De ideale dierenwereld
Kikker verveelt zich. Stierlijk. Zuchtend zit hij op een waterlelieblad in zijn vijver op te sommen wat er allemaal weer hetzelfde is vandaag, net als gisteren en eergisteren en alle lichtjaren daarvoor:
“Kikker zuchtte,
‘Zelfde vijver,
zelfde riet,
zelfde Kikker.’Een waterjuffer vloog voorbij,
glinsterend in het zonlicht.
Kikker knipperde met zijn ogen.
DAT IS HET!~Ik ga de wijde wereld in!”
Een veelomvattende beslissing
Een veelomvattende beslissing, zo blijkt. Als vrije kikker springt hij door een veld paardenbloemen, bijen zoemen in het rond, de zon straalt hoog aan de hemel, en een muis rent met hem mee.
Wat? Ja, een onvervaarde muis sprint mee; ze zijn opeens een duo. En zo verkennen ze de wereld, die veel groter/avontuurlijker is dan ze hadden gedacht. Gevaarlijker ook. Als ze in een vijvertje zwemmen en duiken, komt het gevaar onverwachts. Dodelijk gevaar. Goeie teksten, en ook de tekeningen zijn kristalhelder. De gezichtsuitdrukkingen (bij gebrek aan een betere benaming) van de dieren zijn sprekend. Weleens een juichende muis gezien? Ik nu wel.
Kikker is met zijn groene velletje, spikkels en grote gele ogen ook uitstekend getroffen. Die ogen kunnen ook vergenoegd gesloten zijn. Een tevreden kikker – prachtig.
Meer superlatieven gaan we niet gebruiken. Oké, eentje nog dan. De crème de la crème tekening van een hert. Is dat bijzonder, een hert? Hier wel.
Kikker en muis lopen en hoppen over de bodem van het bos, als over twee volle pagina’s een enorm hert voorbij springt. Die tekening heeft snelheid, kracht, souplesse, elegantie, durf en pure schoonheid. Meer ga ik er niet over zeggen. Behalve: zorg dat je dit boek in handen krijgt.
Leesfragment
—
Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow