"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie: Anathema’s 3

Woensdag, 6 december, 2023

Geschreven door: Rudy Kousbroek
Artikel door: Quis leget haec?

Anathema’s 3 van Rudy Kousbroek is een vrij logisch vervolg op Anathema’s 2 en 1

Ik schijn de delen met tussenpozen van drie jaar ter hand te nemen. Geen idee waarom. Tot nu toe heb ik mij aardig vermaakt met deze delen en dat is ook wel met dit deel het geval, maar we hebben het wel over Anathema’s 3. Aandachtige lezers weten nog dat ik in mijn bespreking van Het vliegenboek van Jeroen Brouwers al aangaf dat ik hier blijkbaar met de stofkam doorheen moest. Ik kom er op terug.

De wereld, Revisme, Stijl, Taal, Muziek, Essenties en Verzamelingen
Kousbroek heeft in dit deel zijn verhalen ondergebracht in een aantal delen met de titels De wereld, Revisme, Stijl, Taal, Muziek, Essenties en Verzamelingen. Vooral die eerste is lekker algemeen en bevat verhalen over diverse onderwerpen. Het is altijd leuk als hij er op de eerste pagina met gestrekt been ingaat;

“Sport – het is niet een barmhartige waarheid, en er wordt vaak omheen gepraat, maar er is nu eenmaal niets aan te doen – sport is voor imbecielen.”

Het kan zwoegend Nederland maar gezegd worden. De soep wordt niet zo heet gegeten als opgediend, het is meer een beschouwing om te delen in de macht van de overwinnaar. Direct daarna gaat Kousbroek over op de kwestie van een vrije artsenkeuze. Als u een arts uit moet kiezen, zoals wanneer u in een nieuwe gemeente komt te wonen na een verhuizing, dient u daar zorgvuldig mee om te gaan. Artsen met namen als Graf, Dooyeweert, Kerkhof, Slagter, de Vilder etc. horen al af te vallen en een informeel gesprek met mogelijke kandidaten is aan te raden;

Boekenkrant

“Hoe lang bent u al in het vak? Welke krant leest u? Ongeneeslijke krankzinnigheid in de familie?…bent u gepromoveerd, en zo ja waarop? Vertelt u eens in uw eigen woorden waarom u denkt dat u geschikt bent voor deze positie?”

Hopeloos gedateerd
Dit boek is voor het eerst uitgegeven in 1971 en toen lag Nederland volgens Kousbroek helemaal vol met tapijt. Dat zou ook typisch iets van ons land zijn, want waar de Nederlandse huiskamers voor 85% met tapijt zouden zijn volgelegd was dat in West-Duitsland slechts 25%. Het zijn cijfers waar we nu weinig meer mee kunnen, in die zin is dit boekje hopeloos gedateerd. Volgens Kousbroek hebben wij een neiging tot het bedekken van oppervlaktes die er naar onze begrippen ‘kaal’ uitzien. Hij weet zelfs hoe de schrijver Elias Canetti hier over denkt:

“Elias Canetti zou het zonder aarzelen verklaren uit de vlakheid van het Nederlandse landschap, het ontbreken van bergen en rotsvlaktes daarin: als gevolg daarvan, zou hij zeggen, is de aanblik van oneffenheden voor Nederlanders verontrustend, en zij proberen ze aan het oog te onttrekken, om het ‘netjes’ te maken.”

Geen idee hoe Kousbroek aan deze wijsheid komt maar het zij hem vergeven. Er volgen nog een paar mooie verhalen in de andere delen over Gerard Reve als soldaat en een draconische Franse vertaling van zijn beroemde boek De Avonden en over de moderne auto (let wel, 1971 hè) en zijn instrumentarium;

“Een autodashboard doet steeds meer denken aan de instrumenten die voor bepaalde proeven met bavianen en chimpansees worden gebruikt. Het ogenblik is niet ver meer dat de juiste beslissing van de automobilist uitgelokt zal worden met behulp van een kleine beloning: als hij op de goede knop drukt krijgt hij een banaan.”

Hilarisch
Er volgt nog een hilarisch verhaal waar hij met een middelgrote vrachtwagen klem komt te zitten in een ondergrondse parkeergarage, maar dan gaan we over tot wat serieuzere kost, namelijk zijn herinneringen en artikelen met betrekking tot Nederlands-Indië, de Jappenkampen en zijn herinneringen daaraan.

Kousbroek poneert allerlei stellingen die hem door de bevolking en door Jeroen Brouwers niet in dank worden afgenomen. Waar ik in dit artikel vergevingsgezind was, is Brouwers dat geenszins. Hij schrijft in zijn Vliegenboek;

“Heeft Kousbroek zelf die geschiedenis bestudeerd? Best wel…zij het best wel op zijn manier: zéér syndromatisch, zoals uit het vervolg zal blijken. Natuurlijk was het in die Jappenkampen verschrikkelijk, dat weet Kousbroek ook wel, maat zó verschrikkelijk nu ook weer niet. Hijzelf, bijvoorbeeld, vond het op kostschool een stuk onaangenamer dan in het Jappenkamp.”

U begrijpt dat dit nog even doorgaat. Toch is het een interessant deel. Het gaat ook over de schuldvraag van keizer Hirohito, die, zoals we nu weten, wel op de hoogte was van de wreedheden maar weinig in de melk te brokkelen had.

Nog wat luchtiger verhalen dan. U wilt lezen over de theogonie van het toeval. Goddelijke krachten die twee los van elkaar staande gebeurtenissen bij elkaar brengen, maar waarvan je instinctief voelt dat ze onmogelijk toevallig kunnen zijn. Zo is er het onuitsprekelijke mysterie van de hymne Onward Christian Soldiers, gecomponeerd door predikant Sabine Baring-Gould. Los daarvan was er Lloyd George, Engels premier tijdens de Eerste Wereldoorlog. Toen de hymne werd gecomponeerd kan Baring-Gould niet gehoord hebben van Lloyd George, die toen een kleuter was. Maar…het is een feit dat de hymne Onward Christian Soldiers volledig gezongen kan worden met de steeds opnieuw herhaalde woorden:

“Lloyd George knew my father,
Father knew Lloyd George.”



Een versie die in Engeland (althans in 1971) wel tegen het sluitingsuur van de pubs gehoord wordt. Volgens Kousbroek kan zoiets geen toeval zijn, het had nooit gewerkt als Lloyd George Lloyd Triestino had geheten. Uiteraard kunt u het controleren, hier de hymne en hier de melodie van Lloyd George. Ik snap dat u hier even van moet bijkomen maar ik hoop dat dit alles een beeld geeft van dit toch vermakelijke boek van 170 pagina’s.

Ook verschenen op Casakoen

Boeken van deze Auteur: