"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Interview economie: De nieuwe wereldeconomie

Zondag, 28 januari, 2024

Geschreven door: Koen de Leus, Philippe Gijsels
Artikel door: Marnix Verplancke

Wat zijn de economische trends van de komende jaren?

We zijn op weg naar economisch woelige tijden, maar iedere crisis biedt ook kansen. Twee toplui van BNP Paribas Fortis geven tekst en uitleg.

Beweren dat het bijna als elfde gebod op Mozes’ stenen tafelen terecht was gekomen gaat misschien wat ver, maar het is toch minstens een gulden regel in de economie: zorg dat de jaarlijkse inflatie op ongeveer 2% ligt. Mensen zijn dan geneigd om geld uit te geven omdat ze weten dat volgend jaar alles weer wat duurder zal zijn en bedrijven kunnen hun producten en diensten gemiddelde aan een 2% hogere prijs verkopen, waardoor hun investeringen gemakkelijker worden terugverdiend. Tot het uitbreken van de coronacrisis gingen inflatie en daardoor ook de rente vier decennia lang naar beneden, wat de economische groei alleen maar ten goede kwam. Je moest al een echter stumper zijn om geld te verliezen op de beurs. Maar die tijd is dus voorbij, en hij komt binnenkort ook niet meer terug, beweren Koen De Leus en Philippe Gijsels, respectievelijk hoofdeconoom en hoofdstrateeg bij BNP Paribas Fortis in hun boek De nieuwe wereldeconomie. “We komen uit het tijdperk van de Great Moderation,” aldus De Leus met enig gevoel voor dramatiek, “en nu gaan we naar de Great Inequilibrium of de Great Chaos.”

De Leus en Gijsels zien de wereldeconomie beïnvloed worden door vijf trends, vier inflatoire en een die op lange termijn de inflatie wat kan temperen. Zo zal de klimaattransitie heel wat investeringen vergen, waardoor de vraag sterk zal toenemen en de prijzen zullen stijgen. Ook de vergrijzing zal inflatoir werken. Het aantal werknemers neemt af, waardoor de lonen stijgen. Een derde factor is de deglobalisatie. Hoe meer je de internationale handel hindert, hoe duurder die wordt. En dan is er tenslotte de evolutie van de hoge schuldgraad van de overheden, die in vredestijd nog nooit zo hoog is geweest als vandaag. Die in toom houden gaat een stuk gemakkelijker bij een wat hogere inflatie. De factor die misschien tot een lagere inflatie leidt, is innovatie. AI, 3D-printing, synthetische biologie en andere exponentieel groeiende technologieën zouden de komende decennia de productiviteit jaarlijks 1 procentpunt hoger kunnen stuwen, wat een gunstig effect zou hebben op inflatie en rente.

Financiële repressie
“In feite hebben de centrale banken in het geniep de 2%-regel al overboord gegooid” zegt Gijsels, “Zij willen de inflatie tot 3% laten oplopen en de rente laag houden. Dit noemt men financiële repressie. In feite zet je dan een transfer in gang van mensen met geld naar mensen met schulden. Jouw geld wordt door de negatieve rente steeds minder waard, net als de schulden van je buurman die door de hogere inflatie meer gaat verdienen bij een gelijkblijvende schuld. Voor overheden is het een makkelijke en bijna onzichtbare manier om de schuldenberg te verkleinen, in tegenstelling tot het invoeren van besparingen of hogere belastingen, waar je alleen maar kiezers mee verliest. Vandaar dat ik beleggers de raad geef om ook wat schulden te maken en zo mee te profiteren van het beleid, want centrale banken kunnen heel veel, maar alleen hun eigen schulden wegdeflateren en die van jou niet, is onmogelijk. Neem dus maar die mooie lening voor een huis.”

Geschiedenis Magazine

De globalisering lijkt in het verdomhoekje te zitten. Amerika en China zijn in een economische koude oorlog beland en ook de EU is op haar hoede. Hoe moet het verder?

De Leus: “Er wordt veel lawaai gemaakt over de deglobalisering, en zeker wat China betreft zal iedereen erkennen dat we de limieten hebben bereikt. Dat land heeft het spel ook niet altijd zo fair gespeeld. Het conflict tussen de VS en China zal dus niet opgelost geraken, dat draait immers ook om hegemonie. Maar tezelfdertijd zien we dat heel veel andere groeilanden de vrijgekomen plekken innemen. We gaan dus naar een multiglobalisering, waarbij landen als India en Vietnam zich opwerpen tussen de VS en China. In 2017 voerde Amerika zware importtarieven in op bepaalde Chinese producten. Als reactie daarop zag je een immense stijging van de Chinese investeringen in Vietnam en een al even immense stijging van de export van Vietnam naar Amerika. Westerse bedrijven werken nu aan een aanvoerketen van China+1, waarbij er voor meerdere leveranciers gekozen wordt om de afhankelijkheid te verkleinen. En er wordt ook gepoogd om meer maakindustrie terug naar hier te krijgen, reshoring dus. Op het vlak van export van diensten zie ik in de toekomst echter een grote toename. Accenture heeft in India bijvoorbeeld een back office van 300.000 man.”

Na de fysieke arbeid wordt dus ook de intellectuele uitgezwaaid?

De Leus: “Op zich was de export van arbeidersjobs ook niet nefast voor de economie, behalve in landen waar er geen compensatie voor voorzien was, zoals de VS of het VK. De tegenstand tegen de globalisering was daar zo groot omdat mensen die hun job verloren aan hun lot werden overgelaten. Zij werden niet heropgeleid. In Europa was het anders, en ik hoop dat dit in de toekomst ook zo zal zijn.”

Gijsels: “Ik deel die positieve visie. Dat je gaat reshoren en friendshoren is trouwens goed nieuws voor onze arbeiders. Hun lonen stonden onder druk door de globalisering. Wanneer het werk terugkeert, verdwijnt die druk en wordt hun onderhandelingsmarge groter. In het recente verleden is de toegevoegde waarde van bedrijven fel naar aandeelhouders gegaan. Ik denk dat er in de toekomst een verschuiving naar de arbeiders zal komen.”

En wat met de oorlogen in Gaza en Oekraïne. Welke invloed hebben die op de wereldeconomie?

Gijsels: “Economisch gezien is de oorlog in Oekraïne niet zo belangrijk. Eerst leek alles uit Rusland en Oekraïne te komen, maar bij nader toezien bleek dat nog wel mee te vallen. Het Midden-Oosten staat natuurlijk voor olie, maar vandaag is Amerika de grootste olieproducent ter wereld, gevolgd door Rusland, Saoedi-Arabië en Canada. Amerika heeft het Midden-Oosten dus minder nodig, in tegenstelling tot Europa, dat een competitief nadeel ondervindt door de hoge energieprijzen. Echt nefast voor de wereldeconomie zou een Chinese invasie van Taiwan zijn, al kan ik me niet voorstellen dat China zo dom is. Je zit daar immers met de chipsector en met de toevoerlijnen van onze industrie. Want wat er ook beweerd wordt, Amerika en China zijn ondanks alle sancties en invoertarieven nog steeds grote handelspartners.”

Hoe staan jullie tegenover degrowth als oplossing voor de klimaatcrisis?

Gijsels: “Er bestaat zoiets als de Energy Return on Investment (EROI), hoeveel energie moet ik ergens instoppen en hoeveel haal ik er dan weer uit? De wereld heeft heel lang op een EROI van 5 geleefd. Tijdens de industriële revolutie zijn we kolen gaan verbranden en zijn we naar 15 gegaan, daarna leverde olie 25 op. Het is belangrijk dat wind, zon of wat we ook uitvinden minstens dezelfde EROI heeft, want we hebben nog nooit een energiebron vervangen door een met een lagere EROI. Dat zou immers betekenen dat we onze welvaart zouden verminderen, de koek kleiner maken en het populisme voeden. Vandaar dat groei zo belangrijk is, want als je mensen in de armoede duwt is niemand nog geïnteresseerd in klimaattransitie.”

De Leus: “Minder groeien wil zeggen dat minder mensen gaan investeren en dat finaal ook ons pensioen-, en sociale-zekerheidssysteem op de helling komen te staan. We hebben dus geen degrowth nodig, maar wel groei in productiviteit: niet meer producten, maar betere producten.”

Want productiviteit is de enige groeimogelijkheid die we nog hebben?

Koen: “Inderdaad, een groei van de arbeidspopulatie zit er niet in. Men schat dat de Italiaanse bevolking tegen 2100 met 40% krimpt en de beroepsbevolking zelfs met 50%. Bij ons zal het niet zo’n vaart lopen, maar er staat nog steeds een krimp met 17% in de sterren geschreven. De productiviteit zal vooral groeien door een verdere digitalisering van de wereld. De voorbije twintig of dertig jaar zagen we echter een digitalisering zonder dat die gepaard ging met een productiviteitsgroei. We hadden alleen productinnovatie. Ik kan bijvoorbeeld niet alleen bellen met mijn gsm, het is ook een wekker, een agenda, een kompas en een camera. In zo’n toestel zitten een twintigtal oude toestellen die nu niet meer gemaakt worden en hoop en al samen zo’n 5000 euro kostten, en dat terwijl je de duurste iPhone momenteel voor zo’n 1400 euro hebt. We hebben hier dus niet met bbp-creatie te maken, maar wel met vernietiging ervan en dus ook met – theoretisch – productiviteitsverlies.”

En waarom zou dat in de toekomst anders zijn?

De Leus: “Omdat we aan de vooravond staan van nieuwe exponentieel groeiende digitale en andere technologieën, meer dan 10% per jaar en dat gedurende enkele decennia dus, die vooral het productieproces zullen efficiënter maken. Het zijn producten die op korte tijd enorm verbeteren en waarvan de prijs snel daalt, waardoor ze een breed publiek kunnen bereiken. Een mooi voorbeeld daarvan zijn zonnepanelen. De NASA maakt er al lang gebruik van, alleen waren ze het grootste deel van de tijd onbetaalbaar, terwijl ze vandaag overal op de daken liggen. 3D-printing is ook zo, net als de ontwikkeling van synthetische materialen. Het mooiste voorbeeld is natuurlijk AI. Waarom kwam die de voorbije dertig jaar niet van de grond? Omdat de materialen nodig om AI te laten werken er gewoon niet waren. Nu is er heel veel data, beschikken we over krachtige chips en kunnen we gebruik maken van het internet. En dus kan AI goedkoop en universeel uitgerold worden, wat de productiviteit echt ten goede zal komen.”

Waar kunnen we dan vandaag best in beleggen, in AI-ontwikkelaars?

Gijsels: “Geen slecht idee inderdaad, maar nog beter is op zoek te gaan naar de nieuwe Domino’s Pizza. De beurswaarde ervan is de voorbije decennia maal twintig of dertig gegaan. Hoezo, denk je dan, met pizza’s verkopen? Maar dat was niet de essentie. Zij waren de eersten die orders aannamen via het internet en een business bouwden op 4G, wat hen een gigantisch marktaandeel opleverde. Ga op zoek naar iets gelijkaardigs op AI-vlak, en dan kijk ik eerder naar klassieke sectoren en niet naar technologische. In het Chinees bestaat het woord voor crisis uit twee karakters, enerzijds ‘probleem’, maar ook ‘opportuniteit’. Die twee horen als yin en yang bij elkaar. Iedere crisis is een koopopportuniteit. Ik hanteer altijd de tien-jaarregel: ga je over tien jaar meer of minder van iets hebben? We gaan meer batterijen nodig hebben, en ook meer cybersecurity en robots. Ga dus voor koper, omdat we dit nodig zullen hebben voor het energietransport, en voor goud, dat ik zie verdubbelen tot 4000 dollar per ounce. En vergeet de eenzaamheidseconomie niet. Huizen voor alleenstaanden zijn hot, net zoals huisdieren trouwens. In Amerika is er een hele industrie rond ontstaan, van voeding tot ziekteverzekeringen. Maar de beste investering doe je natuurlijk in jezelf. In levenslang leren en het uitbouwen van je interesses, want in een wereld van inflatie is het opbouwen van skills meer dan ooit belangrijk.”

Eerder verschenen in De Morgen