"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Leesfragment en winactie: '53 dagen' & 'Ruimten rondom' van Georges Perec

vrijdag, 3 november 2023

Lezersactie
Belangstelling voor deze boeken? Bazarow verloot 3 x 2 boeken van Georges Perec!
* Stuur een mailtje naar vrienden@bazarow.com met de titel van de boeken die jij graag wil winnen, vergeet je adresgegevens niet. Inzenden kan tot 25 november 2023!
NB. Je mag per gezin/familie/adres maximaal 1 keer per maand voor 1 boek/actie meedoen. Zend je toch meerdere keren, dan loot je niet mee, voor geen enkel boek! We verloten het liefst boeken onder mensen die echt geïnteresseerd zijn in een bepaalde titel en die niet voor de win op alles reageren.
* De winnaars ontvangen een email
* En als je het boek wint, dan zou het natuurlijk prachtig zijn als je op je boekenblog of op je socials je mening geeft over het boek!
* Geen lezersactie missen? Abonneer je dan op een van de Bazarow-nieuwsbrieven. Elke nieuwe lezersacties wordt vermeld in de nieuwsbrieven!
* Winnaars vorige acties. Zie onderaan!

Georges Perec

Georges Perec (1936 – 1982) geldt als een van de grote schrijvers uit de moderne Franse literatuur. Tot zijn belangrijkste werken horen W of de jeugdherinneringHet leven een gebruiksaanwijzing en De dingen. Hij maakte deel uit van de Oulipo-beweging en legde zich bij het schrijven vaak bewust formele restricties op.

De komende jaren verschijnen bij De Arbeiderspers vertalingen van niet eerder in vertaling verschenen titels van Georges Perec.

Boekenkrant

53 dagen is een niet eerder vertaalde belangrijke tekst uit zijn werk en later volgen titels als Récit d’Ellis Island en Je me souviens, de tekst die een soort poëticaal fundament vormde voor De jaren van Annie Ernaux. Dit ‘nieuwe werk’ wordt afgewisseld met herziene uitgaven van titels die lang niet leverbaar waren zoals Ruimten rondom en De dingen. Alle komende titels verschijnen als reeks in een nieuwe vormgeving. 
Op 12 oktober verschenen: 53 dagen en Ruimten rondom.

Georges Perec – 53 dagen

Gedurende de laatste maanden van zijn leven werkte Georges Perec aan een soort detectiveroman. Het moest een spel vol intertekstuele verwijzingen worden waarvan Stendhal de spil vormde. De titel verwijst naar de 52 dagen waarin Stendhal zijn Kartuize van Parma schreef, een huzarenstukje dat Perec in 52 + 1 dagen wilde evenaren. Maar bij zijn dood op 3 maart 1982 was het boek nog niet af. In 1989 bezorgden Perecs Oulipo-vrienden Jacques Roubaud en Harry Mathews de uitgave van dit onvoltooide werk, waarin de lezer naar believen kan zoeken naar geheime sleutels en verborgen structuren. De onvoltooidheid van ‘53 dagen’ maakt het puzzelen des te dwingender.

  • Een detectiveroman vol in elkaar geschoven intriges, verdwijningen, complotten en droste-effecten.
  • Een unieke blik in de werkplaats van de schrijver.

Leesfragment 53 dagen

Eerste hoofdstuk

De vijftiende mei.

Het leger en de politie kammen nog steeds de hele stad uit.

Tien dagen geleden verzamelden de mijnwerkers uit Cularo zich ter gelegenheid van de twintigste gedenkdag van de Onafhankelijkheid op de laan van het Presidentschap-voor-het-Leven; er vielen acht doden, onder wie een vrouw en een kind; de noodtoestand werd uitgeroepen, met alle pesterijen en misdragingen van dien: arrestatie van de veronderstelde oproerkraaiers, samenscholingsverbod, het doorzoeken van voertuigen en vanaf zes uur ’s avonds een avondklok. Natuurlijk werd het Frans Lyceum net als alle andere onderwijsinstellingen gesloten.

Grianta begon de hele dag lang te lijken op wat het normaal gesproken van twaalf uur ’s middags tot vijf uur was: een uitgestorven stad, verpletterd door de hitte en de stilte. Het biedt echt een vreemde aanblik als aan het eind van de middag, het moment waarop geheel volgens het ritueel de menigte onder de arcaden van het Vredesplein toestroomt, de caféterrassen praktisch verlaten zijn; de obers roerloos staan opgesteld achter de borders met azalea’s, het grote ronde dienblad onder de arm, en staren zonder te zien naar de paar militairen die met een flesje Fanta voor hun neus aan een tafeltje zitten; een week geleden heeft een oberkelner van de Brasserie de Paris er nog duchtig van langsgekregen, omdat hij zabaglione over een tweede luitenant van de Mobiele Eenheid had gemorst; sindsdien zijn alle kelners van Grianta overgegaan tot een hoogst efficiënte vorm van passief verzet tegen alle officieren: met alle schijn van onberispelijke ijver slagen ze erin er ruim vijfentwintig minuten over te doen om een glaasje citroenlimonade of een vruchtensorbet te brengen.

Ik ben in die tien dagen praktisch niet buiten de deur geweest; ik heb alleen elke avond van kwart over vijf tot kwart voor zes een ommetje door de binnenstad gemaakt; het was vooral om naar de vogels te luisteren; ze verzamelen zich op dat tijdstip bij duizenden in de eucalyptussen, maar normaal gesproken is het zo druk dat je ze bijna niet hoort; ik maakte ook van de gelegenheid gebruik om het een en ander in te slaan alvorens naar huis terug te lopen; Gino houdt zijn zaak liever gesloten dan dat hij vier à vijf keer per dag een politie-inval moet ondergaan; met de avondklok doen de meeste van zijn vaste gasten toch net als ik: ze blijven thuis. Het is niet altijd erg lollig. De Franse kranten zijn verboden en op de televisie valt niets te zien, behalve de met goud gevulde glimlach van de President-voor-het-Leven en de hangsieraden en hangwangen van zijn imposante vrouw: getweeën nemen zij met de audiënties die hij verleent, de toespraken die hij houdt, de crèches die zij feestelijk opent en de recepties die ze bezoeken, veertig minuten van het avondnieuwsuur in beslag, waarbij de overige twintig minuten gewijd zijn aan – in volgorde van afnemende gewichtigheid – de minister van Binnenlandse Zaken (‘De Rijzende Ster’), de mededelingen van de Veiligheidsdienst, de vergaderingen van de Commissie voor Hervorming van de Landbouw, Voetbal (nationale sport), het ‘culturele onderwerp’ (de weeskinderen van het Monférine-tehuis voor jonge meisjes die bloemenkransen maken met het oog op het bezoek van de President-voor-het-Leven, of de finale van het Grote Internationale Folkloristische Dansconcours op het ministerie voor Handwerksnijverheid en Toerisme) en tot slot het weerbericht van permanent en benauwend tropische aard.

Het beviel me wel om niets te doen te hebben, ik bedoel niets bijzonders; dat bracht een beetje verandering in de dagelijkse routine, die in die periode van het jaar zo niet ondraaglijk, dan op zijn minst echt wel vermoeiend begint te worden: de lessen die moeten worden voorbereid, het huiswerk om te corrigeren en de klassenvergaderingen; het was zoiets als een gedwongen vakantie, zo’n zeven weken voor de ‘echte’, waarop zo werd gewacht en gehoopt; ik had nogal wat te lezen, onder andere iets van Rosenstiehl over de labyrinten, een paar detectives en een bundel kruiswoordpuzzels die me nog maar net uit Parijs was toegestuurd. Maar ik vind het ook niet onaangenaam, integendeel juist, om vandaag belast te zijn met een nauw omschreven opdracht, dat is voor mij iets geheel nieuws en meteen al opwindends.

Vanochtend kreeg ik dus een telefoontje van de consul; hij wenste me zo gauw mogelijk te zien en nodigde me uit voor de lunch in de bar van het Hiltonhotel (dat wordt hier als een van de nec plus ultra’s gezien).

Georges Perec – Ruimten rondom

Wat zit er om de leegte heen of erin? Georges Perec morrelt in dit sprankelende ‘dagboek van een ruimtegebruiker’ aan de ingesleten patronen waarmee we onze leefomgeving tegemoet treden. Dertien hoofdstukken, elk met een welomschreven ruimte als vertrekpunt – van de bladzij, het bed, de slaapkamer, het appartement, uitdijend in steeds wijdere cirkels tot de straat, de buurt, de stad en de wereld tot en met een nieuwe verovering van de ruimte – vormen een wonderlijke ontdekkingsreis. De eerste editie van dit boek verscheen in 1998. Deze vertaling van Espèces d’espaces is eindelijk weer leverbaar, nu in een herziene editie, vermeerderd met niet eerder gepubliceerde fragmenten in handschrift.

Leesfragment Ruimten rondom

4

Maar weinig gebeurtenissen laten geen enkel schriftelijk spoor na. Bijna alles loopt vroeg of laat via een vel papier, een blaadje van een notitieblok, een agendapagina of een of andere toevallig beschikbare drager (een metrokaartje, de kantlijn van een krantenpagina, een pakje sigaretten, de achterkant van een envelop enzovoort), waarop met wisselende snelheid en uiteenlopende technieken, afhankelijk van plaats, tijd of stemming, een willekeurig element uit de waaier van elementen waaruit het gewone leven bestaat wordt neergeschreven. In mijn geval (maar ik ben vast een iets te goed gekozen voorbeeld, aangezien schrijven nu eenmaal een van mijn voornaamste bezigheden is) kan dat gaan van een terloops opgeschreven adres, een inderhaast genoteerde afspraak, het uitschrijven van een cheque of het adresseren van een envelop of pakje tot het moeizame redigeren van een brief aan een overheidsinstantie, van het vervelende invullen van een formulier (belastingaangifte, ziekteverzuim, verzoek-tot-automatische-afschrijving-van-gas-en-elektriciteitsnota’s, abonnement, koopcontract, huurovereenkomst, polis, ontvangstbewijs enzovoort) tot het opstellen van de lijst met hoognodige boodschappen (koffie, suiker, kattenbakstrooisel, boek Baudrillard, 75-wattpeertje, batterijen, vuile was enzovoort), van de soms verdraaid lastige oplossing van de kruiswoordraadsels van Robert Scipion tot het eindelijk in het net schrijven van een tekst, van aantekeningen gemaakt bij een willekeurige lezing tot het haastige neerkrabbelen van iets wat nog van pas kan komen (een spel met woorden, een opwelling van woorden, een spel met letters, of ook wat men doorgaans een ‘idee’ noemt), van literair ‘werk’ (schrijven, ja, aan je tafel gaan zitten en schrijven, voor je schrijfmachine gaan zitten en schrijven, een hele dag lang of een hele nacht lang schrijven, schetsen maken, grote I’s en kleine a’s opschrijven, een plan ontwerpen, een woord naast een ander woord zetten, in een woordenboek kijken, overschrijven, herlezen, doorstrepen, weggooien, herschrijven, opbergen, terugvinden, wachten tot het komt, hardnekkige pogingen doen om iets wat steevast op onsamenhangend gebrabbel lijkt te herscheppen in iets wat lijkt op een tekst, daarin slagen, daar niet in slagen, glimlachen (soms), enzovoort) tot werk zonder meer (ter bestrijding van de broodnood): in een tijdschrift dat een beknopt overzicht biedt van vrijwel alle andere tijdschriften op het gebied van de levenswetenschappen (life sciences), de titels aanstrepen die interessant zouden kunnen zijn voor de onderzoekers wier bibliografische documentatie ik geacht word bij te houden, fiches redigeren, literatuurverwijzingen verzamelen, drukproeven corrigeren enzovoort.

            En zo voort.

Winnaars vorige lezersacties

Dit andere paradijs van Paul Harding:
* Evy Kennes uit Tesserderlo (België)
* Denise Kohlhoff, Purmerend

Ik ken een berg die op me wacht van Sholeh Rezazadeh
* Geert Langaskens, Lievegem (België)
* Wim Maasakkers, Helmond


Podcast literatuur: De Nieuwe Contrabas 137– De rivaliserende talenten van A.F.Th. van der Heijden

vrijdag, 3 mei 2024

Hans en Chrétien praten over de opmerking van CPNB-directeur Eveline Aendekerk dat "De Nieuwe Cont...


Oproep: Krijg je een boek, geef er twee weg!

vrijdag, 3 mei 2024

Uitgeverij Blossombooks uit Zeist, gespecialiseerd in het uitgeven van boeken voor jongeren, is een...


Podcast filosofie: Glenn Albrecht over Aarde-emoties

donderdag, 2 mei 2024

Aflevering 93 van de ISVW podcast Glenn Albrecht was on tour in Nederland om zijn boek Aar...


Tip: Alles wat je moet weten over audioboek-transcriptie

donderdag, 2 mei 2024

Met de opkomst van digitale platforms en smartphones worden audioboeken steeds populairder - onderw...