"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De nieuwe vrouw

Donderdag, 17 november, 2022

Geschreven door: Maaike Rikhof
Artikel door: Jan Stoel

We zijn er nog niet

[Recensie] De laatste jaren is er veel aandacht voor de vrouw in de kunst. Ik denk aan de boeken die verschenen over de Collectie Nardinc, Het Grote Vrouwen Kunstboek, Vrouwenpalet. Vrouwelijke kunstenaars worden als het ware opnieuw ontdekt. Mooi voorbeeld hiervan is Suze Robertson (1855-1922) die beschouwd wordt als een van de grote kunstenaars van haar tijd. Zij behoorde tot de eerste generatie vrouwelijke voltijdsstudenten aan de Haagse Academie voor Beeldende kunsten en was de eerst die na lang aandringen toegelaten werd tot de klas voor tekenen naar naaktmodel. Zij werd gezien als een vernieuwer door haar expressieve manier van schilderen en tekenen, kleurgebruik en materiaalkeuze. Ze gebruikte als eerste in haar composities de kleuren die Mondriaan later zo beroemd maakte. Haar werk is te zien in Museum Panorama Mesdag. En nu is er De Nieuwe Vrouw, een tentoonstelling en een boek gecureerd en geschreven door de vijfentwintigjarige Maaike Rikhof. Ze geeft met deze publicatie een prachtig beeld van de voortschrijdende vrouwenemancipatie en gebruikt als voertuig daarvoor de beeldende kunst. Ze doet dat in een museum waar de collectie grotendeels te danken is aan vrouwen: het Singer Museum Laren. Anna Singer-Brugh (1873-1962) was een van de eerste vrouwen die haar eigen kunstnalatenschap en die van haar man William Singer (1868-1943) blijvend zichtbaar maakte. Die collectie werd de kern van het in 1956 geopende Singer Laren. In 2015 ontving Singer Laren van Renée Smithuis een schenking schilderijen van de Bergense school. En op 10 april 2018 maakte Els Blokker-Verwer bekend dat zij de Collectie Nardinc aan Singer Laren schonk. 

Barricades
Aan de hand van zes thema’s beschrijft Rikhof de veranderingen die vrouwen realiseerden in de samenleving. Je zou kunnen zeggen dat De Nieuwe Vrouw meer een cultuurhistorische publicatie is. Het bevat korte, kernachtige essays, maar is rijk van inhoud: De barricades op (vrouwelijk activisme vanaf 1880), Professionals (vrouwen en betaalde arbeid), Creatief genie (bijzondere vrouwelijke kunstenaars, van palet tot podium), Leven voor de kunst (vrouwelijke sleutelfiguren in de kunstwereld), Bewegingsvrijheid (vroege verbeeldingen van vrouwen in sport en recreatie) en Moederschap (veranderende beeldvorming van een oud gegeven). De essays worden speels geïllustreerd met foto’s en kunstwerken en de paginagrote afbeeldingen van die kunstwerken sluiten ieder thema af. Ieder thema heeft in de vormgeving een eigen kleur gekregen. De vormgeving door ARK Amsterdam (Roosje Klap en Nina van Tuikwerk) is doordacht, smaakvol en straalt rust uit. Mooi zijn de binnenpagina’s: voor in het boek zijn het delen van de gezichten van geportretteerde vrouwen als Charley Toorop, Marlene Dumas, Elly Tamminga; achterin zijn het foto’s die het ‘vechten voor vrijheid’ symboliseren, een foto van Eva Besnyö uit 1979 waarop vrouwen protesteren tegen de abortuswet van Dries van Agt, een klas met vrouwelijke leerlingen aan de Haagse Academie met Suze Robertson die de vlag vasthoudt, een foto waarop Anneke van der Feer en Nola Hattermanin 1931 in het Stedelijk een expositie van de Onafhankelijken inrichten.

Mannen
Het boek/de expositie bevat niet alleen kunstwerken van vrouwelijke kunstenaars. Ik denk aan het Fabrieksmeisje (1910) van Bart van der Leck dat een arbeidster laat zien met de ingevallen ogen en gebalde vuisten. Een illustratie van de hardheid van het fabriekswerk ten tijde van de industrialisatie. Of het portret dat Leo Gestel schilderde van zijn muze en latere echtgenote An Overtoom, compleet met sigaret en uitbundige hoed. “Door haar zo weer te geven, koos Gestel voor een provocerend vrouwbeeld, benadrukt door de indertijd ‘onvrouwelijke’ sigaret en haar blik, rechtstreeks in de ogen van de beschouwer.”

Aan de vooravond van de twintigste eeuw, zo vanaf 1880, komen vrouwen in opstand tegen hun achtergestelde positie. De vrouwen ‘breken’ er langzamerhand uit: ze gaan naar buiten, gaan makkelijker zittende kleding dragen, sporten, worden actief in de kunsten, dansen, breken uit het gezin en de zorgtaken, gaan werken.

Foodlog

“Het label ‘Nieuwe Vrouw’ suggereerde andere vormen van vrouwelijkheid dan voorheen”, schrijft Rikhof. Je merkt in het boek dat de collectie van Singer Laren centraal staat. Het zwaartepunt van de afbeeldingen ligt op de periode tussen grofweg 1880 en 1950, dat is de kern van de collectie van Singer, met uitstapjes naar het heden. Je ziet de maatschappelijke ontwikkeling terug in de kunstwerken: vrouwen die fietsen, werkende vrouwen, androgyne vrouwen, korte kapsels, jurken zonder korset, tot indringende foto’s van Rineke Dijkstra. Dijkstra toont uit haar fotoserie New Mothers (1994) Julie en Tecla. Zij hebben net het kraambed verlaten. Julie draagt het kraambroekje nog en bij Tecla is een straaltje bloed langs het been te zien. Ze houden hun baby’s dicht tegen zich aan. “Naast vermoeidheid, verraden hun gezichten ook verwondering en trots. Het zijn ongepolijste, kwetsbare beelden van pril moeder schap, zo heel anders dan de sereniteit van een madonna,” schrijft Rikhof.

Aletta Jacobs
Bekende en minder bekende voorvechtsters van gelijke rechten komen naar voren. Arts Aletta Jacobs, die het gezicht werd van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht en ijverde voor het krijgen van passief (1917 gerealiseerd) en actief kiesrecht (1921 wettelijk bekrachtigd), Hedy d’Ancona die aan de wieg stond van de Man-Vrouw-Maatschappij in 1968 en van wie een naaktportret, geschilderd door haar partner Aat Veldhoen is te zien, waarbij ze zelfbewustheid uitstraalt. Esseline Polanen (1909-2004) , de eerste opticien en de eerste zwarte gediplomeerde apotheker van Suriname. Vrouwelijke sleutelfiguren in de kunst, zoals Helene Kröller-Müller , de vrouw die de grootste collectie moderne kunst van de eerste helft van de twintigste eeuw bezat en Jo van Gogh-Bonger, echtgenote van Theo van Gogh. Zonder haar inzet was het Van Gogh museum er nooit gekomen. Rikhof is er in geslaagd om een mooi, inzichtelijk overzicht te maken dat diepgang heeft. De zes thema’s worden afgesloten door een conclusie en daaruit blijkt dat gelijkberechtiging nog niet bereikt is. Denk aan de gelijke beloning voor hetzelfde werk, de genderproblematiek, kinderopvang. We zijn er nog niet.

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow