"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Column Roeland Dobbelaer: "Herinneringsmachines"

vrijdag, 23 februari 2024

Dichter én schrijver Kees ’t Hart is een verhalenverteller in hart en nieren, zo dacht ik. Het gaat hem om goede verhalen vertellen, niet om je eigen emoties uitventen, zo lijkt het. Volgens De Digitale Bibliotheek van de Nederlandse Letteren moet ’t Hart weinig hebben van realisme in de letteren en al helemaal niet van autobiografisch realisme. Ook zijn nieuwe dichtbundel Het vogelkerkhof kenmerkt zich door dat verhalende, vond ik. Toch zijn een aantal van de voormalige leerlingen uit Klas 4a5 van de Rijksscholen Gemeenschap Purmerend uit 1974, die ’t Hart opvoert in het gedicht De eerste schooldag, terug te vinden op LinkedIn. Ik citeer:

“De bel de bel ik was hun eerste lik op deze eerste dag
Gevangen in de mijne en gegroet toen zij de klas verlieten
Daarna klas 4a5 om 9.05 hun namen zijn Purmerends
Ze zijn voorgoed in mijn agenda blijven staan bij les 2
Nu zijn ze document en poëzie ik ben hun eerste schrijver

“Hans Brok Marijtje Drijfhout Dirk Jung en Elly Licht
Ik noem ze als zegepraal en winst van dit gedicht
Yvonne Kappers en Bert Jan Miedema samen
Met Marjolein Pen Tjitske van der Ploeg Tineke Post
Isabel Pontes Salvador Yvonne van Rongen […]”

In het gedicht vertelt ’t Hart hoe hij zijn tas inpakt, naar school fietst en hoe zijn eerste dag op school verliep. “Poëzie is altijd terugkeer naar een weg waarop men fietst.”
Ik vroeg me af Hans Brok, Marijtje Drijfhout, Dirk Jung, Elly Licht en Marjolein Pen nu echt hebben bestaan. Op LinkedIn kon ik een aantal van hen zonder moeite vinden. Drijfhout en Pen zijn beiden arts geworden. Tijdens Bazarow.LIVE van 24 januari, de poëziespecial samen georganiseerd met poëzietijdschrift Awater bevestigde ’t Hart dat deze leerlingen ook echt bij hem in de klas hebben gezeten. ‘t Hart vertelde dat hij zijn leerlingen nog goed voor zich ziet. Hij wilde deze leerlingen oproepen: “Dat is mijn ritueel.” Hij vindt zijn gedicht niet verhalend, wel episch. “Ik wilde deze leerlingen in een epische setting plaatsen”. In het gesprek vertelt hij met liefde over zijn leerlingen, ze waren belangrijk voor hem.

Kookboeken Nieuws

De namen van zijn leerlingen vond hij terug in zijn schoolagenda’s die hij allemaal heeft bewaard. Die agenda’s zijn “herinneringsmachines” schreef hij me na afloop. “Een dagboek heb ik nooit bijgehouden, die agenda’s vervangen dat.”

Een eerdere versie van dit gedicht, zo liet ’t Hart me weten, Gedicht voor Tanja stond in 1993 in de revisor, “Omdat ergens in de agenda uit 1974 op een of andere dag staat ‘gedicht voor Tanja’.” Ik weet nog dat dit Tanja Heimel was, ik had haar beloofd een gedicht voor haar op te zoeken en mee te nemen, (Tanja is nu vast 62, ze weet dit absoluut niet meer) welk gedicht weet ik niet meer. Zulk soort dingen blijven door mijn hoofd spoken en op een dag ga ik ervoor zitten en krijg je De eerste schooldag.

Venray
Het gedicht van ’t Hart en zijn toelichting maakte grote indruk om me. Dit jaar april is het alweer veertien jaar geleden dan mijn vader Georges Dobbelaer overleed. Hij was in zijn werkende leven leraar Engels aan de MAVO in Venray. Enkele maanden na zijn dood vroeg mijn moeder haar drie nog levende kinderen de zolder op te ruimen. We troffen er tientallen dozen speelgoed aan plus veel oude boeken, veelal Engelse pockets waar mijn vader verslaafd aan was. Ook vond ik een doos met alle lesagenda’s van mijn vader. De oudste dateert van 1958, het jaar dat hij vanuit Zeeuws-Vlaanderen naar Venray kwam om daar les te geven. De laatste agenda is van 1988. 30 jaar onderwijs, 30 jaar honderden kinderen de basisbeginselen van het Engels bijbrengen. Ik kon het onmogelijk over mijn hart krijgen om de agenda’s weg te gooien, het is toch een weerslag van het werkzame leven van mijn vader. Ik besloot ze een plaats in mijn boekenkast te geven.

Pas na het lezen van Kees ’t Harts gedicht De eerste schooldag besloot ik de agenda’s aan een nader onderzoek te onderwerpen. Het opmerkelijke is dat de agenda’s nagenoeg leeg waren. Mijn vader hield er nauwelijks zijn afspraken bij. Toch zijn ze beduimeld en veel gebruikt. Mijn vader gebruikte de agenda’s alleen om er de proefwerkpunten van zijn leerlingen bij te houden, lange lijsten met namen van pubers van toen, met typische Zuid-Nederlandse achternamen zoals Rutten, Houben, Linssen en Geurts.

Zo lees ik bij klas 2 b uit schooljaar 1975-1976:
Carin Arts, Ton Aben, Frans Houben, Rien Jeuken
Toon Loonen, Jacky Oudenhoven, Wilma Rongen
Ronald van de Laar, Trudy Creemers, Gerrie Dinghs,
Ria Huybers, Maria Jacobs, Gonny Janssen, Rima Paulis

Of klas 4a, schooljaar 1978-1979:
Annemie Wismans, Karin Bouley, José Rongen, Mariëtte Aarst
Gerda Breugelmans, Nelly Claessens, Roselie Euwens, Karin Hawinkels,
Susan Hovers, Marion Fleurkens, Marianne van Kempen, Vera Michiels
Lysanne Rutten, Marjo van Vegchel, Hellen van Winden, Angelina Hoedemakers

Waarom ’t Harts gedicht mij zo ontroert?  Het bracht de herinneringen aan mijn vader naar boven. En voor de leerlingen van de MAVO uit die tijd uit Venray hoef ik niet naar LinkedIn uit te wijken om hun bestaan te verifiëren. Een aantal ken ik gewoon en nog steeds. Wie trof ik daar zoal aan? Neem nou Ine Hermus uit klas 3f, schooljaar 1975-1976, een goede vriendin van mijn zus Marjo. Mijn zus vertelde recent dat ze de punten voor Engels van Ine wel eens in de agenda van mijn vader had opgehoogd. En dan Rien Jeuken uit klas 2b 1975-1976. Hij zat in de 1ste van de basisschool al bij mijn moeder in de klas. Later leerde mijn vader hem dus Engels. Na de MAVO ging hij naar de HAVO en daarna naar 5 VWO op scholengemeenschap Jerusalem waar ik ook inmiddels was aanbeland. Hij studeerde later economie en is een van mijn beste vrienden. Rien trouwde met dat meisje Rutten uit klas 4a 1978-1979, deze zomer nu 28 jaar geleden. Met Lyanne heeft hij drie kinderen en ze wonen wisselend in Amsterdam en Gijsteren, dicht bij Venray.

Met Rien loop ik komende jaren naar Santiago. Ik zal daar hier nu en dan wel verslag van doen. Duizenden leraren hebben we en hadden we in Nederland, met duizenden agenda’s en namenlijstjes van hun leerlingen. Achter elke leerling zit een verhaal. Kees ’t Harts gedicht roept deze herinneringen op. Na de poëzieavond schreef hij me: “Ja, ik wilde die dingen en namen allemaal oproepen in het gedicht, hopend dat lezers dat ook zouden doen.” Dat is dus gelukt Kees, Dank!

Roeland Dobbelaer (1962) is filosoof en mediaondernemer. Hij is hoofdredacteur van Bazarow. Sinds 1 oktober 2023 is hij tevens uitgever van de Boekenkrant. Een van zijn leesprojecten is het biografisch lezen: de favoriete boeken lezen van geliefden en vrienden zodat het leven een grote boekenclub isHij schrijf op Bazarow om de week een column.


Tiktok kinderboek: 'Mystery Guest' van Maren Stoffels

zaterdag, 4 mei 2024

Door Nico Voskamp Mirza klimt langs de regenpijp omhoog naar het slaapkamerraam van haar vriendi...


Overzicht: Nieuwe boeken over de Tweede Wereldoorlog

zaterdag, 4 mei 2024

Vandaag is het 4 mei 2024 en herdenken we de slachtoffers onder andere uit de Tweede Wereldoorlog....


Podcast literatuur: De Nieuwe Contrabas 137– De rivaliserende talenten van A.F.Th. van der Heijden

vrijdag, 3 mei 2024

Hans en Chrétien praten over de opmerking van CPNB-directeur Eveline Aendekerk dat "De Nieuwe Cont...


Oproep: Krijg je een boek, geef er twee weg!

vrijdag, 3 mei 2024

Uitgeverij Blossombooks uit Zeist, gespecialiseerd in het uitgeven van boeken voor jongeren, is een...