"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De Normandiërs

Woensdag, 19 april, 2023

Geschreven door: Levi Roach
Artikel door: Marnix Verplancke

Maak kennis met Levi Roach en een boek over onstuitbare Normandiërs

“Dat je geen nobelen doodde behoorde er niet tot de gebruiken”

[Interview] Waaraan denkt u bij het horen van het woord Normandiërs? Aan Willem de Veroveraar? Best mogelijk, want het was deze Normandische koning die in 1066 met een voor die tijd groot leger van tussen de 7000 en 14.000 soldaten het Kanaal overstak om in Battle, op een boogscheut van Hastings, de Engelse koning Harold te verslaan en de Britse geschiedenis een nieuwe draai te geven. Wat u misschien niet weet is dat die verovering slechts een begin was. Anderhalve eeuw later hadden diezelfde Normandiërs de eerste echt Europese cultuur geïntroduceerd die het noorden met het zuiden verbond. Ze heersten over het Siciliaanse en Zuid-Italiaanse koninkrijk dat tot het midden van de negentiende eeuw stand zou houden, ze hadden hun mannetjes in Iberië, Portugal en de Balkan, legden Byzantium het vuur aan de schenen, zwaaiden de plak in Antiochië, bezaten kolonies in Noord-Afrika en met Frederik II hadden ze niet alleen de koning van Duitsland en Jeruzalem, maar ook nog eens de keizer van het Heilige Roomse Rijk binnen hun rangen. Niet slecht geboerd was dat, voor de afstammelingen van Vikingvrijbuiter Rollo die in het begin van de tiende eeuw een deal sloot met de Franse koning Karel waarbij hij beloofde om in ruil voor wat vandaag Normandië heet te stoppen met plunderen.

“De eerste Europese cultuur inderdaad,” zegt Levi Roach, hoogleraar Middeleeuwse Geschiedenis aan de universiteit van Exeter en de auteur van De Normandiërs, een boek waarin hij de opzienbarende exploten van Rollo, Willem en de rest van de clan uit de doeken doet, “maar daarom nog niet meteen een Europees regime. Dit was geen heruitgave van het Romeinse Rijk, met een centraal gezag, maar eerder een los aan elkaar hangend geheel van rijken en rijkjes. Vandaar dat veel historici over de Normandische diaspora praten. Normandië en Engeland vormden één entiteit, terwijl de Normandische groepen in Zuid-Italië hun eigen koninkrijk stichtten. Maar ze hielden wel contact. Zo zou Willem de Veroveraar ooit gezegd hebben dat zijn verovering van Engeland voor een deel ingegeven was door het succes van de Normandische veroveringen in Italië. Wellicht heeft het gebrek aan een centrale politieke leiding ook voor hun succes gezorgd. Ze konden zich op korte tijd makkelijk in de lokale cultuur inpassen zonder daarbij het besef van een gemeenschappelijk Normandisch erfgoed overboord te hoeven zetten. Je zag dat zelfs in Engeland. Na een halve eeuw aanwezigheid ontstond er een Normandische aristocratie die weliswaar Franstalig was, maar zich Engels voelde, en dus niet langer Normandisch. Ook al lag alleen het Kanaal tussen hen in, toch dreven de Normandiërs aan de beide zijden ervan steeds verder weg van elkaar, en tegen het einde van de twaalfde eeuw maakten de Franse Normandiërs zelfs grappen over het gekke Frans dat ze in Engeland spraken.”

Waarom waren ze zo succesvol, waarom zij en bijvoorbeeld niet de Vlamingen?

Geschiedenis Magazine

“Wat hen vooral onderscheidt van hun Noord-Franse buren is dat ze weten dat ze van ergens anders komen, ook al zijn ze cultureel Frans en spreken ze Frans. Wat ze nooit zullen vergeten is dat ze daar zijn doordat ze dat land veroverd hebben. Veroveren lag in hun traditie. Het waren geboren kolonisten. Maar nu je toch over Vlamingen begint, die kwamen mee met de Normandiërs, eerst om te vechten en daarna om hun macht te consolideren. Ze zaten in Wales, in delen van Schotland en in heel Engeland. Het waren niet alleen goede strijders, ze beschikten ook over nuttige kennis. In het oosten van Engeland kregen de Normandiërs bijvoorbeeld te maken met bijzonder natte veengronden. De Vlamingen hadden ervaring met het droogleggen ervan.”

Waarom vestigden die Normandiërs zich in Frankrijk? We hebben toch altijd het idee dat de Noormannen onze kustgebieden afstroopten, kloosters plunderden en met de buit weer naar het noorden vertrokken?

“Omdat het de logische volgende stap was. Als een streek rijk genoeg is om ze van tijd tot tijd te beroven, waarom vestig je je er dan niet en word je de nieuwe machthebber? De Noormannen deden dit trouwens niet alleen in Normandië, dat gebeurde toen op veel plaatsen, alleen is Normandië samen met een paar streken in het oosten van Engeland de enige plek waar ze het uitgehouden hebben. Elders werden ze al gauw weer de zee ingedreven, zoals in bepaalde delen van Vlaanderen. In Normandië kwamen ze ook precies op het goede moment. De Franse koning was machtig genoeg om land weg te schenken, maar hij had nog niet genoeg macht om het nadien weer op te eisen. Stel dat die Noormannen een eeuw later toegekomen waren in Normandië, dan was hun plekje al bezet geweest door een lokale graaf en dan hadden ze weer mogen vertrekken.”

Het gekke aan 1066 is dat er eerder ook al Normandiërs op de Engelse troon zaten.

“Meer zelfs als er geen Normandiërs op de troon hadden gezeten, was Willem in 1066 wellicht gewoon thuisgebleven. Eduard de Belijder was tussen 1041 en 1066 de eerste Normandische koning van Engeland. Hij miste de steun van een lokale basis in Engeland, ook al was zijn vader Engels. Dit loste hij op door Fransen aan te trekken en die op machtige posities te benoemen. Zo ontstond er lang voor 1066 al een Franse aristocratie.”

Zonder 1066 was Engeland dus ook Normandisch geworden?

“Ik denk het wel, maar het zou veel trager gebeurd zijn. Je kan het vergelijken met wat er in Schotland gebeurde. De Normandiërs hebben dat nooit veroverd, maar door de vele contacten die er waren en omdat men die verovering ook wou vermijden is de Schotse adel uiteindelijk ook verfranst. De Normandische aristocratie werd er door de grote poort binnengehaald.”

Maar waarom ging Willem toch over tot de verovering in 1066?

“Toen Eduard stierf, kwam zijn schoonbroer Harold op de troon. Willem, de achterneef van Eduard, beweerde echter dat de vroegere koning hem de troon had beloofd en dat Harold die dus onterecht claimde. En dus vertrok Willem naar Engeland, versloeg Harold en werd zelf koning. Alleen zat hij met de moeilijkheid van iedere veroveraar: hoe maak ik mezelf aanvaardbaar? Zijn belangrijkste middel was het Domesday Book, een soort kadaster van heel Engeland, wat voor de elfde eeuw uniek was en waarin stond wat iedere burger aan bezittingen had, dus niet alleen de gronden en gebouwen, maar ook het aantal koeien en schapen. Harold werd daarin gereduceerd tot een graaf en dus zeker geen mogelijke troonopvolger, en iedereen die Harold steunde was een rebel die tegen de ware opvolging inging.”

Het is opvallend hoe snel Engeland na 1066 een ander uitzicht kreeg. Heel veel grond veranderde van eigenaar, er kwamen kastelen om de nieuwe heersers te herbergen, maar ook zowat alle bestaande kerken werden afgebroken en vervangen door nieuwe. Waarom die revolutie?

“Het ging inderdaad allemaal verbazingwekkend snel. Veranderingen die in het Vlaanderen van die tijd twee eeuwen vroegen, gebeurden daar op pakweg vijftig jaar. Dat de Normandiërs de Engelse Kerk zo hard aanpakten had er vooral mee te maken dat Willem er niet mee kon leven dat die Harold tot koning had gekroond. Bovendien werkte die eigenzinnige Kerk ook Rome op de zenuwen. Vanuit die hoek hoefde hij geen tegenstand te vrezen. Er diende een nieuwe start gemaakt te worden. Er moesten daarom nieuwe kerken komen, groter en beter, zo’n 600 tegen het jaar 1100.”

“Zowat alle bekende kathedralen van Engeland werden toen gebouwd, en wat opvalt is dat iedere nieuwe nog groter was dan de vorige. Maar niet altijd beter, die van Winchester was bijvoorbeeld van slechte kwaliteit, te groot te snel gebouwd en goed twintig jaar na de oplevering stuikte ze in elkaar. Maar de meeste kerken staan er nog steeds en bepalen de typische Engelse kerkbouwstijl, romaanse, en dus niet gotisch zoals in Frankrijk of barok zoals in Noord-Italië.”

U noemt het een kolonisatie, vandaag een gewichtig woord, toch?

“Zeker de eerste twee generaties Normandiërs waren cultureel heel chauvinistisch. De Engelse aristocratie werd bijna integraal vervangen door een Franstalige Normandische. Ook in de Kerk maakte je geen kans op promotie als je Engels was. In 1066 waren 4 van de 14 bisschoppen afkomstig van het continent. Goed twintig jaar later waren dat er 14 op 15. Die overgang verliep vrij vlot en geweldloos, wellicht omdat Engeland een goed georganiseerd koninkrijk was dat qua structuur in feite niet veel verschilde van Noord-Frankrijk. De steden waren zelfs nog wat sterker en rijker. Wanneer je het over Wales en Ierland hebt, zie je een ander, ruw kolonialisme, met afkeer van de lokale bevolking en haar taal. Daar werd gepoogd de lokale culturen uit te roeien. Het kolonialisme leek daar meer op het negentiende-eeuwse.”

Vanwaar dat verschil?

“De Europese aristocratische cultuur was er volstrekt onbekend. Dat je geen nobelen doodde behoorde er niet tot de gebruiken, ook al was heel Europa het daar toen over eens. Een aristocraat doodde een andere aristocraat niet, ook niet in een oorlog, want met die buitenlandse aristocraat had hij meer gemeen dan met een boer uit zijn eigen land. Dat bleef zo tot in de negentiende eeuw. Alleen deden de Ieren en de Welshmen daar niet aan mee. Voor hen was de vijand de vijand en niemand bleef gespaard. Dat vonden de Normandiërs barbaars, en van de weeromstuit waren zij even wreed in de strijd tegen de Ieren en de Welshmen. Vandaar dat ze overgingen tot brutale executies die nergens elders werden uitgevoerd.”

Hoe kregen de Normandërs in Italië de macht in handen? Want daar waren ze toch met veel minder dan in Engeland?

“Precies, en van kolonialisme was daar dan ook geen sprake. Ze vervingen de lokale aristocratie niet, ze voegden er gewoon iets aan toe. Het was meer zoals in Schotland, waar de lokale adel ook aan de macht bleef. Die besefte echter dat de nieuwe wind uit Normandië kwam en dus ging die daar in mee. Je ziet dat ook aan het taalgebruik. Tegen het einde van de twaalfde eeuw spraken de Italiaanse Normandiërs geen Frans meer, maar wel een van de dialecten die later Italiaanse geworden zijn. Robert Guiscard, die daar de grote veroveraar was, trouwde bijvoorbeeld met een lokale prinses om zijn verovering te justifiëren. En wat misschien nog belangrijker is, niet de zonen die hij had uit een eerder huwelijk, maar wel de zonen van die prinses werden zijn erfgenamen. Om de lokale bevolking aan hun zijde te krijgen waren de Normandiërs tot veel bereid.”

Het ging dus eerder om aanpassing dan om verovering?

“Ja, en dat typeert hen helemaal. Het waren Vikingen die culturele Fransen waren geworden. Waarom zouden ze dan niet naar Italië kunnen verhuizen en culturele Apuliërs, Calabriërs of Sicilianen worden?”

Waarom precies Sicilië?

“Omdat er een machtsvacuüm heerste. De Normandiërs hadden daar een neus voor. Italië werd verscheurd door verschillende machten. Er waren heel veel prinsdommen die om de haverklap van coalitie veranderden. De vriend van vandaag kon de vijand van morgen zijn. In Puglia en Apulië waren de Byzantijnen aan de macht, maar die regio’s lagen helemaal aan de periferie van hun interessegebied. Toen het tij keerde voor Byzantium waren dat de streken die ze het eerst veronachtzaamden. In Sicilië hadden de moslims het dan weer voor het zeggen, en ook zij waren niet echt sterk. Hoe wisten de Normandiërs af van die zwaktes? Doordat ze vaak als huurlingen werkten. Door de wisselende coalities was er altijd werk. Binnen tien jaar tijd vochten ze bijvoorbeeld zowel voor als tegen de Byzantijnen. Ze zijn dus nooit als een leger naar Sicilië gekomen om het te bezetten, maar toen ze er eenmaal waren, zagen ze kansen.”

Uiteindelijk trokken de Normandiërs zelfs naar Noord-Afrika. Ze stichtten er een paar kolonies, maar lang bleven ze niet. Wat hadden ze daar te zoeken?

“Wanneer je succes hebt en alles lijkt te lukken, ga je door. Ze trokken naar de Balkan en probeerden Byzantium te veroveren. Waarom Noord-Afrika? Omdat Sicilië een belangrijke handelspartner was voor de regio die ze daar veroverden. Die had het Siciliaanse graan nodig. Het was dus maar een kleine stap om van handel over ter stappen op soft power en daarna op algemene macht.”

Het toppunt van de Normandische macht was de kroning van Frederik II tot koning van Duitsland in 1212, en dat terwijl hij een Siciliaan was. Hoe kwam die in Mainz terecht?

“Hij was de zoon van de Duitse koning Hendrik VI van Hohenstaufen en Constance van Sicilië. Hij was dus half Duits, maar cultureel een Siciliaan, en een Normandiër, want wat was zijn tweede voornaam? Roger, 100% Normandisch. Na zijn kroning woonde hij acht jaar in Duitsland. Daarna keerde hij terug naar Sicilië om Duitsland nog maar één keer te bezoeken, om zijn eigen zoon te verslaan toen die tegen hem in opstand kwam. Hij schreef poëzie in het Siciliaans, liet leden van zijn familie herbegraven op het eiland en wou er ook zelf begraven worden. Palermo was het middelpunt van zijn wereld, en dat stak hij niet onder stoelen of banken.”

Hoe eindigde dit allemaal? Of anders gezegd, waar zijn die Normandiërs gebleven?

“Ze settelden zich, pasten zich aan en gingen op in de lokale bevolking. Toen Robert the Bruce in 1306 koning van Schotland werd, zag hij zichzelf niet als een Normandiër, ook al kwam hij uit een volstrekt Normandisch geslacht, maar wel als Schot. Hetzelfde geldt voor de Engelse koningen die Frans spraken en geen Normandiërs wilden genoemd worden, en voor de Siciliaanse koningen, zoals Frederik II, die zichzelf volbloed Sicilianen achtten. De familiebanden bleven bestaan, maar die werden niet uitgespeeld en daarom zijn de Normandiërs voor ons onzichtbaar geworden.”

Eerder verschenen in Knack