"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Alleen de bergen zijn mijn vrienden

Dinsdag, 13 juni, 2023

Geschreven door: Behrouz Boochani
Artikel door: Marnix Verplancke

Vluchtelingen in Australië

Zes jaar lang zat de Iraans-Koerdische vluchteling Behrouz Boochani gevangen in een Australisch kamp op het eiland Manus. Hij schreef er een boek en maakte er een film, allebei met behulp van zijn oude gsm. “Het kamp is intussen al jaren dicht, maar steeds meer Europese landen adopteren het Australische systeem.”

[Interview] “Smokkelaars zijn goede mensen,” zegt hij, “of slechte, het hangt er maar vanaf vanuit welke positie je het bekijkt. Voor mij waren ze alleszins goed, ze hebben me Iran uit geholpen. Het is een gecompliceerd verhaal, want er zitten ook misdadigers tussen natuurlijk. Maar ik bekijk het vanuit humanitair standpunt.”

Tien jaar geleden vluchtte Behrouz Boochani van Iran naar Australië. Als een van de stichters van het Koerdische blad Werya en lid van de verboden Koerdische Democratische Partij voelde hij het iets te heet worden onder zijn voeten. De kantoren van Werya waren door de Iraanse Revolutionaire Garde ondersteboven gehaald, waarbij alle aanwezige journalisten werden gearresteerd. Boochani was er niet bij, maar hij wist dat hij al langer in het vizier liep van de Iraanse autoriteiten, en dus dook hij onder. Tot een vriend hem een paar maanden later in contact bracht met een mensensmokkelaar die hem voor 5000 dollar naar Indonesië en indien gewenst naar Australië kon brengen. 

Zo kwam hij op een bootje terecht dat in de zomer van 2013 door de Australische marine werd opgepikt, jammer genoeg vier dagen nadat Operation Sovereign Borders van start was gegaan, een door militairen uitgevoerd grensbewakingsprogramma dat een strikte zero-tolerance tegenover vluchtelingenbootjes inhield. Geen enkel bootje zou nog op de Australische kust aankomen, en dus ook geen enkele vluchteling. Die zouden allemaal afgevoerd worden naar Manus en Nauru, twee eilanden die tot Papoea-Nieuw-Guinea behoren. Zo ook Boochani die op Manus in de Fox-gevangenis terechtkwam, waar vierhonderd mensen op elkaar gepropt zaten op een oppervlakte van nog geen voetbalveld. Het was een bruisende heksenketel waar uitgehongerde en steeds luidruchtiger wordende vluchtelingen uitzinnig door elkaar liepen. Nergens was er stilte, nergens rust. Als je stilstond, werd je door de stroom meegesleurd. Alleen de toiletten boden een uitkomst, daar kon je je even afzonderen, om te denken, jezelf te snijden of uiteindelijk zelfmoord te plegen. 

Boekenkrant

De gevangenis was georganiseerd als een kyriarchisch systeem, aldus Boochani in Alleen de bergen zijn mijn vrienden, het boek dat hij tijdens zijn gevangenschap op een oude gsm schreef en in stukken en brokken via WhatsApp naar zijn vriend Omid Tofighian stuurde, die ze meteen naar het Engels vertaalde, een systeem gericht op onderdrukking, overheersing en onderwerping dus. Op Manus begon dit met het depersonaliseren en dehumaniseren van de gevangenen. Boochani werd MEG45. Vervolgens werden de verschillende etnische groepen tegen elkaar opgezet, zodat ze niet in de bewakers, maar wel in de andere gevangenen hun vijanden zouden zien. Onophoudelijk werden er ook nieuwe en volstrekt nutteloze regels ingevoerd, en de geestelijke stabiliteit van de vluchtelingen werd ondermijnd door op willekeurige momenten de elektriciteit uit te schakelen, of het lauwe water dat ze te drinken kregen eens te vervangen door fris vruchtensap. Hoop geven en deze meteen daarna weer ondermijnen, als je het lang genoeg volhoudt, krijg je iedereen gek. Boochani bleef in in het gevangenkamp, en maakte er – alweer met behulp van zijn gsm – de documentaire Chauka, Please Tell Us the Time, tot dit eind 2017 gesloten werd, maar ook toen kwam er geen einde aan zijn beproeving. Omdat hij geen reisdocumenten had kon hij Manus immers niet verlaten. Het eiland zelf was zijn gevangenis geworden. Pas twee jaar later kreeg hij toestemming om naar Nieuw-Zeeland te reizen, waar hij de laatste vier jaar zijn kruistocht tegen het Australische migratiesysteem heeft voortgezet, samen met een aantal academici, wat aanleiding heeft gegeven tot een nieuw boek, Freedom, Only Freedom, The Prison Writings of Behrouz Boochani. “In feite speelt mijn persoonlijk verhaal geen enkele rol,” zegt hij over wat hem het voorbije decennium is overkomen, “veel belangrijker is het om het over alle vluchtelingen te hebben die door Australië onterecht ontmenselijkt en gevangen gezet zijn. Ik stond niet alleen met mijn verzet. Dat was collectief.” 

Wat was het ergste van het gevangenkamp op Manus, dat je als een crimineel werd behandeld, terwijl je geen misdaad had begaan?

“Het was zelfs nog erger dan een gevangenis. De winkel was maar een paar uur per dag open, waardoor er lange rijen ontstonden. Hetzelfde gebeurde voor de dokter, terwijl die net zo goed wat langer had kunnen blijven. Jarenlang iedere dag uren moeten aanschuiven om eten te krijgen gaat op den duur op je psyche inwerken. Net zoals constant in het oog gehouden worden met camera’s. Er werden heel wat regels ingevoerd gewoon voor het invoeren zelf, niet omdat die enige functie hadden. Een aantal mensen pleegde zelfmoord. Het was een tragedie die perfect vermeden had kunnen worden. En dan was er nog de onzekerheid. We kregen nooit te horen hoelang we in die gevangenis zouden moeten blijven. Jarenlang met honderden mannen zo dicht op elkaar leven leidt automatisch tot geweld. Vrouwen en gezinnen waren er op Manus niet, die zaten op Nauru. Er werkten wel vrouwen in het gevangenkamp, maar die werden vrijwel altijd uit onze buurt gehouden. Alleen al het zien van een vrouw deed iets met ons.” 

Volgens Australië dienden jullie om anderen ervan te weerhouden om ook de oversteek te maken, als afschrikking dus.

“Zo voelden wij het alleszins niet. Dat waren gewoon leugens. De voornaamste reden waarom die boten tegengehouden werden was niet om de mensen erop naar de eilanden te brengen. Dat gebeurde slechts sporadisch. Over het algemeen werden ze onderschept en teruggestuurd naar Indonesië. De boodschap verspreiden dat je in een gevangenkamp zou belanden, klopte niet met de realiteit. Wij zaten daar niet om invloed te hebben op mogelijke vluchtelingen, maar wel op de Australische bevolking. We zaten daar omwille van binnenlandse politieke redenen. Kijk eens hoe wij omgaan met die vluchtelingen, was het idee erachter, als het aan ons ligt zal er niet geprofiteerd worden van de Australische staat. Bovendien was het hele systeem corrupt. Er werd een hele gevangenisindustrie uitgebouwd waarvan een aantal privébedrijven schatrijk geworden zijn. In totaal is er 14 miljard dollar uitgegeven aan beveiligingsfirma’s en private ziekenzorg.”

Het hele systeem werd dus niet door de overheid gerund, maar wel door privéfirma’s? Hadden die geen problemen met wat ze verondersteld werden te doen, het jarenlang opsluiten van onschuldige mensen?

“Nee, voor Paladin of G4S was het een job als een andere. Ze schakelden de lokale bevolking in en betaalden een paar dollar per uur. De meeste winst werd nog gemaakt door het bedrijf dat instond voor medische bijstand, want die kwam er gewoon niet of heel weinig.”

Het voelt kolonialistisch aan natuurlijk: je exporteert je probleem naar een arme buurnatie en daarmee is het opgelost?

“Het is inderdaad een klassiek voorbeeld van kolonialisme. De lokale bevolking van Manus is nooit gevraagd of zij akkoord ging met het openen van een gevangenkamp op het eiland. Na verloop van tijd had die dus schoon genoeg van ons, zeker nadat het kamp na vier jaar dichtging maar wij niet van het eiland weg mochten. Er werd gewoon een contract gesloten met lokale politici die misschien wel een en ander onder de tafel toegestopt hebben gekregen. In de wijze waarop Australië omging met de aboriginals zie je een parallel met hoe het met vluchtelingen omgaat.”

U koppelt het kamp inderdaad aan het lot van de aboriginals, de lgbtq+-gemeenschap en zelfs dat van de Koerden.

“Omdat die allemaal onderdrukt worden door hetzelfde systeem. Vandaag vechten de Iraanse Koerden nog steeds tegen het regime, en jammer genoeg ook tegen elkaar. De Koerden zien zichzelf niet als slachtoffers, maar eerder als de brengers van democratische waarden in het Midden-Oosten. Het huidige verzet tegen de vrouwvijandige aard van het Iraanse regime is begonnen in Koerdistan. Onze geschiedenis zit vol genocide en tragedie, maar ook vol kennis over de juiste manier om je te verzetten. Ook in Turkije kiezen de Koerden steevast de progressieve kant en komen ze daardoor in botsing met de overheid. Mijn onderdrukking op Manus was dus een voortzetting van die van mijn volk in Iran en Turkije.” 

Ook Groot-Brittannië is van plan om zijn vluchtelingen in het buitenland onder te brengen, in Rwanda. Herkenbaar?

“En opnieuw wordt beweerd dat de vluchtelingenbootjes anders niet te stoppen zijn. Je ziet hetzelfde taalgebruik. Echt verrassend vind ik dit niet, ik heb dat jaren geleden al voorspeld. In 2016 kwamen een aantal Deense politici op werkbezoek in het kamp van Nauru. Ze wilden zien hoe het werkte en waren blijkbaar wel overtuigd, want ze maakten er hun eigen kleine versie van. In 2018 keurden ze het plan goed om honderd veroordeelde asielzoekers gevangen te zetten op het piepkleine eiland Lindholm. De Australische premier Tony Abbott heeft het systeem ook gepromoot tijdens een officieel bezoek aan Groot-Brittannië. En je ziet inderdaad dat dit land, momenteel eenzelfde kolonialistische vluchtelingenpolitiek voert met Rwanda in de rol van Papoea-Nieuw-Guinea.” 

Met dat verschil dat het Britse Labour in tegenstelling tot het Australische hiertegen oppositie voert toch?

“In Australië wilde Labor nog flinkser zijn dan de Liberal Party die toen aan de macht was. Wij zouden nog een stukje verder gaan, was de boodschap die ze soms leek te willen uitdragen.” 

Zien we de houding tegenover vluchtelingen niet verharden? Tien jaar geleden waren pushbacks onbespreekbaar. Nu worden ze gewoon uitgevoerd, zowel in de EU als in de VS. Bevinden we ons op een hellend vlak?

“Ongetwijfeld. Hier worden fundamentele principes overboord gezet. Het gaat immers niet alleen om pushbacks, maar ook om het criminaliseren van hulp. Wanneer je op de Middellandse Zee mensen redt, word je steeds vaker als een misdadiger beschouwd. Terwijl anderen helpen toch een plicht zou moeten zijn? Stel je voor dat je op straat iemand in nood ziet, dan help je die toch? Dat is toch fundamenteel? Ik denk niet dat we ooit eerder zo’n criminalisering van hulpverleners hebben gezien in de menselijke geschiedenis. Zo’n beleid gaat niet alleen in tegen de menselijkheid, het brengt ook de democratie in gevaar omdat het ruimte geeft aan populisten die angst verspreiden, mensen manipuleren, alleen nog over nationale veiligheid spreken en daar gewoon zelf hun profijt mee willen doen. Dat hun politiek de democratie uitholt, kan hen blijkbaar niet schelen. Ik heb gezien hoe dit in Australië werkte, en nu zie ik hier in Europa hetzelfde.” 

Hoe is de situatie momenteel in Australië?

“Er zitten nog steeds zeventig van de eerste vluchtelingen in Port Moresby, de hoofdstad van Papoea-Nieuw-Guinea en op Nauru nog dertig. Die zitten daar dus al tien jaar. De Liberal Party heeft de recentste verkiezingen verloren. Labor is daardoor aan de macht. Het zegt het beter te doen, maar veel zekerheid biedt die partij vluchtelingen evenmin. Veel mensen leven nog steeds in onzekerheid over hun toekomst.” 

En wat gebeurt er met nieuwe bootvluchtelingen die aankomen?

“Die worden teruggestuurd. Op dat vlak is er niets veranderd.”

En toch horen we daar niet veel over in de media. 

“De Australische mainstream media zijn veelal in handen van Rupert Murdoch. Onafhankelijke media zijn er bijna niet. Je hebt The Guardian en The Saturday Paper, die in de vuurlinie kwamen te liggen van de rechtse pers omdat ze het opnamen voor de vluchtelingen en daardoor fel verzwakt zijn.” 

Moeten journalisten activistischer zijn, met het risico dat hen subjectiviteit wordt verweten?

“Mijn probleem met hedendaagse media is hun taalgebruik, dat ze weigeren in te gaan tegen de propaganda van overheidswege. Bovendien brengen ze gewoon wat de overheid hen aanlevert. Journalisten kregen geen toegang tot Manus. Wanneer er een dode viel, brachten de media de officiële verklaring zonder daar vraagtekens bij te plaatsen. Dat is makkelijk, het gaat snel en het ontslaat je van iedere verantwoordelijkheid. Je ziet dat ook in de berichtgeving over Iran. Dat is een dictatuur, die kun je niet vertrouwen, maar veel media doen dat toch. Balochistan is een opstandige provincie in het zuidoosten van Iran. De Balochi’s, een apart volk, eisen meer autonomie. Onlangs kwamen ze op straat om te protesteren en reageerde de Iraanse Revolutionaire Garde daar heel gewelddadig op. Er vielen 98 doden. Associated Press bracht er een verhaal over op basis van wat het officiële Iraanse persagentschap IRNA erover meldde. Dus wat kwam er in het nieuws? Dat Balochi-separatisten een politiekantoor hadden aangevallen en daarbij twintig agenten hadden gedood, een bericht dat daarna door heel wat andere media klakkeloos werd overgenomen.”

Maar die media hebben je wel beroemd gemaakt. Stel dat je opnieuw zou kunnen beginnen en je de keuze kreeg tussen een anonieme vluchteling zijn in Europa of een beroemde in Nieuw-Zeeland, wat zou je dat kiezen? 

“Het eerste natuurlijk, want dit avontuur heeft me zes jaar van mijn leven gekost.” 

Eerder verschenen in De Morgen