"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

2020 Kamp Alpha

Donderdag, 9 juli, 2020

Geschreven door: Suzanne Esther
Artikel door: Roelant de By

De actiescènes in het Kamp zijn de sterkste gedeelten van het boek

[Recensie] In deze tijd waar het Corona virus rondspookt, heeft Suzanna Esther een eigen variant op een pandemie geschreven. Het gaat hier over een mutant van de aloude pestbacterie. Dit wordt, in haar versie, niet van mens tot mens overgebracht maar van dier op mens.

Het verhaal begint in een laboratorium waar Warner Rosenboom, een jonge laborant, bepaalde zaken ontdekt waar hij het niet mee eens is. Hij besluit dit wereldkundig te maken door een onthullend interview te geven aan een grote krant. Hij wordt ontslagen, maar direct daarop krijgt hij een aanbod van een groot concern voor een droombaan: eigen laboratorium, nieuwe faciliteiten enz.

Ook wordt er een vrouwelijke tandarts voorgesteld, Sophie Duval. Zij wordt steevast als ‘tandheelkundige’ aangeduid. Dit vind ik een heel vreemd woord: het is een bijvoeglijk naamwoord en zeker geen wettelijk beschermd, zelfstandig naamwoord als ‘tandarts’. Wanneer zij meer interesse krijgt in de politiek dan in haar vak en in haar vriend Arjen, dumpt ze beide.

Verder volgen we de lotgevallen van de eerdergenoemde Arjen en de dakloze Li. Zij hebben namelijk huisdieren en zetten alles op alles om hun dier te houden. Want om de epidemie in te dammen moeten namelijk alle (huis)dieren ingeleverd en vernietigd worden. Wat volgt is een spannende vlucht om aan de machthebbers te ontkomen. Wie is er nog te vertrouwen?

Boekenkrant

Het verhaal heeft nu een wending gekregen die volledig in lijn ligt met The Housemaids Tale. Maar waar bij die serie een duidelijk motief aanwezig is en je de handelingen van de personages misschien niet altijd kunt goedkeuren, maar zeker wel kunt begrijpen, ontbreekt een dergelijke geloofwaardige motivatie in Esthers verhaal. Om egoïstisch, eigenwijs en zelfzuchtig je eigen huisdier te beschermen wanneer deze een mogelijke verspreider van een voor mensen dodelijke ziekte is, is niet meer geloofwaardig. Vraag het maar aan de varkenshouders of pluimveehouders die alles moeten ruimen als er in de buurt van hun bedrijf een ziekte de kop op steekt.

Zo komen we meteen bij het grote probleem van dit boek: de geloofwaardigheid. Esther haalt heel veel uit de kast. Naast The Housemaids Tale komen ook Big Brother en Utopia langs, net als The Stepford Wives (een boek van Ira Levin). Maar alles wordt aangestipt, nergens wordt er dieper op ingegaan. Het boek zwalkt van idee naar actie en dat maakt het ook bijzonder onevenwichtig. Hier had een sterke redactie heel veel goeds kunnen doen. Het huidige redactieteam heeft veel steken laten vallen. Niet alleen grammaticaal, zoals de ’tante Betje’ stijl: maar ook qua opzet, indeling, zwaartepunt en inhoud. Ik zal een voorbeeld geven. Arjen en Li zijn op de vlucht.

Arjen liep flink door. Ze (= Li) bleef een beetje achter. Een vreemde behoefte kwam in haar op. Ze was moe van alles en wilde op het mos tussen de gevallen bladeren gaan liggen. Even niks moeten, alleen maar staren naar de lucht die was te zien tussen de wuivende takken…

Dat Suzanna Esther een spannend verhaal kan schrijven weten we al sinds haar vorige boek, De Stem. De actiescènes in het Kamp zijn de sterkste gedeelten van het boek. Het verhaal als geheel heeft mij niet kunnen overtuigen. Door de onwaarschijnlijke gebeurtenissen en de nog ongeloofwaardiger reactie daarop van de hoofdpersonen kan ik dit boek niet meer dan twee sterren geven.

Eerder verschenen op Perfecte Buren