"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Uit de hoek 54: Schrijven is schrappen

zondag, 20 maart 2022

Marc Schoorls brutale vrijplaats

Schrijven is schrappen, luidt het cliché. Maar dat kan toch niet waar zijn? De uiterste consequentie ervan is onvermijdelijk dat er niets op het papier blijft staan. Dat kan de bedoeling niet zijn, dat ìs de bedoeling niet. Spreken mag zilver zijn en zwijgen goud, maar schrijven is geen schrappen. Zoveel is zeker.

Wat is het dan wel? Zich beperken tot noteren van dat wat ertoe doet. Maar dat is vaag en wel rijkelijk vaag. Want wie maakt dat dan uit? Welaan, de schrijver zelf natuurlijk. Al zijn er genoeg die, meegesleept door hun eigen fantasie of lyriek, op hol slaan en maar blijven tetteren. Dostojevski is er zo een. Het heeft ermee te maken dat zijn personages nogal kunnen raaskallen, waarbij er soms heel merkwaardige dingen uitkomen: Dostojevski liep leeg op papier. Het levert uiterst fascinerende literatuur op. Om met Gerard Reve (over zijn eigen boeken) te spreken: ‘Er komt weer geen normaal persoon in.’  Het maakte dat zijn geleerde broer Karel van het Reve, professor in de Slavistiek, de boeken van Dostojevski afwees: zulke lieden bestonden niet (of zouden niet mogen bestaan). Maar ze bestonden in het Rusland van de negentiende eeuw en anno 2022 nog steeds. Zucht.

Te onzent is A.F.Th. van der Heijden een oeverloze auteur, zie ook zijn laatste roman Stemvorken, de 888 pagina’s over de lesbische liefde waarin hij de cycli De tandeloze tijd en Homo duplex doet samenkomen. Bij mij thuis heeft Van der Heijden een eigen nog te lezen stapel, terwijl ik toch een heel end ben. Maar er komt gewoon geen einde aan.

Het Weer Magazine

Terug van wijdbenigheid naar wijdlopigheid. Louis-Ferdinand Céline is een andere delinquent, zeker waar het gaat om zijn latere boeken en dan vooral zijn naoorlogse ‘Duitse’ trilogie met D’un chateau à l’autre, Nord en Rigodon. Die laat geen detail onvermeld en herhaalt ook heel veel. Persoonlijk kon mij die trilogie maar niet boeien.

En zo storen sommige lezers zich aan de herhalingen in het werk van Grunberg. En inderdaad is zijn werk er hier en daar van vergeven. Maar, een heel belangrijke maar: die dienen een doel. Het zijn lang niet altijd letterlijke herhalingen, nee, het zijn nuances: de schrijver tast met die bijna-herhalingen, met die net weer andere woorden de werkelijkheid af, juist om tot de kern te komen. Of om de werkelijkheid te omsingelen.

Schrappen is lastig voor een schrijver, het is als snijden in eigen vlees. Er is geen schrijver die graag ziet dat een redacteur zijn zinnen katapulteert, wegmaait dan wel snoeit. Al kan dat best een beter resultaat opleveren. Redactiewerk heeft iets van plastische chirurgie. Lelijke pukkels worden verwijderd, overtollig vet weggezuiverd en de neus wordt rechtgezet.

Onder invloed van de Amerikaanse roman, misschien wel te beginnen met Hemingway, is de hedendaagse teneur het allemaal zo strak en bondig te houden als maar mogelijk is. Niet de hele waarheid, maar totale efficiency. Dat scheelt namelijk ook in de kosten: hoe dikker een boek, hoe duurder de productie is. Menig uitgever is een schriep. Overigens deed Hemingway het er niet om en ’s mans verhalen zijn meesterlijk, tot en met het onverbeterlijke Zeer Korte Verhaal ‘Te koop: babyschoentjes. Nooit gedragen.’ Daarin schuilt de tragiek van tenminste twee hele levens.

De ware lezer kan het vaak niet dik genoeg zijn. De negentiende-eeuwse  klassieken zijn bijna allemaal aan de (heel) dikke kant. Heerlijk. In zulke boeken verdwijn je. Je betreedt er andere werelden mee en dan niet als verkenning of kennismaking, maar als totaalervaring. Voor een beetje escapist (en wie wil er nou niet aan de echte wereld ontkomen?) is een dikke pil meer dan heilzaam.

Het ligt wel aan het genre. Zo zijn aforismen, het allerkortste literaire genre,  tot de kern teruggebrachte gedachten of idées pures die vaak uit niet meer dan één volzin bestaan. Ook dat is heerlijk. Geen copieus diner maar pure bonbonnerie. Door zo’n boekje – dik zijn ze uit de aard der zaak nooit – ga je stuiterend heen. Maar meestal ben je na een paar bladzijden La Rochefoucauld of Cioran wel verzadigd van al die beknopte levenswijsheden. Of neem Nietzsche, die (‘Ik ben dynamiet’) ontplofte aforismen schreef. Op zulke zinnen moet je kauwen en erover napeinzen.

Kortom, de literatuur is een paleis met meer kamers. Een enorme feestzaal en een benauwde, vaak geheime torenkamer, en verder een keldergewelf en misschien zelfs wel ergens een folterruimte: dat is die waar een wandspiegel hangt waarin de lezer zichzelf herkent. Want alle literatuur is en blijft reflectie. Ja, eigenlijk is ze geen paleis maar een illusiefabriek en bij de uitgang kom je altijd jezelf weer tegen.

Van Marc Schoorl (Wassenaar, 1962) verschenen in onder meer De Gids, Vrij Nederland en De Groene Amsterdammer literaire artikelen en beschouwingen. De laatste tien jaar werkte hij vooral aan zijn ‘grote trilogie’ Autobiografie van een romanpersonage. Deel 1 is Glas in lood, 100 jaar W.F. Hermans.

 

 

 

 


Nieuws: Hebban Thrillerprijs 2024 naar 'De man met duizend gezichten' van Lex Noteboom

maandag, 20 mei 2024

Lex Noteboom wint de Hebban Thrillerprijs 2024, zo is vandaag bekend gemaakt op Radio1. De vakjury...


Nieuws: Jenny Slatman wint Hypatiaprijs 2024 voor beste filosofieboek geschreven door een vrouw

zondag, 19 mei 2024

"Ontzettend blij, trots en vereerd. Ik heb de Hypatiaprijs 2024 gewonnen voor mijn boek Nieuwe lich...


Nieuws: 'Stad der engelen' van Jordan Harper VN-Thriller van het Jaar 2024.  Johnny Bollé wint de Publieksprijs

zondag, 19 mei 2024

De VN-Thrillergids is een jaarlijks must voor elke thrillerliefhebber. In Pakhuis De Zwijger in...


Podcast filosofie: Lisa Herzog over De toekomst van werk

zondag, 19 mei 2024

Aflevering 95 van de ISVW podcast Bart Geeraedts praat in deze podcast met Lisa Herzog over...