Van 17 tot en met 26 september vindt de Boekenweek van Jongeren plaats. Voorheen heette deze boekenweek Boekenweek voor Jongeren, maar vanaf dit jaar bepalen jongeren wat zij lezen, zien en doen en dus heet het nu de Boekenweek van Jongeren. De Boekenweek wordt georganiseerd door Stichting CPNB, Stichting Lezen en de Schrijverscentrale.
Een belangrijk onderdeel van deze Boekenweek is de gratis bundel voor scholieren en mbo’ers 3PAK. Ieder jaar zijn er drie schrijvers die aan deze bundel meewerken. Dit jaar schreven Splinter Chabot, Khalid Boudou en graphic novelmaker Aimée de Jongh de bundel. Splinter is schrijver, programmamaker en politicoloog. In 2020 kwam zijn eerste boek uit, kreeg hij de Debuutprijs van de Jonge Jury.
Splinter Chabot zegt over het de Boekenweek van Jongeren:
“Door het lezen van boeken kun je duizenden kilometers reizen zonder ook maar één stap te hoeven zetten. Het bijzondere van een boek is dat alles wat niet mogelijk is in de werkelijke wereld, in een woordelijke wereld wél kan. Daardoor kunnen boeken de werkelijkheid schaakmat zetten. Die betovering, dat plezier, die magie verdient iedereen te beleven.”
Ook wordt tijdens de Boekenweek van Jongeren de prijs voor Beste Boek voor Jongeren uitgereikt, in de categorie Oorspronkelijk Nederlandstalig of Vertaald. De winnaar uit de categorie krijgt een bedrag van 2.500 euro. De shortlist, die al bekend is, is samengesteld door een volwassenjury. De jury die beslist wie de uiteindelijke winnaars zijn, zijn wel allemaal jongeren. De boeken die genomineerd zijn voor de prijs zijn boeken van hoge kwaliteit, die goed aansluiten bij de belevingswereld van jongeren.
Op de shortlist staan de volgende boeken:
Oorspronkelijk Nederlands
– Dieuwertje Heuvelings (Das Mag)
Confettiregen – Splinter Chabot
Vertaald
Stilte heeft zijn eigen stem – Ruta Sepetys, vertaald door Aleid van Eekelen-Benders
– Ursula Poznanski, vertaald door Pieter Streutker
– Benedict Wells, vertaald door Gerda Baardman
– Mel Darbon, vertaald door Merel Leene
– Suzanne Collins, vertaald door Maria Postema
—
Richtje Scholtmeijer