"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Eeuwen van duisternis

Zondag, 22 oktober, 2017

Geschreven door: Catherine Nixey
Artikel door: Marnix Verplancke

IS avant la lettre

Welke religie hingen de fanaten aan die tienduizenden andersgelovigen afslachtten, massa’s boeken op brandstapels gooiden en in Palmyra de tempel van Athena verwoestten? Nee, niet de islam, aldus historica Catherine Nixey, het waren de vroege Christenen die in eenzelfde beweging meteen ook een einde maakten aan duizend jaar Griekse filosofie.

[Interview] Ze werden verwacht, want geruchten over hen deden al jaren de ronde. Ze opereerden in rondtrekkende bendes van soms wel vijfhonderd man, gekleed in het zwart, steevast bebaard en gewapend met stenen en staven. Niets weerhield hen en niemand durfde hen een strobreed in de weg te leggen. Tegenstand ondervonden ze dan ook niet toen ze eind vierde eeuw Palmyra binnenvielen en de tempel van Athena als doelwit kozen. Zuilen werden omvergehaald, een altaar verbrijzeld, maar vooral Athena zelf moest het ontgelden. Haar hoofd werd van haar romp geslagen, haar neus afgehakt en nadien zaagden ze haar armen eraf. De woede van de vandalen leek grenzeloos en van enige twijfel was geen sprake, want zoals de beruchte Egyptische monnik Sjenoete van Atripe niet veel later zou zeggen: “Niets is een misdaad voor wie in Christus is.”

Toen IS een paar jaar gelden diezelfde, inmiddels gerestaureerde tempel van Athena te lijf ging en daarbij opnieuw het beeld van de godin neerhaalde en verminkte, schreeuwde de wereld moord en brand, niet beseffend dat het Christendom ooit hetzelfde had gedaan. “We mogen nooit vergeten dat onze eigen geschiedenis eenzelfde fanatisme vertoont,” zegt de Britse historica Catherine Nixey hierover, “en dat de islam dus niet zo uniek, wereldvreemd en wreed is als we wel eens denken.”

Over het geweld en de onverdraagzaamheid van het vroege Christendom schreef Nixey het boek Eeuwen van duisternis, de christelijke vernietiging van de klassieke cultuur, een overzicht van moord, brandschatting en vernieling op een voorheen nooit geziene schaal. Op een paar eeuwen tijd slaagden de Christenen erin de antieke cultuur te beëindigen: weg Griekse filosofie en weg Romeins secularisme. In de plaats kwam het Boek.

Boekenkrant

“Omdat god het wou,” antwoordt Nixey op onze vraag waarom het vroege Christendom zo intolerant en gewelddadig was. “Wat zegt het eerste van Mozes’ tien geboden? Bovenal bemin één god. Wat dat in realiteit betekent kun je meermaals in de bijbel lezen, zoals in Deuteronomium, waar letterlijk staat dat je de tempels van mensen die andere goden aanbidden kapot moet slaan. Het gekke aan het monotheïsme is dat het niet beweert dat er geen andere goden zijn, maar wel dat het demonen zijn die je niet moet aanvaarden. Dat zegt Augustinus bijvoorbeeld. Tolerantie is trouwens een vrij modern woord. Voltaire definieerde het als haten wat je opponent zegt maar het toch verdedigen met je eigen leven. Het Romeinse polytheïsme was eerder een gedogen: ik ben niet zo gek op wie je bent en wat je doet, maar ik laat je met rust. Het lijkt wel alsof ze er niet opgekomen waren om andere religies te vervolgen, tot de Christenen kwamen.”

Hoe sporadisch of geïnstitutionaliseerd was dat geweld?

“Augustinus laat er in zijn De civitate Dei geen enkele twijfel over bestaan. Mensen komen bij hem en vragen hem wat ze met andersgelovigen moeten doen. Uitroeien, zegt hij, want daarmee tonen we hoeveel we van God houden. Hij ging er immers van uit dat God alles ziet, jaloers is en bereid om degenen die ontrouw zijn te straffen. Eens je dat aanneemt heb je in feite geen keuze meer. Achter het Christelijk geweld zat vaak ook een grote mate van bezorgdheid. Als de Christenen toestonden dat je je demonen bleef aanbidden, zou jij na je dood eeuwig branden in de hel, en zij ook omdat ze je niet gered hadden. Daarom oefenden ze hun ‘genadige wreedheid’ op je uit, zoals ze dat noemden.”

Is dit typisch voor monotheïstische religies, of voor de drie religies van het Boek?

“Daar lijkt het inderdaad wel heel erg sterk op. Het Christendom was in deze niet uniek. Het baseerde zich bij zijn vervolgingen op teksten uit het Hebreeuws, die nu in het Oude Testament staan. Nadien nam ook de Islam die teksten en het ermee gepaard gaande geweld over. Het probleem met monotheïsme is niet het theïsme, maar wel het mono. Dat staat garant voor haat en bloedvergieten, zeker als je die Oudtestamentische jaloerse en wraakzuchtige god aanbidt. Polytheïsme kan ook venijnig uit de hoe komen. De Romeinen gingen er soms ook met de vuile voeten door, maar in feite was het hen daarbij niet om het uitroeien van andere religies te doen. Zij wilden gebied veroveren en liepen dan wel eens een tempel ondersteboven, maar in feite interesseerde religie hen niet.”

Maar ze staan er toch om bekend de Christenen vervolgd te hebben? Nero voerde hen toch aan de leeuwen?

“De Romeinen gingen wel eens uit de bol en van pacifisme kun je hen niet beschuldigen, maar van echte Christenenvervolgingen is er nooit sprake geweest. Wat de Christenen nadien de anderen aandeden, dat was pas terreur, zowel qua gruwel, aantal als efficiëntie. Er zijn momenteel zo’n twee miljard Christenen, terwijl ik na lang zoeken de hoop heb opgegeven om ooit nog een heiden te ontmoeten. Niemand heeft het overleefd. De laatste heiden stierf ergens in de achtste eeuw. De laatste zeven filosofen verlieten Athene in het jaar 532, samen met de weinige boeken die niet op de brandstapel terecht waren gekomen. Het was het einde van de Akademeia die terugging op Plato en dus bijna een millennium oud was. De boeken die ze achterlieten vergingen zachtjesaan. De Christelijke kopiisten kopieerden immers niet de boeken van hun tegenstanders. Culturen sterven doordat niemand ze in leven houdt.”

Waarom hebben we dan het idee dat het Christendom een vredevolle, tolerante religie is?

“Omdat de geschiedenis door de overwinnaars wordt geschreven. Tot vorige eeuw moest je gewijd zijn om les te kunnen geven in Oxford of Cambridge. In de tweede helft van de achttiende eeuw schreef Edward Gibbon The History of the Decline and Fall of the Roman Empire. Hij beweerde daarin dat dit Rijk te gronde was gegaan door het Christendom, omdat het al de beste maatschappelijke krachten opslorpte en hen in een klooster opsloot. Dat leidde tot verzwakking van het Rijk, waardoor het een vogel voor de kat werd voor de Goten en de Arabieren. Nog voor zijn boek verscheen had het Vaticaan het al op de index gezet. Het Christendom was als geen andere religie bedreven in het redigeren van zijn eigen geschiedenis.”

Had Gibbon trouwens gelijk?

“Ik ben natuurlijk geen militair historicus en ik weet niet of het Christendom het Romeinse leger verzwakte, maar wat ik wel weet is dat het een einde maakte aan het pluralisme en het intellectuele debat dat zo typerend was voor het Romeinse geestesleven. Deels kwam dit doordat veel filosofie in tegenspraak was met de religie. Ieder boek dat iets anders beweerde dan de bijbel was verboden, wat in de praktijk dus alles was behalve die bijbel. Nogal wat oude filosofen beweerden dat de wereld eeuwig was. Dat kon natuurlijk niet omdat god de wereld had geschapen. Weg daarmee dus. Waarom hebben we zo’n negatief beeld van het epicurisme als de verdediging van het grenzeloze genot en de wilde uitspattingen terwijl het in realiteit het tegengestelde voorstond? Omdat de Christenen het atomisme van de epicuristen wilden verdelgen. De wereld is een steeds wijzigende samenklontering van atomen en na de dood is er niets meer, ook geen hel, zeiden ze. Je moet dus niet bang zijn voor god. Dat konden de Christenen natuurlijk niet over hun kant laten gaan.”

Waarom sloeg dat gewelddadige en intolerante Christendom dan zo aan bij de Romeinen?

“Dat de Romeinse keizer Constantijn zich in 312 tot het Christendom bekeerde gaf natuurlijk een enorme boost. Bisschoppen ontvingen opeens een staatstoelage die even groot was als die van een gouverneur. Ze verdienden daardoor zes keer meer dan een arts of een hoogleraar. Maar dat verklaart natuurlijk niet het initiële succes. Samuel Johnson zei ooit dat de heidenen zich zo makkelijk lieten bekeren omdat ze niets hadden om op te geven. De Romeinse goden waren zo belachelijk dat niemand echt in hen geloofde, was het idee. Toch gek, denk ik dan, dat die Romeinen reusachtige tempels bouwden en offers brachten voor goden waarin ze niet geloofden. Volgens mij hadden de Christenen gewoon veel te bieden. Als je aan hun kant stond, vielen ze best wel mee. Ze zorgden voor weduwen en wezen, gaven vrouwen een grotere rol in de gemeenschap en ondersteunden elkaar. Bovendien is de boodschap van het Christendom aantrekkelijk. Is het idee niet mooi dat wanneer ik nu het goede doe, me later een eeuwig leven in het paradijs te wachten staat? En dat die boemannen van vandaag later in de hel zullen branden?”

Waarom had het Christendom iets met martelaars, heremieten en paalzitters? Waarom moest je lijden om je geloof te bewijzen?

“Mijn vader was een monnik en ik herinner me hoe vaak mensen opmerkten dat dat een zelfzuchtig leven was. Misschien was dat voor hem niet zo en is hij daarom uitgetreden, maar ergens bevat die opmerking een grond van waarheid. Hoe kun je immers goed doen in de wereld door jezelf van die wereld te isoleren en op een paal te gaan zitten? Ik denk dat er twee aspecten aan zijn. Als je niet langer aan de vleespotten zit die plezier brengen maar waarvoor god je zal straffen, zal je wellicht ook wat minder lang moeten branden in de hel. Daar komt het idee bij dat lijden positief is. Iedere seconde pijn hier op aarde vergroot het geluk in het hiernamaals. Sterven is niet genoeg, je moet zo pijnlijk mogelijk sterven. Zolang je een vijand hebt om tegen te vechten is dat mooi, maar eens die andersgelovigen bekeerd, verdreven of vermoord houdt het op. Dus pijnig je jezelf iedere dag een beetje om toch je hemel te verdienen. Zo heb je toch een haalbaar doel, want de wereld veranderen is natuurlijk veel moeilijker.”

Je noemde je vader al, een uitgetreden monnik. Je moeder was een uitgetreden non. Heeft dat je visie op het Christendom bijgestuurd?

“Ik kreeg een katholieke opvoeding. Voor de maaltijd zeiden we het gebed en op zondag gingen we naar de kerk. Als ik hen echter had gevraagd of god bestond, hadden ze wellicht ‘nee’ geantwoord. Wat ik wel van hen meekreeg is het klassieke Christelijke denken: dat de wereld een en al barbarij was tot de Christenen hem hadden gered. Zij vertelden hoe in de abdijen de klassieke teksten waren bewaard en gekopieerd zodat wij er nog steeds over kunnen beschikken. Toen ik nadien die klassieken ging bestuderen aan de universiteit merkte ik dat er iets niet klopte aan dat verhaal. Ik las bijvoorbeeld Aristoteles en merkte hoe wetenschappelijk hij te werk ging. Hij onderzocht de natuur op een volstrekt ondogmatische manier. Een van de dingen die hij bijvoorbeeld deed was een ei openbreken op verschillende momenten tijdens het broedproces om na te gaan hoe dit verliep. Daar moeten de Christenen toch problemen mee gehad hebben, dacht ik, dus begon ik erover te lezen en merkte ik dat mijn ouders de waarheid niet echt kenden en dat de Christenen de kennis uit de klassieke oudheid eerder verbasterd dan bewaard hadden. Augustinus haatte bijvoorbeeld het pluralisme van de ‘heidense filosofen’, zoals hij hen noemde. Hij kon niet overweg met het feit dat er geen winnaar was wiens ideeën door de anderen aanvaard dienden te worden. Die filosofen zeiden allemaal verschillende dingen, merkte hij op, het beste bewijs dat ze oerdom waren, want er kan maar één waarheid zijn.”

Op school leren we dat de Arabieren de fakkel van de Griekse filosofie overnamen tijdens de Middeleeuwen, maar er wordt nooit bij vermeld waarom dat zo was. Alsof die Grieken er opeens geen zin meer in hadden of zo.

“Nadat het Christendom de filosofie vernietigd had, probeerde ze deze later deels weer te recupereren. Blijkbaar is het erin geslaagd te vergeten wat het oorspronkelijk dacht, net zoals wij er soms in slagen moeilijke periodes uit ons verleden te vergeten. Het hoeft dus niet te verbazen dat je dit niet leert op school, net zoals je niets leert over die gewelddadigheid. Johannes Chrysostomus schreef bijzonder fervent tegen de joden, zo fervent dat zijn geschriften door de nazi’s weer verspreid werden. Toch zul je niet veel theologiefaculteiten vinden die er aandacht aan besteden.”

De Middeleeuwen waren dus echt wel donker?

“Zeker voor de filosofen. Hypathia, filosofe en wiskundige, werd levend gevild omdat men dacht dat ze een demon was. Wie anders zou dergelijke gekke symbolen en astrolabia gebruiken? En ook de klassieke teksten hadden daaronder te lijden. Bestaande teksten werden van het perkament geschraapt om plaats te maken voor Christelijke teksten, niet alleen omdat ze deze verderfelijk vonden, maar ook omdat ze er geen interesse voor hadden. Het intellectuele erfgoed verschraalde daardoor enorm. De collectie van de grote bibliotheek van Alexandrië bedroeg in de eerste eeuw voor onze jaartelling 700.000 boeken. Dat zal wel wat overdreven zijn, maar toch. Vergelijk dat met de bibliotheek van de Sorbonne, tijdens de Middeleeuwen de rijkste bibliotheek van de Christelijke wereld die in 1338 welgeteld 1728 boeken in collectie had. En dat was dan nog het officiële cijfer. In realiteit waren er 300 vermist, wat een plaag was in Middeleeuwse bibliotheken. De Bodleian, waar de centrale bibliotheek van de universiteit van Oxford uit gegroeid is, was op een bepaald moment zelfs al zijn boeken kwijt.”

Ook al schrijft u er niet expliciet over, toch lijken er heel wat overeenkomsten te bestaan tussen de vroege Christenen en de extremistische Islam van vandaag.

“Je kan de overeenkomsten inderdaad niet over het hoofd zien. Het monotheïsme is een krachtig idee dat beweert dat ik beter ben dan jou en dat jij minder menselijk en waardevol bent dan ik omdat ik in de juiste god geloof. Het is een gevaarlijk idee dat we vandaag de kop weer op zien steken en dat voor sommigen bijzonder aantrekkelijk is. De martelaren die zelfmoord plegen bevinden zich onderaan de maatschappelijke voedselketen. Hun dood zal hen het eeuwige leven in het paradijs opleveren, denken ze. Meer zelfs, ze zullen een beter leven hebben. Hun familie zal honderd keer grote zijn, ze zullen honderd keer zoveel ossen hebben en hun naam zal voor eeuwig op ieders lippen liggen. Ik wil echter niet verder gaan dan stellen dat er interessante paralellen zijn tussen toen en nu. Wie wel verder gaat, begeeft zich immers op onbekend terrein, want de geschiedenis herhaalt zich niet.”

Na het lezen van uw boek blijf je met één grote vraag zitten: hoe zou de wereld eruit gezien hebben zonder dat Christendom?

“Een van de opmerkelijkste boeken die ik ken is het Archimedes palimpsest, een gebedenboek dat geschreven is op gerecupereerd perkament van zeven boeken van Archimedes. De wiskunde en fysica die daarin aan bod komen, zouden pas weer door Newton ontdekt en gebruikt worden, bijna tweeduizend jaar later dus. Stel je voor dat we toen voort hadden kunnen bouwen op die wiskunde van Archimedes, dat we het atomisme niet vergeten waren of alleen maar het idee hadden gekoesterd dat religie in feite niet zo belangrijk is? Hoe had de wereld er vandaag dan uitgezien? Wie weet? Misschien hadden we eeuwen geleden al een atoombom gemaakt en waren we er al lang niet meer.”

Eerder verschenen in De Morgen