"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Beste vrienden

Vrijdag, 28 april, 2023

Geschreven door: Kamila Shamsie
Artikel door: Ansuya Spreksel

Een vriendschap vormt de leidraad in een roman bomvol interessante en actuele thema’s

[Recensie] Zo nu en dan lees je een roman die achteraf gezien, nadat je hem al een tijdje geleden hebt dichtgeslagen, in je herinnering alleen maar beter lijkt te worden; alsof die ergens achter in je hersenpan als een peer in een fruitschaal heeft liggen rijpen. Beste Vrienden is ook zo’n roman. Het is geen boek dat tijdens het lezen opvalt vanwege stijl, sterke dialogen of mooie beelden, maar het zit wel zeer doordacht en vernuftig in elkaar: de beklemmende sfeer die om de personages heen hangt, de rijkheid aan thema’s, en de wijze waarop verschillende politieke en sociale dimensies vakkundig met elkaar verknoopt zijn maken het tot een indrukwekkend boek. Het is eveneens een boek waarop de twee beroemde adagio’s van Hermans en Tjechov (die van de mus en de revolver) van toepassing zijn, wat het recenseren ervan een hachelijke onderneming maakt; een boek waarover je veel zou kunnen zeggen, maar niet zonder spoilers weg te geven. Daarvoor zijn plot en karakterontwikkeling te zeer met elkaar verweven – ondanks de talrijke onderwerpen die het boek ter discussie stelt. Dit maakt dat de personages zelf helaas – zeker in het tweede deel – ook de prototypes van een bepaalde visie dreigen te worden, eerder spandoeken die een mening verkondigen dan mensen van vlees en bloed, met alle twijfels en ambiguïteiten die mens-eigen zijn.

Antigone
Kamila Shamsie (1973) werd geboren in Pakistan, studeerde Creative Writing in New York en Massachusetts en woont tegenwoordig afwisselend in Londen en Pakistan, de twee locaties waar de verschillende delen van deze roman zich afspelen. Van haar eerdere romans is vooral Huis in brand, waarmee ze de Women’s Prize for Fiction won en die tevens genomineerd werd voor de Booker Prize, bekend. In die roman – een moderne hervertelling van Antigone – over de familieverhouding tussen twee zussen, eveneens naar Groot-Brittannië geëmigreerde Pakistanen, en een broer die geronseld wordt door de IS, onderzocht Shamsie de manier waarop het persoonlijke het politieke beïnvloedt en vice versa; een thema dat eveneens als fundering dienstdoet voor deze nieuwe roman. Maar waar het in Huis in brand om familierelaties ging, koos ze ditmaal voor een bijzondere vriendschap, en hoe rek- en weerbaar deze is onder invloed van allerlei politieke en sociale invloeden en gebeurtenissen.

Zahra en Maryam, die opgroeien in Karachi in de jaren tachtig, zijn al zo lang hartsvriendinnen zijn dat ze zich niet eens meer precies herinneren hoe en wanneer hun band ontstaan is – de een leerde de ander haar veters te strikken, tot zover rijkt het geheugen nog. Wanneer de roman begint zijn ze echter veertien en zien elkaar voor het eerst terug na een lange zomervakantie die de rijke Maryam bij haar welvarende familie in Londen heeft doorgebracht, terwijl Zahra, die uit een minder vermogende familie afkomstig is, deze gewoon in Karachi heeft doorgebracht – al moet daarbij meteen vermeld worden dat voor de ‘bevoorrechte’ westerse lezer absoluut niets ‘gewoon’ is aan deze tijd en plaats. Het land zucht onder het corrupte dictatorschap van Generaal Zia, waarin aanslagen en terreur tot de orde van alledag behoren. Zo lijkt het althans voor deze tieners te gelden, die niet opkijken van een ontploffende autobom vlak bij hun school, privéchauffeurs hebben die zo nodig even het pistool in hun broekriem tevoorschijn halen, en wiens ommuurde woningen constant bewaakt worden.

Een decor van corruptie, geweld èn George Michael
Tienervriendschappen zijn een dankbaar onderwerp in de literatuur, zeker meisjesvriendschappen. Het is een levensfase waarin je jezelf begint te ontdekken, vaak op een licht beschamende en verwarrende manier, die voor volwassenen verborgen gehouden dient te worden en alleen gedeeld en begrepen kan worden door die ene hartsvriendin. Zeker in het Pakistan van 1988, en hoewel de meisjes vrij beschermd en afgezonderd opgroeien, is het geweld alomtegenwoordig. En dan zijn er nog die verlekkerde mannenblikken. Hoe het is om in de constante dreiging en angst te leven, is voor hen vooral iets dat doordringt in de taal – beiden hebben een ontwikkeld oor voor de ‘subtekst’ die doorklinkt in een uitspraak, als een ondertiteling, wat alleen al treffend is omdat niets – geen gebaar, geen uitspraak – in Karachi overeenkomt met wat er in eerste instantie mee gesuggereerd lijkt te worden. Hun talent om die omfloerste omgangsregels die ze voornamelijk detecteren in het gedrag van volwassenen is grappig genoeg waarschijnlijk ten dele ook het resultaat van Westerse culturele invloeden uit films, muziek en boeken. De vele door Shamsie duidelijk met plezier aangehaalde referenties aan de Westerse cultuur waartoe de meer geprivilegieerden toegang hebben, zoals George Michael, the Pet Shop Boys en films als the Breakfast Club, schetsen niet alleen een universeel herkenbaar tijdsbeeld, maar dienen ook als belangrijke ijkpunten voor de vriendschap tussen Maryam en Zahra. Het is iets wat ze samen delen en dat de lezer meteen de eigen pubertijd zal doen herinneren. Dit maakt mede dat de strubbelingen van het veertien jaar zijn en de hobbels die daarmee gepaard gaan universeel en voor elke lezer herkenbaar zijn, ook al worden ze ervaren ze in een wereld die verstikkend en doodeng overkomt. Voor tieners staan uiteindelijk toch de aandacht van de leukere jongens in de klas, een bemoeierige klasgenote kwijtraken en het halen van hoge cijfers op de voorgrond Aanvankelijk lijken de politieke gebeurtenissen eerder het decor van het drama dan de kern – iets dat in het tweede deel eerder omgekeerd het geval is.

Yoga Magazine

Opgroeien en een vrouwenlichaam ontwikkelen betekent echter dat ze plotseling opgemerkt worden door mannen, en het is aan henzelf om ervoor te zorgen dat ze deze niet tot ongewenste acties verleiden. Ze blijven uit de buurt van koffiehuizen die bevolkt worden door enkel mannen, dienen hun vrouwelijke vormen te bedekken en kunnen niet alleen over straat.

Die eerste dag na de zomervakantie is ook het startsein van de eerste zichtbare en onderhuidse veranderingen die maken dat ze uit elkaar beginnen te groeien, ook al vormen ze tegelijkertijd voor elkaar een soort baken van betrouwbaarheid en standvastigheid. Maryam ontwikkelt eerder vrouwelijke vormen en trekt daarmee ongewild de aandacht van het andere geslacht naar zich toe, waar ze zich in het geheim aan ergert en voor schaamt (ze voelt zich ‘een doelwit’) terwijl de slungelige Zahra (ze noemen elkaar ook wel gekscherend Stan en Ollie) met argusogen toekijkt. Het liefst zou zij de aandacht trekken van Hammad, met wie Maryam bij wijze van ‘dates’ geheime afspraakjes van vijf minuten in een videotheek heeft, met haar privéchauffeur voor de ingang op de uitkijk. Zelfs in deze situaties wordt de invloed van klasse subtiel blootgelegd: de niet-gekopieerde videobanden liggen achter de toonbank, enkel beschikbaar voor de geprivilegieerde klanten. Zahra maakt onderwijl kennis met de schaamte die vrouwelijkheid in haar land met zich meebrengt wanneer ze door een medewerker in een supermarkt openlijk berispt wordt voor het ‘te opzichtig’ kopen van maandverband.
Naast die uiterlijke veranderingen, de eerste tekenen van jaloezie en de eerste geheimen die ze voor elkaar hebben, ontstaat er een discrepantie tussen de manier waarop ze over hun toekomst nadenken. Waar hun vriendschap vooralsnog ongevoelig was voor het verschil in klasse waartoe ze behoren, krijgen de verschillen in privilege en invloed meer zwaarte. Zahra, die op school beschouwd wordt als de serieuzere, intelligentere leerling die een beurs in de wacht zal slepen om in de VS of het Verenigd Koninkrijk te gaan studeren, is de dochter van een bij het volk populaire tv-sportjournalist en een lerares. Maryam, nakomeling en oogappel van een grootvader – bijgenaamd de Patriarch – over wiens imperium van “lederwaren voor de hogere klasse” ze ooit de scepter verwacht te gaan zwaaien, voelt minder druk om te excelleren en lijkt minder gedreven.
“Denk je dat iedereen een doel heeft in dit leven, of verzinnen we er een opdat we ons niet irrelevant hoeven te voelen?” vraagt Zahra Maryam op zeker moment. ‘Ze [Maryam] wist niet welk deel van de vraag ze het minst begreep: ‘doel’ of ‘irrelevant’. Ze had het wel geprobeerd, bijvoorbeeld door te zeggen dat ze het familiebedrijf internationaal wilde uitbreiden, maar Zahra had met gefronste wenkbrauwen tegengeworpen: dat is ambitie, dat is geen doel.’’ Dit soort gesprekjes blijken vooruitwijzingen naar hun latere levens.

Onderdrukking
Hoewel elk ogenschijnlijk detail wel een rol speelt, zijn drie gebeurtenissen bepalend voor wie en wat ze later zullen worden.
In het eerste deel worden ze allebei direct geconfronteerd met de uitwerking van macht en onderdrukking, maar vanuit twee zeer verschillende gezichtspunten. Maryam vangt een glimp op van de wijze waarop haar grootvader met een ongehoorzame werknemers laat afrekenen. Zahra’s vader daarentegen krijgt te maken met een gezant van Zia zelf, en komt daarmee noodgedwongen voor de keuze tussen veiligheid en overtuigingen te staan.
Zo lijkt Maryam de les te leren dat je jezelf kunt en moet veiligstellen door de macht naar je toe te trekken en dat het leven een kwestie is van eten of gegeten worden, terwijl Zahra juist leert dat je je tegen die onderdrukking moet verzetten – welke prijs je daarvoor persoonlijk ook zult moeten betalen.

Dan volgt de tweede omslag wanneer de dodelijke aanslag op Zia plaatsvindt en tot ieders grote vreugde en ongeloof een vijfendertigjarige vrouw tot president verkozen wordt. Op dat moment beseffen de vriendinnen dat het tij soms kan keren en de macht plotseling in handen van een andere partij kan liggen – ja, zelfs van een jonge vrouw. Een gebeurtenis als een paradigmaverschuiving in hun belevingswereld, die wellicht ook bijdraagt aan de derde en meest ingrijpende gebeurtenis. Die vindt plaats wanneer ze na een schoolfeestje op initiatief van een van hen in ‘de verkeerde auto’ stappen; zo’n auto met geblindeerde ramen waarvoor ze altijd gewaarschuwd zijn; waarin alles met een vrouw ongezien gedaan kan worden. Het is deze rit, en de afwikkeling ervan, die ervoor zorgt dat hun wegen zich voorlopig zullen scheiden en die hun levensloop grotendeels zal bepalen.

Vriendschap versus rivaliteit
Alles wat er in het eerste deel is voorgevallen vindt zijn weerklank in het tweede, middels de tegenovergestelde richtingen die zowel op carrièregebied en in hun privéleven opgegaan zijn. Op basis van hun verschillende ervaringen als tieners, begrijp je helemaal waarom Zahra de polemische, oproer kraaiende mediapersoonlijkheid is geworden die het opneemt voor slachtoffers van wetsregelingen of politieke beslissingen, terwijl Maryam daarentegen meer de schaduw opereert, maar desondanks een machtige positie bekleedt als Tech ondernemer met een eigen bedrijf dat voornamelijk winst maakt met Imaji, een app met gezichtsherkenningsfunctie.

Enerzijds excelleert Shamsie op het gebied van uitzonderlijk goed doordachte karakterstudies. Die zorgvuldig opgezette bildungs-verhaallijn heeft echter als keerzijde dat Zahra en Maryam je als volwassenen eigenlijk nooit weten te verrassen. Alles wat er gedaan, gezegd en gedacht wordt is zo verklaarbaar vanuit het verleden, en de onopgeloste, achtergelaten ‘kwestie’ vraagt zo duidelijk om een vervolg, dat alle wegen regelrecht naar Rome leiden. Je ziet de ontknoping al van mijlenver aankomen, en de enige vraag die nog een zekere spanning geeft, is of hun vriendschap die confrontatie al dan niet gaat overleven.
Het is alsof ze in de tussenliggende jaren als twintigers en dertigers niets meegemaakt hebben dat hen heeft gevormd of hun ideeën heeft ontwikkeld, en ze vanuit het eerste deel linea recta de volwassenheid in gekatapulteerd zijn. Al hun beslissingen krijgen vooral een functie als tegenstelling van die van de ander omdat ze zo lijnrecht tegenover elkaar staan. Ze lijken zelden aan enige vorm van ambiguïteit en vertwijfeling te lijden en dreigen wat eendimensionaal te worden.
Zo is het bijvoorbeeld ongeloofwaardig dat Maryam geen enkele last lijkt te hebben van wroeging of twijfel wanneer een tienermeisje een zelfmoordpoging doet nadat ze het slachtoffer is geworden van pesterijen op Imaji. Zoals haar grootvader haar leerde, moet je soms een ander benadelen om jezelf en je naasten veilig te stellen. Daarvoor heb je macht, privileges en de juiste connecties nodig. De gezichtsherkenningsapps en andere technologische ontwikkelingen zijn voor haar de middelen om zich van die veiligheid te verzekeren. Haar idee van veiligheid en gerechtigheid wordt gedicteerd door het idee dat wanneer elke misdadiger traceerbaar is, alles gefilmd kan worden, niemand zomaar vrijuit kan gaan. Terwijl Zarah juist een fel tegenstander is van overheidscontrole, die zij beschouwt als de eerste zaadjes waaruit een dictatuur kan groeien. Door zowel de overheid als burgers de mogelijkheid te geven alles en iedereen te kunnen filmen en identificeren, wordt iedereen een potentieel doelwit. Zo’n wereld verschilt niet eens zo heel veel van het Pakistan uit haar jeugd, waarin de welvarenden – en vooral de mannen- overal mee wegkwamen, terwijl de armeren en zeker vrouwen eerder slachtoffer werden. Zij heeft cliënten en kennissen die direct het slachtoffer worden van het gebruik van de gezichtsherkennings-app.
Wanneer een Britse staatsburger vervolgens een ‘aanslag’ pleegt met een zak stront (jawel, dat doet ons aan een recent voorval denken) onder het uiten van racistische taal, en een client van Zahra die immigrant is de man in een opwelling een stomp verkoopt, zijn de consequenties voor die eerste nihil, maar voor de ander desastreus. Wanneer Maryam bovendien een deal sluit met dezelfde regering waar Zahra zo’n felle kritiek op heeft, lijkt verwijdering tussen de twee onafwendbaar.
En toch zijn hun tegengestelde visies ondergeschikt aan hun jarenlange vriendschap en wederzijdse genegenheid. Hun vriendschap heeft bijna iets heiligs en lijkt elk geschil en tegengestelde levensvisie te overstijgen, omdat deze ook hun enige toegangspoort is naar een gedeelde afkomst, een gedeeld verleden. Los van de lezer zien alleen zij in de ander het meisje in de vrouw. Al staan ze in hun huidige leven haast lijnrecht tegenover elkaar, hun band is het kostbare relikwie van een gedeeld verleden.
Maar wanneer er ten langen leste twee figuren uit de coulissen tevoorschijn komen die het verleden opnieuw doen herleven– en de kans zich voordoet om zich alsnog te wreken, komen ze noodgedwongen tegenover elkaar te staan, waardoor de vraag waar hun loyaliteit in de eerste plaats ligt niet kan uitblijven.

Napolitaanse romans
Het zijn waarschijnlijk ook die thema’s – de invloed van afkomst en sociale klasse en de weerslag daarvan op iemands levensloop en relaties, ambitie, liefde en rivaliteit in vriendschap – die maken dat het boek wel vergeleken wordt met de Napolitaanse romans van Ferrante. De wijze waarop Shamsie toont hoe een enkele ondoordachte beslissing een reeks gebeurtenissen in gang kan zetten die grote gevolgen hebben (zeker wanneer je geen vaste verblijfsvergunning hebt) doet qua thematiek echter ook aan het werk van Ian McEwan denken. De volwassen Zahra en Maryam missen alleen iets wat Briony Tallis uit McEwan’s Atonement en Lila en Lenu uit de Napolitaanse romans wel hebben: ook op latere leeftijd zijn ze weliswaar getekend door hun jeugd, maar ze ontstijgen die jeugd ook; ze veranderen, hebben twijfels.
Hoe strak de lijnen ook van tevoren aangespannen lijken te zijn, het verhaal zou wellicht beter tot zijn recht zijn gekomen in een constructie waarin de lezer juist gaandeweg stukje bij beetje zou ontdekken hoe Maryam en Zahra geworden zijn wie ze zijn. Nu is het eerste deel toch een stuk invoelbaarder, verrassender en levendiger dan het tweede, waardoor het boek een beetje uit het lood hangt.

Daar staat tegenover dat dit boek op een geweldige, beklemmende manier invoelbaar en aanschouwelijk maakt hoe het is om in een dictatuur op te groeien. Shamsie doet dat zonder dat ze haar personages aan afschrikwekkende traumatische gebeurtenissen blootstelt; ze heeft geen Hanya Yanigihara-methode nodig om te laten zien hoe levensbepalend het kan zijn om op te groeien onder een alomtegenwoordig gevoel van angst en dreiging. Daar staat wel tegenover dat ze soms wat geloofwaardigheid moet inleveren. Dat Generaal Zia bijvoorbeeld heel toevallig om het leven komt op de avond van de voor Zahra’s vader levensbedreigende cricket tv-uitzending, is wel heel erg toevallig. Maar de grootste meerwaarde van dit boek is dat zowel de opgroeiperikelen en het vaak ongemakkelijke sociale middelbare schoolleven, waarbij vriendschappen en eerste liefdes allesbepalend zijn als de ervaring van het leven in een corrupte, gewelddadige monocratie waarbinnen vrijheid niet bestaat en je altijd op je hoede moet zijn en op je woorden moet letten, sterk beschreven zijn. Alleen al daarom zouden zeker jongeren dit boek moeten lezen. Dat Shamsie daarnaast ook nog overtuigend laat zien hoe kwetsbaar het leven van een migrant in Europa is, en dat elke kleine misstap tot gevolg kan hebben dat je op het vliegtuig huiswaarts wordt gezet, is een andere grote verdienste. In een recent interview vertelde Shamsie dat ze, sinds ze over een Brits paspoort beschikt, zelf ook kritischer over het Europese immigratiebeleid durft te schrijven. Haar leerlingen wil ze vooral meegeven zich niet te laten tegenhouden door angst. Zodoende zal ze volgens haar eigen criteria dankzij dat paspoort een betere auteur geworden zijn.

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow

Boeken van deze Auteur:

Huis in brand