"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Een meedogenloos gehoor

Dinsdag, 15 november, 2022

Geschreven door: Mauk Westerman Holstijn
Artikel door: Nico Voskamp

Surreële wereldbeelden

[Recensie] Het best passende woord bij deze verhalenbundel is toch wel Kafkaësk. Als dat niet zo’n veelvuldig misbruikte en onterecht aangehaalde kwalificatie was, zou het de geest van dit werk haarfijn karakteriseren. Want Westerman Holstijn maakt indruk.

Verscheidenheid en diepgang
Niet alleen door de verscheidenheid en diepgang van deze bundel, maar ook door de intense schrijfstijl. Die zorgt ervoor dat de lezer meegaat in de soms erg ver gaande, maar altijd met een korreltje humor zichzelf rücksichklos in de penarie stortende hoofdpersonen. Of niet kunnen ontwijken dat emmers vol penarie over hen wordt uitgegoten, wat hetzelfde vervreemdende effect heeft.

Westerman Holstijn studeerde af in biothechnologie en mariene ecologie en publiceerde verhalen in Hollands Maandblad. Hij won in 2020 met het verhaal ‘Droogte’ de Resource-literatuurwedstrijd, waarvan de jury onder leiding stond van Louise O. Fresco.

Gedaanteverwisseling
Het eerste verhaal gaat al meteen over een gedaanteverwisseling. Niet dat je wakker wordt en denkt dat je in een pad bent veranderd, nee. Maar wel dat je in je slaap overlijdt en wakker wordt als baby. Een net geboren baby zelfs, waarmee zijn ouders eerst reuze blij zijn. Maar als ze wat vreemde trekjes bij hun oogappeltje ontdekken, karaktereigenschappen die al snel alarmerend worden, slaat de argwaan om in een diabolisch weten.

Boekenkrant

Op dit thema komt Westerman Holstijn terug in ‘Het syndroom van Fields’. De method-acteur Christian Fields, zoals hij zichzelf omschrijft, gaat lekker in zijn carrière. Tot er signalen uit zijn directe omgeving komen die erop wijzen dat hij zijn rollen iets te serieus neemt. Sterker nog: dat hij geen onderscheid meer maakt tussen acteren en de werkelijkheid: hij IS zijn personage geworden. Tijd om bij een therapeut te rade te gaan. Heerlijk vervreemdend en droog geschreven:

“De wachtkamer was zo goed als leeg, al leek dat misschien maar zo vanwege zijn absurde grootte. Een therapeut heeft geen wachtkamer voor vijftig personen nodig, en een die zichzelf zo belangrijk vindt dat hij denkt van wel, kan beter zelf eens bij een psychiater langsgaan. Gelukkig weet ik dat Martha dit kantoor geërfd heeft. Er zitten behalve mij nog twee mannen de vergeelde tijdschriften te lezen. Ik vraag me af waar zij aan lijden. Niet aan mijn aandoening in ieder geval: ik kreeg na mijn diagnose te horen dat ik de enige ben in een straal van vijfhonderd kilometer.”

Veel, heel veel meer is er nog te analyseren en te citeren uit deze wonderlijke bundel, maar dat doen we niet. Veel beter is het als u het boek zelf koopt of leent en de tamelijk bizarre wereld van deze auteur betreedt. U zult aangenaam verrast worden.

Ook verschenen op Nico’s recensies