"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De goede voorouder

Zondag, 23 januari, 2022

Geschreven door: Roman Krznaric
Artikel door: Lenna Bartens

Zijn we een goede voorouder?

[Recensie] Onze maatschappij lijkt wel overspoeld door kortetermijndenken: we leven in een economie die continu op zoek is naar groei, menig politicus denkt nauwelijks verder dan de volgende verkiezingen en onze eigen aandacht gaat al te vaak slechts uit naar onze smartphones. In het boek De goede voorouder stelt cultuurhistoricus Roman Krznaric dat we op de rand van een afgrond staan en dat het noodzakelijk is onze maatschappij in te richten op langetermijndenken. Zo houden we onze toekomst leefbaar.

Een gekoloniseerde toekomst
In 1955 had Jonas Salk met zijn collega’s na tien jaar onderzoek het eerste werkende vaccin tegen polio ontwikkeld. Polio maakte destijds een half miljoen slachtoffers per jaar, dus dit was een belangrijke doorbraak. De motivatie van Salk was nobel, zijn motief was niet faam of rijkdom maar enkel het helpen van de mensheid. Op latere leeftijd stelde Salk dat die gedachte niet enkel gold voor de huidige aardbewoners, maar ook voor toekomstige generaties. De belangrijkste vraag die we volgens Salk moeten stellen is: “Zijn wij goede voorouders?”. Deze vraag is het uitgangspunt van Krznaric’ boek. Kortetermijndenken is doorgedrongen in alle facetten van onze maatschappij.

Krznaric noemt onze tijd zelfs “het tijdperk van de tirannie van het nu”. Het probleem hiervan, stelt hij, is dat wij de toekomst koloniseren. “We behandelen de toekomst als een afgelegen koloniale buitenpost waar geen ziel woont, waar we ongehinderd technologische risico’s kunnen nemen, vrijelijk kernafval kunnen dumpen, ons ongestraft te buiten kunnen gaan aan ecologische verloedering en naar hartenlust kunnen plunderen”. Wij zijn enkel gericht op onze eigen levens en de optimalisatie daarvan, maar we staan volgens Krznaric te weinig stil bij het feit dat onze handelingen invloed hebben op toekomstige generaties.

Marshmallow- en eikelbrein
Maar dat langetermijndenken, kunnen we dat eigenlijk wel? Het tirannieke kortetermijndenken heeft niet voor niets de overhand. Dit is wat Krznaric het ‘marshmallowbrein’ noemt, naar de test van psycholoog Walter Mischel. Kinderen (van 4 tot 6 jaar) kregen een marshmallow voor zich en werden alleen gelaten in een kamer. Als ze vijftien minuten van dat snoepje af konden blijven zouden ze een tweede erbij krijgen. Twee derde van die kinderen kon de verleiding niet weerstaan. Het marshmallowbrein is verslavingsgevoelig en uit op onmiddellijke bevrediging. Dit brein, wat ook nog aanwezig is bij volwassen, vertelt ons om veel en vaak te eten en direct weg te rennen bij gevaar. Het is gericht op het hier en nu. Maar dit brein past slecht bij de ‘krankzinnige overvloed van de hedendaagse materiële cultuur’, aldus Krznaric. Gelukkig hebben we ook een eikelbrein, ons langetermijndenken. Dat begon bij de landbouwrevolutie, toen mensen bedachten zaadjes in de grond te steken in plaats van het voedsel direct te consumeren. Volgens een nieuwe wetenschapstak, prospect psychology, is dit langetermijndenken wat ons onderscheidt van dieren. Eekhoorntjes leggen bijvoorbeeld ook een voorraad aan, maar zij doen dit instinctief als de dagen korter worden. Plannen maken en vooruitdenken is een unieke menselijke eigenschap, maar die is nog redelijk jong. De eerste hersenen ontstonden 500 miljoen jaar geleden, maar vanaf twee miljoen jaar geleden heeft zich pas de frontale kwab ontwikkeld waarin ook dit eikelbrein zich bevindt. Vandaar dat het volgens Krznaric nog onderontwikkeld is en dat ons marshmallowbrein overheerst.

Boekenkrant

Hoewel Krznaric deze theorie bespreekt met neurowetenschapper Morten Kringelbach is deze laatste conclusie nogal speculatief en voorbarig. Dat onze frontale kwab zich niet al te lang geleden pas heeft ontwikkeld betekent niet per definitie dat wij daarvoor niet in staat waren tot langetermijndenken. Zijn benamingen zorgen ook voor een wat simplistisch beeld. Hoe kunnen we een goede voorouder worden? Knarzic stelt aan het begin van het boek dat langetermijndenken nauwelijks is onderzocht en dat het zich in een ‘intellectueel vacuüm’ bevindt. Dat is een interessante vaststelling, maar filosofisch gezien vult Krznaric dit concept nauwelijks in. Het grootste deel van het boek bestaat uit zes manieren om langetermijndenken te cultiveren. Dit doet hij opvolgen door drie manieren waarop men langetermijndenken al in de praktijk brengt op de gebieden van economie, politiek en cultuur. Krznaric stelt dan ook aan het begin van het boek dat het een ‘interdisciplinaire reis’ is waarin moraalfilosofische, antropologische en culturele perspectieven aan bod komen. Door het boek heen merk je Krznaric’ achtergrond als een van de oprichters van The School of Life, een organisatie die op een (te) toegankelijke manier filosofische en psychologische onderwerpen aanbiedt. Hierdoor voelt het af en toe alsof hij wat veel je hand vasthoudt, en door de structuur van het boek overduidelijk te maken dwaalt je interesse snel wat af. Sommige punten die Krznaric maakt zijn ook wat minder sterk, zoals wanneer hij je geest met een gedachte-experiment langs familieleden uit je verleden en de toekomst laat leiden. Op deze manier zouden we tot een meer ‘transcendent idee van nalatenschap’ komen. Ik vind het al te simplistisch voorgesteld. Krznaric’ boek is doordrongen van aankondigingen over het dringen van de tijd, maar toch is Krznaric niet pessimistisch. Een overzicht van initiatieven die op politiek, cultureel en economisch vlak al plaatsvinden biedt hoop. Finland heeft bijvoorbeeld een parlementaire commissie voor de toekomst, die kijkt naar de effecten van overheidsbeleid op toekomstige generaties. En uit sommige gebeurtenissen uit het verleden blijkt dat wij wel degelijk in staat zijn tot indrukwekkend langetermijndenken. Krznaric noemt bijvoorbeeld het herbebossingsproject van Japan in 1760 nadat men nagenoeg alle bomen daar had gekapt, of het rioleringsproject van Londen na de Great Stink in 1858.

Krznaric begint zijn boek met te stellen dat het begrip ‘langetermijndenken’ binnen de filosofie nooit is onderzocht. In dit boek vult hij dit begrip filosofisch gezien helaas niet in. Krznaric heeft te veel hooi op zijn vork genomen, waardoor hij uiteindelijk niet iets echt vernieuwends zegt. Een focus vanuit een discipline had waarschijnlijk meer opgeleverd. Het boek doet meer aan als een overzicht van het begrip ‘langetermijndenken’ vanuit ontzettend veel verschillende disciplines, zonder ergens echt de diepte in te gaan. Wel zet het je aan het denken over de rol van langetermijndenken in onze maatschappij en is het een goede aanzet tot meer filosofische onderbouwing voor het concept.

Eerder verschenen in ifilosofie