"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Carrièrepatiënt

Donderdag, 24 december, 2020

Geschreven door: Martijn van Duivenboden
Artikel door: Piet Halma

Over een patiëntenleven waar maar geen einde aan komt

[Recensie] Martijn van Duivenboden weet wat carrière maken is. Zijn liefde voor muziek en theater leidde al op 35-jarige leeftijd tot een benoeming als directeur van een poppodium en filmtheater. Deze carrière werd plots onderbroken om plaats te maken voor een nieuwe uitdaging: omgaan met acute leukemie. Maar even snel als in het maatschappelijk leven maakte hij ook hier carrière. Ontkenning werkte niet; er uiteindelijk aan toegeven wel. We volgen hem in het proces van stamceltransplantatie, waarbij ook hier een chronische afstotingsreactie én een aanrijding in het verkeer roet in het eten gooien.  

Van zijn hand verschenen al diverse blogs in Hematon Magazine.  

Uit deze blogs en nu in het boek Carrièrepatiënt blijkt een grenzeloos optimisme om alles wat je overkomt een plek te geven. Martijn doet dat met talloze verwijzingen naar muziek die hem inspireert, maar ook naar inzichten die hij heeft opgedaan bij filosofen. De vraag die hij stelt is: “Wat nu als het leven je keer op keer een levensbedreigende knal voor je kop geeft?”

Dit boek is daarom een inspiratie voor mensen die zelf te maken kregen met tegenslagen in het leven. Enerzijds om te accepteren waar toch niks aan te veranderen valt en anderzijds om op te pakken wat je wel kunt doen en wat jou inspireert. Dat er in zijn gezin een kindje geboren werd waar hij nu alle aandacht aan kan geven is heel bijzonder. De prettige en toegankelijke schrijfstijl nemen je gemakkelijk mee in zijn verhaal.  

Foodlog

Overleven en sterker worden is de rode draad in zijn leven geworden. Zijn levenslessen kunnen van grote betekenis zijn voor lotgenoten die aan het begin van een ziektecarrière staan of er al middenin zitten.  

In een epiloog schrijft Van Duivenboden: “Mijn dood probeer ik in mijn dagelijkse leven toe te laten, want als een gewoonte, zoals de ziekte dat is geworden, is het iets waar ik niet erg bang voor hoef te zijn. Maar wat moest ik van ver komen om dit te zien, om pijn te verduren, om telkens weet terug te veren.”

Eerder verschenen in Hematon Magazine