Een in januari 2024 gepubliceerd onderzoek aan de universiteiten van Utrecht en Stavanger in Noorwegen wijst uit dat het gebruik van sociale media een negatieve impact heeft op de motivatie voor het lezen van langere teksten en in het bijzonder literatuur. In het onderzoek genaamd “Literary Reading on Paper and Screens: Associations Between Reading Habits and Preferences and Experiencing Meaningfulness” stellen onderzoekers Frank Hakemulder (Nederlandse senior onderzoeker en hoofddocent liberal arts and sciences aan de Universiteit Utrecht) en Anne Mangen (Noorse professor geletterdheid aan de Universiteit van Stavanger) dat regelmatige interactie met de korte teksten die sociale media kenmerken een oppervlakkige relatie met het geschreven woord stimuleert.
Snelle beloning
Het onderzoek maakt onderscheid tussen twee motieven die mensen hebben wanneer ze teksten lezen, kort gezegd het zoeken naar genot en het zoeken naar betekenis. Sociale media zijn bijna uitsluitend gericht op het voeden van snelle gratificatie, aldus Hakemulder en Mangen. Online platformen als Instagram en X hebben als doel om kortstondig de aandacht van de lezer te trekken en hun snel een beloning te geven. Literatuur is daarentegen gericht op de zoektocht naar betekenis en vereist een langere aandachtspanne. Uit het onderzoek blijkt dat mensen die vaak met sociale media in aanraking komen meer moeite hebben met het verwerken van literaire teksten en minder vaak ervaringen rapporteren die met het vinden van betekenis van doen hebben.
Scholen
Hakemulder en Mangen stellen dat deze ontwikkeling een negatieve invloed kan hebben op onze capaciteit om op een dieper cognitief niveau met teksten en informatie om te gaan. Ze wijzen naar een stijgende trend in scholen, waar docenten hun leerlingen met steeds kortere teksten laten werken en daarnaast ook vaak grijpen naar visuele en auditieve alternatieven zoals filmpjes en podcasts. Op lange termijn kan deze ontwikkeling zorgen voor een afname in ons vermogen om ons bezig te houden met teksten die op cognitief gebied meer van ons vragen.
Het onderzoek kunt u hier zelf lezen.
—
Riemer de Vries