"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie religie: De aarde en de hemel trouw blijven

Vrijdag, 12 januari, 2024

Geschreven door: Ad van der Dussen
Artikel door: Evert van der Veen

Verbinding bewaren

“In dit boek wil ik u, lezer, uitnodigen om van het leven te genieten en voluit aards te zijn, en tegelijk een leven te leiden in verantwoordelijkheid en met aandacht voor hogere waarden”, zo opent Ad van der Dussen in zijn inleiding.

In dit boek zoekt hij naar een balans tussen het leven als christen in het hier en nu en daarbij tevens datgene wat komt en nu nog verborgen is in het oog te houden.

In het persoonlijk getinte boek zoekt de auteur naar een balans tussen aarde en hemel: “nu eens met aandacht voor de vreugdevolle omgang met de aardse en materiële werkelijkheid, dan weer focussend op de spirituele en morele aspecten, en op het perspectief van een nieuwe schepping” (p. 29).

Bonhoeffer
Ad van der Dussen beroept zich op theologen als Van Ruler, Miskotte en Bonhoeffer die ieder de goddelijke waarde van de schepping accentueren in hun theologie.

Geschiedenis Magazine

Hij citeert woorden van Bonhoeffer die leefde in de eerste helft van de 20e eeuw en omkwam in een concentratiekamp: ‘Om het duidelijk te zeggen, dat een man in de armen van zijn vrouw zou moeten verlangen naar het andere leven, is, zacht gezegd, een smakeloosheid en in ieder geval niet Gods wil. We moeten God vinden en liefhebben in wat Hij ons geeft; als God ons wil laten genieten van een overweldigend aards geluk, dan moeten we niet vromer willen zijn dan God” (p. 47 – 48).

Dat is voor die tijd best een opmerkelijke uitspraak die wel goed de essentie van dit boek weergeeft. We mogen het aardse leven in dank van God ontvangen omdat het zijn zegen ontvangt. De aardsheid van het Oude Testament, waarin het menselijk leven in al zijn dimensies naar voren komt, is dan ook een belangrijke bron van inspiratie.

De verbinding tussen aarde en hemel is dan een waardevolle gedachte in dit boek al kan ik mij minder vinden in het beschrijven van de ‘genademiddelen’ die Ad van der Dussen noemt – avondmaal, zegen, lofprijzing, prediking – om God in het hier en nu te ontmoeten. Het klinkt hier allemaal wat klassiek en hooggegrepen voor veel mensen.

In de lijn van zijn betoog hadden mij de schepping, cultuur en esthetiek, liefde en goedheid tussen mensen meer voor de hand gelegen als wegen waarlangs mensen op aarde iets van het hemelse ervaren. Veel mensen ervaren juist in deze aspecten Gods inspirerende nabijheid en voelen zich hierin even opgetild uit het alledaagse.

Dat is ook de sfeer van het lied van Jan Wit dat wordt geciteerd: “ ’t Is alles een gelijkenis van meer dan aardse geheimenis… Laat dan mijn hart U toebehoren en laat mij door de wereld gaan met open ogen, open oren om al uw tekens te verstaan” (p. 99).

In het laatste hoofdstuk Het voorlaatste wordt een levendig en herkenbaar beeld van het alledaagse leven geschetst van een lenteachtige zaterdagmorgen in een Nederlands provinciestadje (p. 216). Mooi is ook de nabeschouwing van Ad van der Dussen bij een Bossche Bol waarin hij zelf de balans probeert te zoeken tussen datgene wat hij in dit boek heeft beschreven met als slotsom dat hij er nog niet uit is.

Ad van der Dussen is emeritus predikant en was docent aan de Nederlands Gereformeerde Predikantenopleiding en aan de Theologische Universiteit van Kampen en Utrecht.

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow