie en daarom gaan ze zich isoleren van de ander. Van echt contact is dan geen sprake meer. Tak probeert zijn angst te parkeren. Hij laat zijn schild inderdaad vallen en schrijft in een beweging van liefde een brief naar zijn dochter. Het is een beetje hopen tegen beter weten in, maar dat is liefde ook vaak.”

Eerder verschenen op Knack