"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Filosoferen in de islam?

Zondag, 2 juli, 2017

Geschreven door: Souleymane Bachir Diagne
Artikel door: Marnix Verplancke

Hartstochtelijk pleidooi voor filosofie in de islamitische wereld

Plato, Kant en Sartre kennen we allemaal, maar wanneer we gevraagd worden naar de naam van een Arabische filosoof  zal het wellicht lang stil blijven. Ten onrechte, aldus Souleymane Bachir Diagne, want in de moslimwereld is de voorbije millennia net zo goed aan filosofie gedaan als in Athene, Rome en Parijs. Tijd dus voor een uitbreiding van de canon.

[Interview] “Ok, laat dit van bij aanvang duidelijk zijn,” zegt Souleymane Bachir Diagne nadat ik hem gevraagd heb waarop dat vraagteken in de titel van zijn Filosoferen in de islam? slaat, “Waar mijn boek niet over gaat is de filosofie van de islam. Waarom je vijf keer per dag moet bidden interesseert me niet. Dat is eerder een theologische dan een filosofische vraag. Waar ik het wel over heb is filosofie in de islamitische wereld. Ik wil aantonen dat de Arabische filosofie weliswaar ontstaan is binnen een islamitische context, maar wel in dialoog met de Griekse filosofie uit de Oudheid of die van Henri Bergson van eind negentiende eeuw. Ik wil juist aantonen hoe universeel de filosofische vraagstelling binnen de islam wel was, getuigend van vrij onderzoek en kritisch denken net als overal elders.”

Diagne werd geboren in Senegal, studeerde in Frankrijk en gaf daarna twintig jaar lang les aan de universiteit van Dakar. Momenteel is hij hoogleraar Frans en filosofie aan de New Yorkse Columbia University. Filosoferen in de islam? is geen historisch overzicht van alle filosofen met een moslimachtergrond, maar wel een pleidooi voor hedendaags pluralisme vertrekkend vanuit een historische context. De dood van Mohammed en de vraag wie hem diende op te volgen, zijn beste vriend Aboe Bakr of zijn schoonzoon Ali, leidde immers tot de tweedeling tussen soennieten en sjiieten en daardoor ook tot de nood aan filosofie, aldus Diagne.

Is de Arabische filosofie dan niet ontstaan uit de Griekse?

Boekenkrant

Diagne: “Dat wordt inderdaad vaak beweerd, maar eerder waren er in de context van de islamitische theologie ook al filosofische vragen gesteld natuurlijk. Heeft de mens een vrije wil of ligt zijn lot al vanaf zijn geboorte vast, bijvoorbeeld. Toen de Griekse filosofie haar intrede deed ontstonden conflicten omdat deze bepaalde religieuze principes in vraag stelde. Het begon allemaal met de vertaling van de Griekse teksten naar het Arabisch in de negende eeuw. Tegen het einde van die eeuw waren er al moslim filosofen die daarop verder bouwden en hun eigen filosofie ontwikkelden.”

Het ging dus over meer dan vertalen. De filosofie verarabiseerde ook?

Diagne: “Dat gebeurde inderdaad. Sommige zaken zijn immers moeilijk te vertalen. Neem nu het begrip ‘zijn’, dat zo fundamenteel is voor de Griekse filosofie. Wat doe je wanneer je dat moet vertalen naar een taal en een cultuur die dat niet kent, zoals de Indiase, of die daarentegen meerdere termen heeft voor dat ‘zijn’, zoals de Arabische? Filosofen vergeten nogal eens dat ze een specifieke taal gebruiken. Ze denken dan dat ze de universele ‘logos’ spreken. Volgens Heidegger kon die logos het best uitgedrukt worden in het klassieke Grieks, maar omdat die taal al lang uitgestorven was, koos hij de tweede beste om in te filosoferen en dat was natuurlijk het Duits. (lacht) In realiteit was dat natuurlijk een taal als een andere, die haar eigen specifieke oriëntatie gaf aan de filosofie die erin bedreven werd. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat bepaalde Arabische taalkundigen en stemmen uit de moslimwereld die in de Griekse filosofie een gevaar zagen voor de orthodoxie van het geloof meteen op die kar sprongen. Die vertalers veranderen de taal van de openbaring naar Griekse normen, droegen zij aan. Aboe Sa’ied al-Siraafi merkte op dat de metafysica van Aristoteles een explicitering was van de categorieën van de Griekse taal en dus geen explicitering van de universele denkcategorieën. Het zou elf eeuwen duren tot de Franse taalkundige Emile Benveniste iets gelijkaardigs zou beweren.”

Maar dan heeft iedere taal haar eigen filosofie en is deze toch niet meer universeel?

Diagne: “Ik heb veel onderzoek gedaan naar wetenschapsfilosofie en logica. Ik geloof dus echt wel in de universaliteit van de filosofie, maar we moeten dat universele leren zien als een belofte aan de horizon en niet iets wat we al bereikt hebben. We moeten vertrekken vanuit de pluraliteit van onze talen en zoeken naar een universeel discours dat aanvaardt dat vertaling en onderhandeling onontbeerlijk zijn. Maurice Merleau-Ponty zei al dat het tijdperk voorbij is waarin Europa voor de rest van de wereld zou bepalen wat universeel was, en dat denk ik ook. Dat is nu eenmaal de diepere betekenis van onze postkoloniale wereld. De vraag is dan of we ieder idee van universaliteit afwijzen. Natuurlijk niet, want dan krijg je alleen versplintering en absoluut relativisme. Iedereen zit dan opgesloten in zijn eigen context. Ik denk dat we daarentegen een gedeelde horizon van universalisme kunnen aanhouden die vertaald kan worden naar alle talen.”

Wat denkt u dan van de hoogleraars en studenten van de Londense School of Oriental and African Studies die de filosofie willen dekoloniseren en daarom grootheden als Plato en Kant uit het curriculum van de filosofie willen verwijderen?

Diagne: “Dat is echt niet de weg vooruit. Het is precies om dit soort denken tegen te gaan dat ik zeg dat we de horizon van de universaliteit nooit uit het oog mogen verliezen. Als je ervan uitgaat dat iedereen zijn eigen kennisleer heeft, kom je tot dergelijke absurde eisen. Iedereen heeft dan zijn eigen geschiedenis van de filosofie. Dat is absurd omdat het de geschiedenis van de filosofie wil simplificeren en eendimensionaal maken, terwijl we juist het tegenovergestelde zouden moeten doen: tonen dat die geschiedenis niet het rechtlijnige verhaal is dat daar vroeger altijd over verteld werd. Het komt er dus niet op aan mensen weg te gommen uit de geschiedenis en over te gaan tot etnische zuivering, maar er daarentegen juist aan toe te voegen. Dat eerste is in het verleden al veel te veel gedaan. Het is zo dat we aan het beeld gekomen zijn van de filosofie als een louter Europese zaak. Dat was een negentiende-eeuwse constructie: de filosofie kwam op miraculeuze ter wereld in Griekenland, ging doorheen het Hellenisme en het Middeleeuwse Christendom en was nadien een louter Europese zaak. Ik wil aantonen dat diezelfde filosofie een islamitische geschiedenis heeft en dus geen rechtlijnig traject volgde van Athene naar Heidelberg, Londen of Parijs, maar daarentegen ook passeerde in Bagdad, Cordoba, Fez en Timboektoe.”

Wie zou u dan toevoegen?

Diagne: “Een verrijkt curriculum zou zeker Avicenna en Averroes moeten opnemen bij de middeleeuwse filosofen. Voor de tijd van Descartes zou je uit de Perzische wereld Mulla Sadra moeten toevoegen en uit Timboektoe Ahmad Baba. De adoptie van die filosofen in de canon zou niet alleen een verrijking zijn van het curriculum,  ze zou ook een nieuw licht laten schijnen op de wijze waarop we die periode zien in een globaal perspectief. Neem bijvoorbeeld de grote Christelijke filosoof Thomas van Aquino. Slechts weinigen weten dat voor hij heilig werd verklaard, hij werd beschuldigd van ketterij. Hij was een Averroeïst, zei men. Hij noemde Aristoteles ‘de meester’ en Averroes ‘de commentator’. Wanneer je niet weet wie Averroes was, kun je Thomas van Aquino toch niet in een juist kader plaatsen? En om in te zien wie Averroes was, zou je ook de joodse filosoof Maimonides moeten opnemen in het curriculum. Opeens ga je dan de enorme interculturele vervlechting van de filosofie zien.”

Het verwijt van de SOAS-mensen aan de Europese filosofie dat ze kolonialistisch is, gaat volgens u dus niet op?

Diagne: “Natuurlijk niet. Alle kritisch denken is emancipatoir en dat kritische denken is in de Europese filosofie heel erg aanwezig. Neem iemand als Immanuel Kant. Zijn morele wet dat je in de ander nooit een middel maar enkel een doel op zich mag zien en dat je die ander nooit slechter mag behandelen dan je jezelf zou behandelen, is overduidelijk emancipatoir van aard. Kant benadrukt de kracht van de universele menselijke rede. Het is inderdaad zo dat hij ook de tijd waarin hij leefde weerspiegelde in zijn geografie en antropologie, maar hem op basis daarvan meteen maar helemaal in de vuilnisbak gooien is natuurlijk absurd. In tegendeel zelfs. Kant toont je net hoe je op basis van zijn kritisch denken zijn discriminerende ideeën kan weerleggen.”

Maar er bestaat wel een Arabische filosofie?

Diagne: “Ongetwijfeld.”

Waarin verschilt die dan van de Europese?

Diagne: “Door haar lokaliteit. Avicenna herneemt zoals alle Europese neoplatonisten de ideeën van Plato. De werkelijkheid is een reeks emanaties vanuit God. Alleen is de context waarin Avicenna die filosofie ontvouwt islamitisch. Hij verbindt haar met de tenhemelopneming van de profeet.”

In uw boek maakt u een sprong van de dertiende naar de negentiende eeuw. Wat gebeurde er in die zes eeuwen ertussen?

Diagne: “Traditioneel zegt men dat er toen niets gebeurde omdat de filosofie verdween uit de moslimwereld. Wanneer je goed kijkt, zie je echter dat dit niet klopt. Dat geldt alleen voor het westelijke deel van de moslimwereld. Zelfs het begrip falsafa, Arabisch voor het Griekse philosophia werd niet langer gebruikt. Dat werd vervangen door hikmah, wat wijsheid betekent. In het oostelijke deel bleef de filosofie als discipline overeind. Het neoplatonisme zegevierde, maar grote namen ontbraken. Pas in de negentiende eeuw ontstond er opnieuw in de hele islamwereld interesse in filosofie als gevolg van het kolonialisme. Hoe komt het dat alle islamitische landen gekoloniseerd zijn door christelijke vroeg men zich af. Wat heeft die cultuur dat zij de onze kan overvleugelen? Zo kwam men uit bij rationalisme en logisch denken. Filosofie werd gezien als een manier om de islamitische maatschappij te hervormen en haar opnieuw aansluiting te laten vinden bij het westen. En dat gevoel bleef aanwezig tijdens de twintigste eeuw.”

Wat zijn de onderwerpen waar hedendaagse filosofen in de islamwereld zich mee inlaten?

Diagne: “Heel vaak politiek en ethiek. Dat eerste is natuurlijk te begrijpen in een wereld vol politieke uitdagingen. Ik gaf onlangs een lezing in Amsterdam. Een jonge moslima stelde me nadien de vraag of de islamwereld alleen de keuze had tussen een seculiere dictator of de theocratie. Natuurlijk niet, was mijn antwoord. Waarom zou de moslimwereld zijn eigen democratische instituten niet kunnen ontwikkelen? Op ethisch vlak is het belangrijk om de antwoorden op hedendaagse vragen te kaderen in de traditie waar we vandaan komen. Aboe Bakr ibn Toefayl ontwikkelde in de twaalfde eeuw een ecologische filosofie die ook vandaag nog overeind staat. De mens heeft in zijn ogen een verantwoordelijkheid voor het welzijn van Gods schepping. Zorg voor onze wereld hoeft dus niet in strijd te zijn met onze religieuze geschiedenis.”

Welke maatschappelijke positie nemen filosofen vandaag in binnen de moslimwereld?

Diagne: “Zij zijn teruggedrongen tot de universiteiten en de uitdaging ligt er net in hen terug in de maatschappij te krijgen. Een paar weken gelden waren er in Marokko betogingen van docenten filosofie omdat het ministerie een nieuw handboek voor de hogescholen had verspreid met daarin een dertiende-eeuwse passage waarin de filosofie heiligschennis werd verweten. De docenten weigerden dit aan te leren aan hun studenten, terwijl het minsterie die passage afdeed als een manier om studenten aan te zetten tot kritisch denken. De filosofie heeft het moeilijk in die regio. In Saoedi-Arabië is ze zelfs verboden, net als de theologie, omdat ze tot religieuze afvalligheid zouden leiden. De definitie van religie is daar een aantal uitspraken die klakkeloos voor waarheid genomen moeten worden.”

Ziet u het de goede of de verkeerde kant op gaan?

Diagne: “De goede, denk ik. Onderwijs neemt tijd en maakt veel minder lawaai dan fundamentalistisch gebral. Voorlopig maakt dat gebral de dienst nog uit, maar ik merk dat mensen steeds meer kennis en reflectie eisen. Onderwijs is echt cruciaal. We moeten de intellectuele en spirituele traditie van de islam nieuw leven in blazen.”

Kan de filosofie een alternatief bieden voor het fundamentalisme?

Diagne: “Het probleem is dat er niet te discussiëren valt met mensen die zeggen dat iedereen die niet in Allah gelooft een afvallige is die vermoord moet worden. Daar is geen filosoof tegen opgewassen. In de Dialogen van Plato staat Socrates maar één keer voor het voldongen feit dat de filosofie niets vermag, en dat is in Gorgias, waar hij een gesprek probeert aan te gaan met Callicles. Keer op keer pareert deze Socrates’ vragen met de opmerking dat hij een oude man is die toch alleen maar schuinse trucs wil uithalen of dat hij geen zin heeft om zulke vragen te beantwoorden. Op zo’n moment is geen enkele dialoog meer mogelijk. Daar moet je dan ook geen moeite voor doen. De mensen tot wie je je moet richten zijn degenen die ook zij proberen te overtuigen, degenen die naar een antwoord zoeken. Hen moet je een beeld geven van een religie die wel degelijk kritisch denken toestaat, pluralistische waarden hoog houdt en openheid naar andere culturen vooropstelt.”

Wat met atheïsme, moeten we dat niet propageren?

Diagne: “Het idee dat de moderniteit automatisch het einde van iedere religie zou betekenen was een negentiende-eeuwse utopie. Dat is wat Max Weber zei en wat het logisch-positivisme beweerde, maar het is niet realistisch gebleken omdat religie nu eenmaal appelleert aan het deel van de menselijke geest dat zich niet door de rationaliteit laat sussen. Religie is echt geen restant uit de Middeleeuwen. Voor veel mensen is religie een essentiële component van hun bestaan en dat zal ook zo blijven. Dat neemt niet weg dat er natuurlijk mensen zijn die geen nood hebben aan religie en we dus deel uitmaken van een pluralistische samenleving. Willen we daar comfortabel in kunnen leven, dan moeten we dat pluralisme ook aanvaarden. Het is dus belangrijk voor alle levensgezindten, en dus niet alleen voor de islam, om dat pluralisme te gaan te stimuleren.”

En hoe doe je dat?

Diagne: “Door terug te keren naar de fundamenten van de religie. Dat kan heel tegenstrijdig klinken, maar ik noem het progressief fundamentalisme. We moeten het verleden niet imiteren, maar er de emancipatoire en revolutionaire geest van vatten. We moeten ons afvragen wat dat emancipatoire en revolutionaire vandaag kan zijn. Voor vrouwen was de islam een stap vooruit in vergelijking met de tribale samenleving van daarvoor. Maar dat betekent niet dat we terug moeten naar die vroege islam. Nee, we moeten de ideeën van toen juist vertalen naar de wereld van vandaag. De beste manier om het religieus fundamentalisme te bestrijden is dus het aanbieden van een progressief religieus alternatief, niet het verbieden van die religie.”

Is het dan wel slim om werkgevers het recht te geven werknemers met een hijab te ontslaan?

Diagne: “Natuurlijk niet. Dat geeft mensen precies het verkeerde signaal, dat die zogezegde Westerse open samenleving helemaal niet open staat voor hen.”

Eerder verschenen in De Morgen