Overleven in de Hongerwinter
[Recensie] De Hongerwinter is in de Tweede Wereldoorlog een bekend begrip. Het woord roept een wereld van kou en schaarste op, maar kunnen we ons daarmee een voorstelling maken van hoe het leven van mensen destijds echt is geweest? Daarvoor is het woord toch te groot en te abstract. Daarom is het goed dat dit boek Houd je maar flink de Hongerwinter van 1944 – 1945 dichterbij brengt en een menselijk gezicht geeft in het verhaal van mensen die het hebben meegemaakt. In dit boek wordt aan de hand van het verhaal van Rietje Boersma uit Den Haag duidelijk voelbaar hoe mensen probeerden te overleven en welke moeite zij zich moesten getroosten – de zogenaamde hongertochten – om aan voedsel te komen. Citaten uit dagboeken geven de geschiedenis een persoonlijk gezicht en zorgen voor een boeiend verhaal.
De proloog eindigt met een geheimzinnig klinkende vraag: ‘Wie is Olga?’ en die vraag wordt verderop in het boek beantwoord. Olga blijkt een kind te zijn dat levenloos ter wereld kwam en dat Rietje nooit heeft gezien, iets dat destijds heel gewoon was. Men vond het namelijk beter dat de moeder zo’n kind niet zag want dan zou zij zich er alleen maar aan hechten zo was toen de gedachte.
In Den Haag had de oorlog al eerder de nodige impact door de bouw van de Atlantikwall waarvoor vele huizen moesten wijken. De hongertochten – lopend met een kar of kinderwagen of op de fiets – naar de noordelijke provincies waren een gevaarlijke en zware onderneming. Het is mooi om te lezen dat veel mensen onderweg hulpvaardig zijn in het geven van onderdak of het gratis verstrekken van een maaltijd.
Later brengt Rietje twee kinderen naar Friesland omdat het ondoenlijk is om ze thuis voldoende voedsel te geven. In twee dagen fietsen ze 160 kilometer en dat mag een prestatie heten gezien de fiets met een stepwiel als voorband waarop Noortje de tocht moet maken. De reis is gevaarlijk en moeizaam. Er wordt uitleg gegeven over de V2, destijds een nieuw maar ook tamelijk onbetrouwbaar wapen van de Duitsers dat daarom door burgers wordt gevreesd. De lanceringplatforms bevinden zich in Den Haag en vormen een doel van bombardementen met het tragische ‘vergissingsbombardement’ op Bezuidenhout als gevolg.
Bijzonder is de passage over de aftocht van de Duitsers en de indruk die dit op de jonge Frits maakt. Opvallend is het verschil in sfeer in het verhaal na de bevrijding: de beklemming van de bezetting is geweken en er komt meer voedsel beschikbaar. Mensen voelen zich bevrijd al zal de oorlog in de vorm van distributiebonnen en woningschaarste nog lang nawerken.
In het boek zit een kaartje waarop de drie reizen staan getekend met de vervoermiddelen erbij. Eén keer is er zelfs gedeeltelijk van de trekschuit gebruik gemaakt. Nooit geweten dat dit vervoermiddel in de Tweede Wereldoorlog weer van stal werd gehaald.
Jan Hillenius is journalist en programmamaker. Hij schreef de boeken Topshow en Inside. Hij is een kleinzoon van Riet Boersma, een zoon van haar dochter Noortje.
—
Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles
Bazarow Populaire Fictie
Bazarow Literatuur & Non-fictie
Bazarow Kinderboeken