"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Apocalypsofie

Zondag, 25 juni, 2023

Geschreven door: Lisa Doeland
Artikel door: Marnix Verplancke

We moeten ons overgeven aan het apocalyptische denken

[Recensie] “Waarom wil China een put van 10.000 meter in de aardkorst boren?” luidde de kop van een kort VRT-nieuwbericht een paar weken geleden. Gaat het om wetenschappelijk onderzoek of om olie- of gaswinning? Het is niet duidelijk, maar het heeft vast niets van doen met wat professor Challenger, het hoofdpersonage uit Arthur Conan Doyles uit 1925 daterende verhaal When the World Screamed, voor ogen had toen hij met een reusachtige boormachine de aarde penetreerde: aantonen dat het een levend organisme is dat pijn voelt. 

Afvalsoep
Vandaag gaat de boor de andere kant op, schrijft de Nederlandse filosoof Lisa Doeland in Apocalypsofie. De klimaatverandering, de afvalsoep op de oceanen, het verdwijnen van het Amazonewoud en het steeds schaarser worden van insecten boren zich een weg doorheen ons bewustzijn en maken duidelijk dat het anders moet. Maar hoe dan? Alvast niet door de introductie van een circulaire economie, groene groei of groen kapitalisme, aldus Doeland, die vijf jaar geleden over de filosofische aspecten van afval schreef in de essaybundel Onszelf voorbij. Want al bij al beloven die niets anders dan meer van hetzelfde, de illusie dat we ons bestel alleen maar wat moeten bijschaven en aldus onze welvaart kunnen behouden. Maar recyclage vergt energie en is eindig, en alle kobalt-, lithium- en nikkelmijnen ondergraven hun eigen propere beloftes. 

Een mens zou er een klimaatdepressie van krijgen en in doemdenken verzinken, maar alles beter dan een Freudiaanse Verleugnung waarbij we zeggen dat we perfect weten wat ons te doen staat, en het toch niet doen. Nee, we moeten er doorheen, en ons overgeven aan het apocalyptische denken. 

Boekenkast
Ook al heeft haar Apocalypsofie veel weg van een omgevallen boekenkast, inclusief een paar banden van Lacan en Derrida, toch weet Doeland over het algemeen haar gedachten klaar en duidelijk te formuleren. Waar ze aanvankelijk de fatalistische toer op lijkt te gaan en je vermoedt dat haar boek zal eindigen met de conclusie dat alleen een collectieve zelfmoord ons kan redden, blijkt ze halverwege toch bereid de onwetendheid en het compromis een kans te geven. Natuurlijk is vlees eten fout, schrijft ze, maar ook planten sterven om ons voedsel te worden. Het komt er dus op aan ethisch goed te eten en te beseffen dat we op ons eentje de wereld niet zullen redden. We moeten geen profeet zijn die de grenzen van de groei ziet en pleit voor vertraging, noch een tovenaar die een oplossing ziet in de versnelling en meer technologie, maar wel een voddenraper, die de brokken opraapt die van de wagen van de geschiedenis vallen en er nog iets mee probeert te maken. Ook in het ecologische denken heeft het einde van de grote verhalen ingang gevonden. 

Sociologie Magazine

Eerder verschenen in Knack