"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De kleermaaksters van Auschwitz

Woensdag, 15 maart, 2023

Geschreven door: Lucy Adlington
Artikel door: Evert van der Veen

Vrouwen in de Holocaust

[Recensie] “Hoe zou je het ook moeten geloven?” Met die woorden van de laatste nog in leven zijnde vrouw, die als kleermaakster in Auschwitz werkte, opent dit bijzondere boek. Zij werkte in de Obere Nähstube, het kleermakersatelier dat in het concentratiekamp gevestigd was.

Het bijzondere van dit boek De kleermaaksters van Auschwitz is de nadruk op kleding en vrouwen tijdens het nationaal socialisme. “Mode is de enige echte macht – de sterkste van allemaal”, aldus Traudl Junge, secretaresse van Hitler die hem hierin citeert (p. 40). Kleding benadrukte het verschil tussen gevangenen en bewakers.

Dit boek beschrijft het atelier, enkele vrouwen die daar werkten en de Joodse cultuur. Kleding werd gesorteerd voor hergebruik: “Elk kledingstuk dat in Kanada (= bijnaam voor de opslagloodsen voor kleding) werd gesorteerd was een bewijs van massamoord” (p. 182).

De kledingbranche in de jaren voor de oorlog en modezaken in Parijs, Praag en Berlijn komen ter sprake. Ook kleding ontkomt niet aan de groeiende invloed van het nazisme: “Achteraf gezien waren de tekenen van dreigend onheil al aanwezig: blijken van afkeuring van bepaalde dameskleding als deel van een breder beleid om de publieke opinie te beïnvloeden, de mode-industrie te beheersen en Joden te onteigenen”(p. 53). Kleding krijgt het ADEFA keurmerk: Arbeitsgemeinschaft deutsch-arischer Fabrikanten der Bekleidungsindustrie”. In de Kristallnacht in november 1938 werden Joodse mode- en stoffenzaken geplunderd.

Boekenkrant

Maatkleding
Het wrange in dit boek is dat de Joden enerzijds werden vermoord maar tegelijk werden gebruikt om vrouwen van SS-ers van fraaie maatkleding te voorzien. Met subtiele ironie komt dit schrijnende contrast naar voren in dit boek. Men had hun vakkennis ‘gewoon’ nodig omdat er vanwege de anti-joodse terreur een tekort aan coupeuses was, een vak dat door veel Joodse vrouwen werd uitgeoefend. Onder de bestellingen waren “de belangrijkste namen in nazi-Duitsland”.

Indrukwekkend in dit boek is de beschrijving van massa-executies waarbij mensen zich eerst moesten uitkleden en de ontkleding die aan de gaskamers vooraf ging. De specifieke positie van vrouwen komt naar voren in de menstruatie en het kaalscheren van hoofd en schaamstreek. Het haar werd gewassen en boven de ovens gedroogd voor hergebruik.

Schrijnend is de beschrijving van de luxueuze leefwijze van SS’ers in hun woningen bij Auschwitz. De positie van hun vrouwen krijgt hierbij nadruk en de vraag – die moeilijk afdoende kan worden beantwoord – is óf en in welke mate zij hebben geweten van hetgeen er zich in Auschwitz afspeelde. Dat zij níets wisten, lijkt niet logisch.

De vrouwen in het naai-atelier waren wél op de hoogte van de genocide. “We wisten alles” en: “De zomermaanden van 1944 waren rood van het bloed”. (p. 276) zijn enkele veelzeggende getuigenissen.

Begin 1945 wordt concentratiekamp Auschwitz vanwege de oprukkende Russische troepen ontruimd en dan begint het gruwelijke slot van de zogenaamde dodenmarsen. Na de Duitse overgave vond de Entnazifizierung van kleding plaats, bij Joden en nazi’s.

De kleermaaksters van Auschwitz is een waardevolle aanvulling op de lange rij van boeken over de Tweede Wereldoorlog omdat de schrijfster vrouwen en hun specifieke leed belicht.

Lucy Adlington is een Brits schrijfster en historica met als specialisatie kleding. Zij schreef eerder Great War Fashion: Tales from the History Wardrobe en Fashion: Women in World War One.

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow