"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De Pool

Vrijdag, 24 maart, 2023

Geschreven door: J.M. Coetzee
Artikel door: Chris Reinewald

Dit allerlaatste keer dat ik de liefde tegenkwam

[Recensie] Na zijn knappe, on-Bijbelse trilogie over het weesjongetje Jezus komt Nobelprijswinnnaar J.M. Coetzee (83) met een novelle, voorzien van zakelijk genummerde alinea’s. Is het een tussendoortje of een sublieme stijloefening?

De naam van de Poolse pianist bevat zoveel w’s en z’s dat het Spaanse comité keurige dames van goede werken, dat in de Sala Mompou te Barcelona concerten organiseert, hem praktisch de Pool noemt. Alleen de elegante Beatriz zal hem met zijn voornaam, Witold gaan aanspreken.

Over taal
Opmerkelijk, gezien hun leeftijden. Hij 70, zij 50. Beatriz had zijn dochter kunnen zijn. Uiteraard speelt de Pool sonates van zijn romantische landgenoot Frédéric Chopin. Maar dat doet hij onverwacht koel. Na het concert soupeert het comité plichtmatig met de geroutineerde pianist, die ofschoon in zijn nadagen, nog steeds toert. Uit een soort onvrede legt Beatriz de tamme klavierleeuw het vuur aan de schenen. “Waarom is Chopin zo belangrijk? Hoe leeft hij voort?” Witold antwoordt haar in het matige Engels dat hij als Pool met de, ook niet voorbeeldig Engels sprekende, Spaanse vrouwen beheerst.
En zo gaat De Pool het eerst over taal. In hoeverre kan iemand zich volledig in een vreemde taal uiten?

Meester van ongemak en stroefheid
Beatriz vervolgt haar routineleven. Een niet meer opwindende maar vriendelijk aanwezige echtgenoot, twee volwassen zonen. Naar de avontuurtjes waarop haar vriendinnen zich voorstaan, taalt zij niet. Maar dan heeft ze buiten Witold gerekend. Hij mailt haar met een uitnodiging om naar zijn masterclass in een tweederangs conservatorium in Girona te komen luisteren. Ze zegt af, maar gaat uiteindelijk wel. Onverklaarbaar maar toch. Ze wandelen wat. De Pool verklaart haar zijn liefde. Maar wat moet zij daarmee?
Tot zover naverteld lijkt het een damesroman te zijn, maar niet bij Coetzee. Hij trekt aan de schuifjes van het bewerkingssysteem. Wat een romantisch liefdesverhaal had kunnen zijn, vertelt hij onromantisch, koel, misschien wel wreed. Hier gelden immers andere premissen.
De affaire krijgt op zeker moment vlees – om het maar eens plastisch te zeggen – maar blijft vanuit Beatriz desondanks rationeel. Dat Witold als witmanige Dante haar als zijn Beatrice, zijn muze beschouwt, vindt zij hoogstens charmant, maar vooral lastig. Voor een Catalaanse is zij trouwens opvallend koudbloedig. Als meester van ongemak en stroefheid loodst Coetzee ons naar de ontknoping.

Boekenkrant

Oudemannenliefde
De affaire is een combinatie van ‘slechte timing’, twijfel aan de onderlinge communicatie plus de nodige onuitgesprokenheden. De potentieel-verliefden zijn te oud, leiden onwrikbaar gestructureerde levens op verschillende locaties.
Witold en Beatriz zijn niet Chopin en George Sand, noch die andere componist Janacek en zijn oudemannenliefde voor het meisje Kamilla.
Zijn de Pool en de Catalaanse de schepen die elkaar in de nacht passeren? Nee. Dat hadden zij misschien vroeger laten gebeuren. Nu niet meer. Waar ooit een allereerste keer voor alles of niets was, blijkt dit voor Witold toch de aller-allerlaatste keer. Iets soortgelijks voelt Beatriz. Ze gooit het roer om. De schepen in de nacht komen langszij, maar drijven dan weer uiteen. Voor altijd.

De Pool lijkt op een countrysong over het onvermogen dat liefde heet.
Coetzee, de bejaarde stilist, heeft zijn beste kaarten op tafel gelegd en grijnst.

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow

Boeken van deze Auteur:

Over fictie, waarheid en psychotherapie

De schooldagen van Jezus