"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De vergeten dagboeken

Woensdag, 19 juli, 2023

Geschreven door: Nina Siegal
Artikel door: Evert van der Veen

Tweede Wereldoorlog divers beleefd

[Recensie] In dit boek staan fragmenten uit negen dagboeken, geschreven door mensen vanuit een verschillende positie en met een uiteenlopende achtergrond. Het is boeiend en soms ook wel confronterend om dezelfde gebeurtenis vanuit twee geheel verschillende, eigenlijk contrasterende perspectieven te lezen. Dat is mogelijk omdat de dagboeken van onder andere Joden en mensen met een NSB-achtergrond afkomstig zijn.

De opzet van De vergeten dagboeken is chronologisch en volgt het verloop van de oorlog in hoofdstukken die veelzeggende titels dragen: ‘Bezetting’, ‘Vervolging en deportatie’, De bevrijding komt dichterbij’ en ‘De oorlog in de herinneringen’.

Siegal is persoonlijk bij de Tweede Wereldoorlog betrokken want haar grootvader overleefde het concentratiekamp. Haar moeder en grootmoeder zaten ondergedoken en kwamen zo de oorlog door. Opvallend en typerend voor de naoorlogse tijd is de uitspraak ‘De oorlog was altijd aanwezig, maar er werd nooit over gesproken’(p. 17).

Later is Siegal onderzoek gaan doen naar haar familie en zo stuitte zij bij het NIOD op 2100 dagboeken die daar in het archief zijn opgenomen.

Foodlog

Vroegtijdige aandacht
Het is bijzonder dat reeds ín de oorlog het belang van dagboeken over deze periode werd ingezien. Minister Gerrit Bolkestein van Onderwijs, Kunst en Wetenschappen riep via Radio Oranje de luisteraars op om na de oorlog dagboeken in te leveren: ‘Geschiedenis kan niet alleen geschreven worden op grond van officiële bescheiden en archiefstukken. Wil het nageslacht ten volle beseffen wat wij als volk in deze jaren hebben doorstaan en zijn te boven gekomen, dan hebben wij juist de eenvoudige stukken nodig: een dagboek, brieven…’ (p. 30 – 31).

Ook een groep historici in Nederland zag hier de waarde van in en begon hier direct na het einde van de oorlog mee. Reeds vanaf 8 mei 1945 konden mensen hun dagboeken inleveren die getuigen van de ‘afschrikwekkende confrontatie met de tijd’.

Persoonlijk en maatschappelijk
Het zijn veel persoonlijke gevoelens en gebeurtenissen in de privésfeer die in de gekozen fragmenten naar voren komen. Deze onderwerpen zijn op zich misschien niet altijd even belangwekkend en hebben soms nauwelijks iets met de oorlogstijd te maken.  Tegelijk en juist daarin laten ze ook zien dat het ‘gewone’ leven min of meer doorgaat zoals het uitje naar Tiel op 20 juni 1943 om daar kersen te plukken terwijl er in hetzelfde fragment ook over deportaties van Joden wordt gesproken.

Daarnaast zijn er verwijzingen naar bijvoorbeeld de vlucht van het koningshuis in mei 1940 (wordt niet begrepen), de Februaristaking van 1941 en het leeghalen van het Joodse instituut Apeldoornse Bosch in 1943. Opmerkelijk is dat er amper over D-day en operatie Market Garden wordt gesproken maar dat kan ook aan de selectie van fragmenten liggen (had toch niet mogen ontbreken volgens mij).

Holocaust
Vooral de vele razzia’s komen regelmatig in de fragmenten naar voren en de toenemende Duitse druk is hierin goed voelbaar. De lezer komt dicht bij de toenmalige werkelijkheid omdat mensen er vanuit hun eigen actuele ervaring over schrijven. De sfeer van angst, onzekerheid en spanning komt duidelijk over. Zo lezen we op 15 juli 1942: ‘Opgejaagde Jodenmensen sprongen uit ramen of in de gracht, verscheidene werden op straat doodgeschoten’ (p. 141). Ook het onderduiken met alle gevaren van dien en het verraad door ‘Jodenjagers’ komt ter sprake. Aangrijpend is ook het dagboek vanuit Westerbork waarin de onzekerheid van de wekelijkse deportatietrein een belangrijke rol speelt.

Er zijn ook informatieve gedeelten van historische aard waarin bepaalde fragmenten van dagboeken worden geïntroduceerd. De vraag wat de schrijvers van deze en andere dagboeken wisten van de Holocaust wordt hier ook besproken. Iemand verwoordt dat mooi in de vraag ‘Wat moest je weten om het te weten?’

Het boek heeft een fotokatern met de originele dagboeken.

Nina Siegal is cultureel journalist en schrijft voor The New York Times. Van haar verscheen eerder Tulpen & terpentijn.

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow