"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Alfa Amerika

Vrijdag, 17 maart, 2006

Geschreven door: Jan van Loy
Artikel door: Pieter Wybenga

The American Dream: een onaangenaam ontwaken

The American Dream. Het is voor Europeanen wellicht meer iets van voorbije dagen. De Verenigde Staten staan hier langzamerhand meer bekend om conservatisme, godsdienstige bekrompenheid en machtswellust dan als het land van ongekende mogelijkheden waar dromen werkelijkheid worden. Maar in Alfa Amerika, de tweede roman van de Vlaming Jan van Loy, schitteren de stars and stripes nog aan de horizonten van vier Europese dromers.

Vier Vlamingen om precies te zijn, die zich los willen maken van de bekrompen Belgische burgerij om hun American Dream te verwezenlijken. De cover spreekt wat dat betreft boekdelen: het Amerikaanse continent, waar Latijns-Amerika plaats heeft moeten maken voor België dat als een blok aan het superieure, Amerikaanse been hangt. Dit laatste informeert de lezer bovendien direct hoe het de Vlaamse avonturiers zal vergaan: als een hinderlijk obstakel zal hun Belgische komaf hun dromen dwarszitten. Daarnaast werkt de zelfdestructieve wijze waarop de vier met alle macht hun idealen nastreven bepaald niet in hun voordeel. Het wordt voor alle vier een onaangenaam ontwaken.

In het eerste verhaal, ‘Manhattan on the Left Bank’, gaat het de Vlaming Peter O’Neill in eerste instantie nog goed af, op Wallstreet. Maar als de steenrijke aandelenspeculant zijn thuisstad Antwerpen wil omtoveren tot een klein New York aan de Schelde stuit hij op de onwil van zijn kleinzielige landgenoten. Zijn in razendsnel uit de grond gestampte wijk vol wolkenkrabbers blijft onbewoond.

Eddie Eijkelboom, leadzanger van The Jet-Cats vergaat het niet veel beter. In ‘De Trein der Tranen’, lezen we hoe zijn band de definitieve doorbraak maar niet weet te maken in de Verenigde Staten. De grootste dwarsliggers hierbij zijn Eijkelbooms bandgenoten die liever terug naar België gaan, terug naar hun vriendinnen.

Boekenkrant

Het derde verhaal brengt ons Johnny Vanhees, een undercoveragent die zijn belevenissen in de onderwereld omvormt tot filmscript in de hoop het in Hollywood helemaal te gaan maken. Aan het einde van deze thriller met postmoderne trekken – er zijn meerdere verhaallagen, en de lezer weet aan het einde niet meer wat er werkelijk is en wat niet – wordt één ding duidelijk: de aspirant scenarioschrijver blijft in België. Of toch niet?

Het laatste verhaal, ‘Pornologie’, bouwt voort op het Amerikaanse credo ‘sex sells’. Televisieproducent Christian Michiels probeert met sterk afnemend succes de Belg aan de buis te kluisteren met vrouwelijk naakt. Van Loy voegt op het einde van ‘Pornologie’ nog een nieuwe verhaallijn in: een gefrustreerde vader ziet in een pornofilmpje ineens zijn bloedeigen dochter optreden. Hij vermoordt de maker van het filmpje.

Van Loy heeft met Alfa Amerika een opmerkelijke roman afgeleverd. Opmerkelijk, omdat de vorm en inhoud moeilijk te scharen vallen onder het kopje ‘traditionele literatuur’. In Alfa Amerika staan geen karakterontwikkelingen centraal die met gebeurtenissen zijn omlijst die hierop van invloed zijn. De vertelvorm in alle verhalen heeft namelijk meer weg van een documentaire. In Alfa Amerika draait het om het verhaal dat een thema en moraal moet verwoorden. De karakters zijn figuranten in het uiteenzetten van dat thema en die moraal: resp. the American Dream en het niet los kunnen komen van de bekrompen Belgische burgerij. De verhalen worden bovendien verteld aan de hand van ondermeer fictieve krantenberichten, interviews en politieverhoren.

Een te verwachten gevolg is dat de karakters eendimensionaal blijven. Voor sommigen wellicht een gemis, maar deze verrassende aanpak kan juist ook veel bewondering wekken. Volgens Arjen Fortuin (‘Met de blik op ons allen’ in: NRC Handelsblad 3/2/2006) is het zelfs een belangrijke reden waarom Van Loy’s tweede boek op de longlist van de Libris Literatuur Prijs staat. Daarnaast heeft Van Loy het met Alfa Amerika al tot de shortlist van de Gouden Uil geschopt trouwens.

Voorzover de originele aanpak dit gebrek aan diepgang bij de verschillende personages niet compenseert, is Van Loy’s akelig goed ontwikkelde schrijverstalent dat uit Alfa Amerika naar voren komt een prima poetsdoek om het laatste smetje van het blazoen te vegen. De verhalen gaan razendsnel, elke pagina bevat belangrijke gebeurtenissen die de lezer aan het papier doen plakken. De documentairestijl is daarbij in de eerste twee verhalen zo geloofwaardig gebracht dat de lezer de neiging heeft om de geschiedenisboekjes erop na te slaan of er niet stiekem toch, wellicht maar even, een wolkenkrabberwijk heeft bestaan aan de linkeroever van de Schelde en of de Jet-Cats niet inderdaad hun 15 minutes of fame hebben gekend. Dat dit element helaas ontbreekt aan de laatste twee verhalen is jammer. Maar zelfs in deze verhalen toont Van Loy een schrijverskunnen waar velen jaloers op mogen zijn.


Eerder verschenen op Recensieweb


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Veertig jaar liefde

Ik, Hollywood

Alfa Amerika

Alfa Amerika