"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De oorlog van morgen

Woensdag, 27 april, 2022

Geschreven door: Wouter Linmans
Artikel door: Henk Slechte

Nederlandse beeldvorming na WOI

[Recensie] Beeldvorming van een volgende oorlog bouwt onvermijdelijk voort op hoe het vorige grote conflict eruitzag, maar incorporeert ook de moderne stand van wetenschap en techniek. Zo ligt in onze gedigitaliseerde wereld het speculeren over een cyberoorlog met inzet van robots voor de hand. Wouter Linmans heeft uitgezocht hoe dat zit bij de beeldvorming in Nederland na de Eerste Wereldoorlog. Ondanks de neutraliteit namen Nederlanders uiteraard al tijdens de oorlog kennis van het nieuwe en beangstigende, haast industriële karakter van deze oorlog waarin nieuwe wapens werden gebruikt: vliegtuigen die de vijand met bommen bestookten, torpedo’s uit duikboten en gifgas, misschien wel het angstaanjagendst.

De oorlog kreeg in woord en beeld aandacht in de Nederlandse pers. Het anti-Duitse dagblad De Telegraaf had tekenaar Louis Raemaekers die in zijn prenten expliciet het Duitse oorlogsgeweld veroordeelde, terwijl in weekblad De Nieuwe Amsterdammer Jan Sluijters en Piet van der Hem visuele kritiek gaven op de gruwelen van de oorlog in het algemeen. Na 1918 ontstond mede door de herinneringen aan deze oorlog een angstaanjagend beeld van een volgende oorlog, onder meer dankzij Erich Maria Remarque’s boek Im Westen Nichts Neues, dat in vertaling een bestseller was en als film volle bioscoopzalen trok. De angst werd tevens gevoed door wat journalisten en opiniemakers in kranten en tijdschriften schreven over de mogelijk komende verschrikkingen. Ook toneelstukken, films en tentoonstellingen droegen bij aan de beeldvorming.

Linmans heeft de verwachtingen voor het interbellum over de volle breedte en tot met de capitulatie in mei 1940 onderzocht en geanalyseerd. Kranten en tijdschriften van uiterst links tot uiterst rechts komen voorbij, evenals politici, vredesactivisten, kunstenaars, en organisaties die zich met oorlog en vrede bezighielden. Hij signaleert dat er zeker vrees bestond voor een ergere oorlog en dat er werd gediscussieerd over de vraag hoe die te voorkomen, maar ziet geen acute angst of paniek. Linmans analyseert de manier waarop de eerste industriële oorlog de menselijke geest prikkelde en maakt duidelijk dat het interbellum minder gezapig was dan vaak wordt aangenomen; de economische crisis was niet het enige onderwerp dat Nederlanders bezighield. Dit belangrijke boek had een betere beeldredactie verdiend. Zo beschrijft Linmans uitvoerig het interessante anti-oorlogswerk van schilder Willem van Schaik, en krijgt de lezer daar pas tien pagina’s verderop twee kleine zwart-wit-afbeeldingen te zien. De bijschriften bij de meeste illustraties zijn onnodig slordig, inconsistent en onvolledig. Jammer voor dit verder indringende boek.

Ons Amsterdam

Eerder verschenen in Geschiedenis Magazine