"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie Een wereld van gemeenschappen

Dinsdag, 16 januari, 2024

Geschreven door: Floor Ziegler, Teun Gautier
Artikel door: Nico Voskamp

Waar een wil is

“Dit is niet een boek van theorieën. Het is een praktijkboek waarin je als lezer met ons, Floor en Teun, meereist door heel Nederland.”

Zo stellen de samenstellers van dit bonte festijn van activiteiten en initiatieven zich voor. We lopen met deze ‘stadmakers’ mee en vallen van de ene verbazing in de andere verbijstering naar de volgende verwondering tot aan de verrassende voltooiing – van weer een puik samen gerund project.

Stadmakers
Floor Ziegler en Teun Gautier zijn ‘stadmakers’ die in Amsterdam-Noord hun eerste sporen hebben verdiend met de ontwikkeling van de Noorderparkkamer en alles wat daaruit voortkwam in Amsterdam-Noord.

Hun succesvolle aanpak trekt de aandacht en al snel worden ze gevraagd voor adviezen. Ze reizen naar de meest pittoreske dorpjes en steden om daar de thermometer in de beleidsplannen te steken. Of een plan te bekijken dat gemaakt moet worden, of erger: mis gaat. Adviseren bij een gemeente die overhoop ligt met haar eigen burgers. Of vlottrekken van een initiatief dat ondanks goede wil toch maar niet van de grond komt. Het boek staat ramvol met dat soort saillante voorbeelden.

Hereditas Nexus

In de opzet van de hoofdstukken is goed te zien hoe er gewerkt wordt. Als er een vraag binnenkomt, is dat vaak ofwel omdat het project als onhaalbaar aan de kant dreigt te worden geschoven, ofwel omdat de deelnemers aan het project niet meer door één deur kunnen. Het is meestal aan Teun om de boel vlot te trekken. Na analyse van de problemen lukt dat over het algemeen goed.

Met al die tips hebben we hier een prima leesbaar handboek met ‘doe-het-vooral-niet-zo’ voorbeelden voor wethouders. En voor gemeentes: ‘hoe ga ik om met mijn ambtenaren’. Maar ook voor pluktuin-idealisten die manieren zoeken om hun droom te verwezenlijken. Hieronder één voorbeeld uit het uitbundige aantal cases: Floor bezoekt een bloemkoolwijk:

“De ‘bloemkoolwijk’ Lindenholt lag aan de verre westzijde van Nijmegen.

In het buurthuis werd ik ontvangen door Karin, een mevrouw achter een balie. Ik was de tweede bezoeker die dag, het was er doodstil. De vrouw schonk, ongevraagd, een kopje thee voor me in en nodigde me iets te dwingend uit om te gaan zitten. Het was een buurthuis van de gemeente, het programma van de activiteiten van die week hing aan de muur, op briefpapier van de gemeente. Het was er schoon, licht en gezellig zoals een uitvaartcentrum  gezellig is.

Een wijk- en uitvaartcentrum
‘Er is weer niets gebeurd vandaag’, verzuchtte Karin. ‘En dan duurt een dag wel ontzettend lang. Ik begrijp het ook wel dat mensen geen behoefte hebben aan allerlei activiteiten naast hun werk. Ik ben zelf ook moe als ik thuiskom en wil dan het liefst met de benen op de bank. Er is in deze wijk gewoon geen animo voor dit centrum. Ik weet ook niet goed hoe dat komt en hoe wij daar verandering in moeten brengen. We hebben een keer een actie gedaan met koffiebonnen, maar daar kwamen maar drie mensen op af.’

De heel erg aardige mevrouw vertelde me dat er ook nog een andere buurtplek was, door een bewoner opgezet, precies om de hoek. Ik bedankte haar en kwam terecht in een oude school, de plek van Jan ten Dam, een gepensioneerde aannemer. Een beetje rommelig, vol met mensen die aan het kaarten waren, dingen aan het maken waren, vergaderden, koffie dronken. Duidelijk een plek waar mensen zich letterlijk thuis voelden, hún plek, voor hen maar ook van hen. Jan was de drijvende kracht, de aanjager en spil, maar hij liet ruimte voor ieders ideeën en bijdragen.

Het was hem gelukt om meer dan honderd vrijwilligers aan te trekken die naast deze plek ook veel andere initiatieven hadden genomen in de buurt.

Het beheer van het groen rond de oude school, een eigen buurtkrant Lindenholt Leeft en buurtfestival Dag van Lindenholt. Het was een mooi voorbeeld van het verschil tussen een plek die vóór de buurt is en een plek die ván de buurt is.” 

Dit verslagje is ietwat vooringenomen, ziet Floor ook in nadat zij meer informatie heeft gekregen over de buurthuizenkwestie. Mooi om daarna te lezen is, dat zij niet te beroerd is om zich te verontschuldigen voor dit te haastige oordeel. Zoals het een stadmaker betaamt.

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow

Leesadvies voor jongeren

Hoe breng je ideeën over op beleidsmakers?