"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Uit de hoek 23: Een verhaal van verharding en volharding

zondag, 11 juli 2021

Marc Schoorls brutale vrijplaats 

Het is iets ziekelijk, schrijven. Of nee: het is ziektebestrijding. Een kuur. Geestelijke hygiëne. Want het is de aarde die ongezond is en de woekerende mensenwereld is zelfs hartstikke ziek.

Het is geen angst, het is weerzin. Niet dat ik geen angst ken natuurlijk. Het leven zit vol gevaren en het ritme ervan is die van treurnis en teleurstellingen. Dat is het drumstel onder je schedel dat bonkt en roffelt. Hoofdpijn krijg je ervan. Maar er valt mee te leven. Sterker nog, dat ìs het leven: de modus vivendi bestaat eruit dat je leert om te gaan met het verliezen van je illusies. Je moet je veren laten – en af en toe een scheet. Want humor is daarbij onontbeerlijk en de cultus van cultuur helpt.

De politiek werkt tegen, dat mag duidelijk zijn. Ik probeer me verre te houden van de polletiek, maar die blijft zich opdringen. En stemmen moet, dat vind ook ik. En dan, het kan nog erger. Veel erger. Ik zal de namen niet noemen. Ik word er chagrijnig van.

Kookboeken Nieuws

Verder hebben we, over erg gesproken, het bedrijfsleven nog. Het ongezonde bedrijfsleven. Want het gros ervan bestaat uit halve en zelfs hele criminelen. Allemaal maffia. (Bijna dan.) De maffia onderscheidt zich alleen daarin dat zij zich toeleggen op kwade zaken. Maar business is business. De maffiose zakenman herken je aan zijn kortzichtigheid, of aan zijn zonnebril.

De cultuurcultus is wat mij als schrijver betreft zelfs dè kuur. Het heeft me overeind gehouden in tijden van verwarring en nood. Bij voortduring dus eigenlijk, ha! Ik doe mijn offers. Niet uit puur altruïsme. Het is een kwestie van do ut des: ik geef opdat ik iets terugkrijg.

En nee, ik schrijf niet voor de eeuwigheid, dat niet. Ik ben ook niet gelovig en ik ben al langer dan vandaag niet meer bang voor de dood. Ik vrees de mènsen. Ik ken ze. Ik ben er zelf een van. Ik betreur die soort met haar verontreiniging van haar eigen natuurlijke omgeving. Ik heb medelijden met het andere gedierte en zie de schrikbarende en zorgwekkende teruggang van bijvoorbeeld de rijkdom (want dat is het) aan vogels en insecten met lede ogen aan.

Als gevolg daarvan moet ik het steeds meer van de cultuur, van de kunsten hebben. Maar wat is cultuur zonder natuur? Een tuin vol dieren achter tralies. Een gekortwiekt weiland zonder baltsende grutto’s en kieviten. (En waar zijn de wulpen  gebleven?) Wat is een zee zonder vis, een atol zonder koraal en een oerwoud zonder bomen? Ik vraag het u.

En ik vraag het mezelf. Het valt nog niet mee om niet moedeloos te raken of te blijven. Daarom schrijf ik. Tegen beter weten in. Het is iets irrationeels. Ik heb het vaak gelaten, dat geprobeerd in ieder geval. Schrijven. Ik sta wat dat betreft met mijn  rug tegen de muur, net als de schrijver in de preambule van Hermans’ verhalenbundel Paranoia. Ik kòn er verder ook helemaal niks mee. Ik liep bij uitgevers telkens tegen een muur aan. Net als Proust, en Stephen King met zijn eerste verhaal Carrie of J.K Rowling, de schrijfster van Harry Potter. Gelukkig is het nu technisch goed mogelijk je zelf voor uitgever uit te geven. Pauline Cornelisse deed dat. En al mis ik het opstapje van debuteren bij een bestaande uitgeverij, toen dacht ik: dan kan ik het ook. Zeker met mijn opleiding in de boekenbranche, al was dat 35 jaar geleden. Tommy Wieringa en Maike Meijer hebben het trouwens ook gedaan. 

Ik voel me stukken beter als ik eraan toegeef, aan die drift tot schrijven, want het is meer dan een drang. Ik schrijf tegen de klippen op. Mijn vader, vaak geplaagd door stevige neerslachtigheid, riep dan : ‘Laat af! Laat af!’ Hij was meer overtuigd van het bestaan van de duivel dan van God, meende ik. Daar kon ie nog wel eens gelijk in hebben ook.

Schrijven is mijn aflaat. Ik boet voor mijn bestaan. Net goed. Schuldig zijn we, allemaal. Aan de alom gaande verdommenis. Zelfs als je dat eigenlijk niet wil. En geen God die toeziet dat het niet goed gaat.

We moeten het zelf doen. Maar hoe? De oplossing zal moeten komen van de wetenschap. Van wie anders? De wetenschap heeft ons tot hier gebracht. We hebben er de vruchten van geplukt: luxe, calme et volopté, maar het moet anders. Want de natuur kan ons niet heel veel langer lijden. Moeder aarde kan haar kroost straks voeding bieden noch troost geven. Save Our Souls!

Van Marc Schoorl (Wassenaar, 1962) verschenen in onder meer De Gids, Vrij Nederland en De Groene Amsterdammer literaire artikelen en beschouwingen. De laatste tien jaar werkte hij vooral aan zijn ‘grote trilogie’ Autobiografie van een romanpersonage. Deel 1 is Zes broers en een zus dat in december 2020 verscheen. Het werd deels als feuilleton gepubliceerd op Bazarow.com.
Deel 2 en 3 zullen in 2021 verschijnen.


Column Edwin Stok: De veelvoudige ironie van de duurdere boeken, kunst en cultuur

zaterdag, 18 mei 2024

Er schuilt heel wat ironie in de plannen van de rechtse coalitie van Nederland. De BTW op boeken, k...


Tiktok kinderboek: Meester Jesper. De Tiktok Battle

zaterdag, 18 mei 2024

Door Nico Voskamp Meester Jesper is een fenomeen. Op Wikipedia startte hij in 2020 zijn TikTo...


Citaat van de week: Kinderen

vrijdag, 17 mei 2024

"Waar ik wel in geloof, met elke vezel van mijn lichaam, is het kind. Ik geloof in de kansen die ve...


Nieuws: Schrijvers over het nieuwe kabinet

vrijdag, 17 mei 2024

In de kranten en op de socials laten Nederlandse schrijvers zich massaal uit over het nieuwe kabine...