"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Salman Rushdie: laten we hem vooral lezen

zaterdag, 20 augustus 2022

[Column] Zij vonden het volkomen onverantwoord, maar zelf twijfelde ik geen moment.  Zodra ik de kans kreeg – dus toen de NBD, de voorganger van het inmiddels zo verguisde Biblion, het boek aanbood – bestelde ik een exemplaar van De duivelsverzen van Salman Rushdie. Er was, wat mij betreft, geen enkele reden om de leden van ‘mijn’ bibliotheek deze roman te onthouden. Salman Rushdie was ook in 1989 al een toonaangevend schrijver.

Deed het er dan helemaal niet toe dat er een fatwa uitgesproken was tegen Salman Rushdie? Dat vertalers en uitgevers van De duivelsverzen gevaar liepen? Nee. Het kopen van De duivelsverzen van Salman Rushdie was geen statement. Het opnemen van het boek in de collectie was een logisch gevolg van de uitgangspunten die golden bij het samenstellen van het boekenbestand van ‘mijn’ bibliotheek. Uitgangspunten waarin zo ongeveer alle parameters meegewogen werden.

Zij, dat waren de leden van het bestuur van de openbare bibliotheek. Terwijl zij er waren om voorwaarden te scheppen en grote lijnen uit te zetten, lieten ze geen kans onbenut om zich met de uitvoering van het werk te bemoeien. Ik was er tijdens een bestuursvergadering al eens op aangesproken dat wij, het personeel, onze klanten hielpen bij het maken van fotokopieën. Dat kon niet. Dan konden wij zien wat zij vermenigvuldigden. En dan schonden wij de privacy.

Zij vonden dus dat ik met het aanschaffen van De duivelsverzen van Salman Rushdie een onverantwoord risico had genomen. Stel je voor… Stel dat… Ze moesten er niet aan denken. Ja, stel je voor dat de mensen die het op Salman Rushdie gemunt hadden hun aandacht zouden verleggen naar het personeel en de klanten van een kleine openbare bibliotheek in het oosten van Nederland…
Het leed zou inderdaad niet te overzien geweest zijn.

Ik wilde niets duidelijk maken met het aanschaffen van De duivelsverzen. Ik wilde alleen dat de roman waar zoveel om te doen was beschikbaar zou zijn. Dat het boek gelezen zou worden, en mensen zelf zouden oordelen over de roman én – maar ik vermoedde dat alleen een select groepje lezers daar iets zinnigs over zou kunnen zeggen – dat wat Salman Rushdie verweten werd.

De duivelsverzen is geen eenvoudige roman (Djibriel Farisjta en Saladin Chamcha vielen heel vaak uit het vliegtuig voordat ik eindelijk definitief de horde van het eerste hoofdstuk genomen had: ‘Voor je wordt herboren,’ zong Djibriel Farisjta toen hij uit de hemel tuimelde, ‘moet je eerst wel dood’, vertaling: Marijke Emeis). Maar gelezen werd hij. Ook door Klaas. Klaas – hij zat op het VWO – leende het boek niet uit de bibliotheek. Klaas kocht The Satanic Verses.  Hij wilde de roman lezen in de taal waarin hij geschreven was. Toen hij The Satanic Verses uit had, wilde hij er heel graag over praten. Klaas kon heel goed lezen en heel goed onder woorden brengen wat hij van de roman vond. En van de ophef. En van de reacties op die ophef.

Natuurlijk moest ik de afgelopen week aan Klaas en aan onze gesprekken over De duivelsverzen denken. Klaas, die vast iets vindt van het feit dat iemand van 24 meent een 33 jaar geleden uitgesproken fatwa ten uitvoer te moeten brengen. Zoals hij vast ook iets vindt van de steunbetuigingen die de dader uit islamitische hoek krijgt.
Maar Klaas zal niet, zoals Adriaan van Dis en ik, gevloekt hebben na het zien van de beelden.

Twee dagen voordat Salman Rushdie opnieuw op een oneigenlijke manier het nieuws haalde,  liet uitgeverij Pluim trots weten zijn nieuwe uitgever te zijn. De uitgeverij kondigde aan dat er in februari een nieuwe roman verschijnt: Victory City. Het was de bedoeling om dan ook herdrukken van Middernachtskinderen, De duivelsverzen en Joseph Anton uit te brengen. Die drie titels verschijnen nu zo snel mogelijk. Dat is het enig juiste antwoord op wat er in Chautauqua gebeurde: er voor zorgen dat Salman Rushdie door zoveel mogelijk mensen gelezen wordt.

Yoga Magazine

Ik hoef Victory City niet af te wachten, maar kon meteen beginnen in Quichot, dat net als veel van de romans van Salman Rushdie begint als een sprookje: ‘Er woonde eens, op een reeks tijdelijke adressen her en der in de Verenigde Staten van Amerika, een reiziger van Indiase komaf, gevorderde leeftijd en afnemende geestelijke vermogens, die, vanwege zijn liefde voor hersenloze televisie, een veel te groot deel van zijn leven in het gele licht van smakeloze motelkamers had doorgebracht met onmatig tv-kijken, en als gevolg daarvan een merkwaardige vorm van hersenbeschadiging had opgelopen’ (vertaling: Martine Vosmaer en Karina van Santen).

Liliane Waanders

Eerder verschenen in Bazarow Magazine en op Hanta


Column Edwin Stok: De veelvoudige ironie van de duurdere boeken, kunst en cultuur

zaterdag, 18 mei 2024

Er schuilt heel wat ironie in de plannen van de rechtse coalitie van Nederland. De BTW op boeken, k...


Tiktok kinderboek: Meester Jesper. De Tiktok Battle

zaterdag, 18 mei 2024

Door Nico Voskamp Meester Jesper is een fenomeen. Op Wikipedia startte hij in 2020 zijn TikTo...


Citaat van de week: Kinderen

vrijdag, 17 mei 2024

"Waar ik wel in geloof, met elke vezel van mijn lichaam, is het kind. Ik geloof in de kansen die ve...


Nieuws: Schrijvers over het nieuwe kabinet

vrijdag, 17 mei 2024

In de kranten en op de socials laten Nederlandse schrijvers zich massaal uit over het nieuwe kabine...