"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Alex Katz

Donderdag, 10 augustus, 2023

Geschreven door: Suzanne Swarts, Barbara Bos, Marlene Dumans
Artikel door: Chris Reinewald

Bijna eeuwling behoudt frisse blik

[Recensie] Al dik zeven decennia schildert de Amerikaan Alex Katz (1927) elegant gestileerde portretten en landschappen. Ondanks het billboardformaat en dito directe schildertechniek bezit zijn werk de finesse van een miniatuur. Katz streeft naar de sensatie van de eerste blik, zoals te zien is op zijn eerste Nederlandse overzicht in privémuseum Voorlinden. De catalogus volgt de expositieroute.

Het is een misvatting dat figuratieve kunst herkenbaar is en abstract nooit. Neem het tweeluik met een paar op de voor/achter cover van de catalogus. Je herkent weliswaar aan lippen, neuzen, een oor en hoedenranden (die schaduw werpen) dat het een dubbelportret voorstelt maar de compositie is letterlijk verknipt.

Die rigoreuze knip past Katz meer toe: in een strip met blote danseressen, een 6.70 meter breed ‘fries’/groepsportret met mannen van verschillende leeftijden en reeksen gemonteerde portretten van de choreograaf Bill T. Jones.

Kundige kwasthalen
Katz lijkt zich door dat knippen en vergroten van de dwingende herkenbaarheid te bevrijden. Dat zie je als je de schilderijen in het echt van dichtbij bekijkt. Je schuift meteen voorbij de figuratie en ontwaart bijvoorbeeld rake kleurstreepjes onder kaak en kin en kundige kwasthalen die bijna in een meterslange streek een boombast weergeven.

Boekenkrant

De catalogus zoomt een paar keer ook in op enkele schilderijen wat de verwondering vergroot: de brute platheid van twee deels over elkaar “vallende” gezichten van dansers. Of de slechts in rood en groentinten  afgekaderde rozen als het abstracte logica-gedicht van Gertrude Stein: ‘A rose is a rose is a rose.’ 

Dumas en Andriesse
Katz koestert zijn Italo-Amerikaanse vrouw Ada del Moro als privé Mona Lisa met rood gestifte lippen. Blue Umbrella 2 (1972) is, ondanks de tweeënhalf bij drieënhalf meter, zo ingetogen en verstild als een Vermeer. Ada onder een blauwe paraplu, rood-witte shawl om. Regendruppels doorsnijden het beeld, diagonaal van rechtsboven naar linksonder, tegen de (be)kijkrichting in: als op een Japanse prent.

Enkele druppels passeren Ada’s vochtige reebruine ogen. Zijn het haar tranen? Of onze eigen tranen van ontroering?

Icoon nummer twee moet dan Black Hat 2 (2010) zijn: een zomers sixtiesportret van een jonge vrouw met zonnebril en flaphoed op.

Denk het gezicht weg. Wat rest is een dominante donkerblauwe hoedvorm, die als ornament afsteekt tegen de maïsgele achtergrond. Met de abstracte vorm benadert dit beeld de colorfield paintings van Katz’ Amerikaanse collega-kunstenaar Ellsworth Kelly.

Juist hierover voeren de kunstenaars Marlene Dumas (Katz-sceptica) en wijlen haar partner Jan Andriesse (Katz-liefhebber) een in de catalogus geciteerde discussie. Aanleiding is de hard-edge techniek waarmee abstracte of popart kunstenaars vlakken met harde randen afkaderen. Andriesse corrigeert Dumas die Katz ook hard-edge vindt: “Dat is een misverstand. Zijn randen zijn niet hard. Omdat hij nat-in-nat werkt zijn die randen juist zacht.”

Katz is geen veelprater. Even raak als zijn gigaschilderijen zijn de korte citaten waarmee de catalogus is doorspekt, zoals:

“Eeuwigheid bestaat in enkele minuten van absoluut bewustzijn. Schilderen, als het goed uitpakt, lijkt een kunstmatige weerspiegeling van deze staat.”

Ingrijpend andere versie van een omslagartikel in Museumtijdschrift 0423

Expositie: Alex Katz, t/m 1 oktober 2023, Voorlinden, Buurtweg 90, Wassenaar. www.voorlinden.nl. Geen Museumkaart-korting