"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De madonna van de bergen

Vrijdag, 30 juni, 2023

Geschreven door: Elise Valmorbida
Artikel door: Kathy Vastesaeger

De kracht van vrouwen in oorlogstijd

[Recensie] Deze schrijfster was mij niet bekend, de kennismaking was aangenaam. Dit boek is het eerste dat in het Nederlands werd vertaald. De roman is gebaseerd op haar eigen familiegeschiedenis.

We schrijven 1923, Noord-Italië, Maria Vittoria is 25. Ze woont, samen met haar familie, in een arm bergdorpje. Eigenlijk is ze te oud om nog te huwen. Toch vindt haar vader een geschikte echtgenoot – jawel, de vaders kiezen hier de bruiden voor hun dochters – en Maria huwt met Achille. Ze trekt in bij zijn familie. Haar moeder geeft haar, als huwelijkscadeau, het beeld van de Madonna van de Bergen mee. Maria zal blijven knielen en bidden voor de Madonna, ze praat met haar, krijgt altijd antwoord. De Madonna is een soort van geweten, een aansporing om het goede te doen. Knappe vondst, ware het niet dat de devotie me soms stoorde.

“Je hebt niet nagedacht, mijn rijpe vrouw. Ik heb je niet horen bidden. Je gaat niet eens fatsoenlijk te biecht, jij doortrapte onkruidplukster, jij heimelijke wolvin in schaapskleren. Je hebt te veel geheimen. Er zit zoveel bedrog in je dat de pastoor zou sterven als hij het hoorde. […] Maar je kunt je reputatie niet hergebruiken, niet zonder extreme straf en berouw, niet na deze drie maanden van zonde.”

Verraad op de loer
1928. Maria en Achille runnen een kruidenierswinkel in Fosso. De zaken gaan goed, hun levensstandaard is aardig opgekrikt. Ze hebben een zoon, Primo, en een babydochtertje Amelia, het leven lacht hen toe. Maar het fascisme van Mussolini laat zich steeds meer gelden. Iedereen kan iedereen verraden, regels worden voortdurend aangepast. Maria is erg op haar hoede. De vier kinderen – Primo, Amelia, en jongste zonen Arsenio en Cecilio – moeten hard meewerken.

Boekenkrant

1936. Alchille wordt verraden en gevangen gezet wegens “onthouden van graan aan de distributievoorraad”, de zwarte markt dus. Maria moet de winkel draaiend houden en vier kindermonden voeden. Neef Duilio, zwarthemd van de ergste soort, werd vroeger afgewezen door Maria. De wrok is al die tijd blijven sluimeren. Amelia krijgt een (seksuele) relatie met Duilio, in ruil voor voedsel en bescherming. De dorpelingen roddelen, ze speelt een gevaarlijk spel. Italië heeft een akkoord gesloten met nazi Duitsland. De oorlog breekt uit.

1942. Het land verkeert in hongersnood. Maar “iedereen moet eten”, zegt Maria. Wanneer fascisten èn partizanen haar winkel leeg plunderen, zit ook zij aan de grond. Haar gezin overleeft op een dieet van aardappelen, slakken, hagedissen en wilde kruiden. Duilio heeft tbc, ook deze hulpbron is uitgeput. Maria is moe en angstig. De situatie is erg penibel, maar ze moet blijven vechten voor haar gezin.

Verwijten
1944. Achille komt terug naar huis. Zijn rol als man in huis is ingepikt door Primo, die hem bedreigt als hij Maria, uit frustratie, wil slaan. Het jongste dochtertje, Bruna, heeft waarschijnlijk tbc, ze krijgt het Heilig Oliesel toegediend. Duilio blijft Maria bedreigen, zij moet naar hem toe komen als hij terugkeert naar Fosso. Achille heeft zo z’n vermoedens, de verwijten slaan haar om de oren. De nazi’s hebben Noord-Italië bezet en een verdedigingswal gebouwd, De Gotische Linie.

“Ze betalen hun Reichsmarken, bankbiljetten met adelaars en gebouwen, zinken munten met een gat in het midden. Nog meer adelaars. En hakenkruisen. […] Als ze vertrekken, fluit een van hen een wijsje. Iemand zegt buon appetito. Iemand zegt dat hij zin heeft om op Joden te schieten.”

Bombardementen leggen ganse steden plat. De geallieerden rukken op naar het noorden, ook hun bommen treffen onschuldige doelen. Twee Amerikaanse piloten duiken onder in de kelder van de winkel. Zoon Primo bezorgt hun geheime boodschappen bij de juiste mensen van het spionagenetwerk. De Amerikaanse spionnen betalen met geld, veel geld, waarmee voeding kan worden gekocht. Er is opnieuw hoop !

Welvaart keert terug
1948. Het gezin is heelhuids door de oorlog gekomen. Haar zonen werden niet opgepakt. De welvaart is teruggekeerd. Amelia krijgt, in het geheim, een verhouding met de arme, zwakke en communistische Firmino. Dit druist in tegen de wil van Achille en Primo, die haar willen uithuwelijken aan een welstellende, eervolle man. Ze wordt constant in de gaten gehouden en zwaar gestraft, niemand mag met haar praten. Toch leidt ze iedereen om de tuin, trouwt met Firmino en vlucht naar het Zuiden van het land. Ze is persona non grata. Voor haar familie bestaat ze niet meer.

“Tijdens het lopen besluit ze om haar dochter te beteugelen als een pony, als haar dat lukt. Ze is tenslotte niet voor niets een moeder en haar dochter, die de oorlog heelhuids is doorgekomen, moet een smetteloze reputatie hebben, zodat ze op een dag fatsoenlijk kan trouwen, […] met een man van aanzien met sterke botten en spieren.”

Emigratie
1950. Maria wil emigreren met het ganse gezin, zonder Amelia. Ze wil opnieuw beginnen, met een schone lei, in Australië. Ze zorgt voor nieuwe paspoorten, regelt de verhuizing, en neemt afscheid van de rest van haar familie, die nog steeds grote armoede kent. Ook Amelia is naar de kerk gekomen, met haar dochtertje Grazia, om afscheid te nemen van haar moeder. Iets breekt in Maria, eindelijk is daar de catharsis. Ze wordt milder, ziet haar fouten onder ogen, leert zichzelf te vergeven.

“Maria probeert zich voor te stellen dat ze haar gezin verliest. Ze kan niets bedenken wat erger is. Deze jonge vrouw heeft iedereen verloren. Arme, arme, arme meid. Ze is bezield, net als Amelia. Maria slikt. Ze probeert schuldbewuste tranen binnen te houden, maar ze druppelen uit haar ooghoeken het kussen op. Amelia is haar hele familie kwijtgeraakt. Door de emigratie is ze een wees. “Het spijt me”, zegt ze, tegen Rachele, tegen Amelia. Ze heeft zich nog nooit zo bij iemand verontschuldigd. Zonder details of excuses. Zonder absolutie. Ze heeft zich nog nooit verontschuldigd. Het voelt alsof er een enorme steen van haar ziel wordt gelicht. Als een bevrijding. “Het spijt me zo”.”

Elisa Valmorbida schrijft filmisch, onomwonden. Haar zinnen zijn soms staccato, een stijl die helemaal past bij haar verhaal. Ze vertelt over de levens van Italiaanse gezinnen, voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Het gaat haar om de kracht van vrouwen in oorlogstijd, om mannen die regeren met ijzeren hand, om het alles niets ontziende gevecht voor kinderen en voedsel, om de liefde die alles overwint. Ze schreef een sterke roman, Maria en haar gezin kwamen echt binnen!

Eerder verschenen op Boekensite Gent