"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

God zijn. Een oefening in bescheidenheid

Zondag, 21 oktober, 2018

Geschreven door: Jean-Jacques Suurmond
Artikel door: Wolter Huttinga

Hartstochtelijke belijdenis

De schrijver
Welke Trouw-lezer kent Jean-Jacques Suurmond niet? Vanaf 2005 verschijnen zijn columns wekelijks in deze krant. Als theologisch stukjesschrijver is hij vaak ongrijpbaar en dat geldt ook voor zijn religieuze achtergrond: Suurmond begon als atheïst, werd Pinkstergelovige, verschoof richting Protestantse Kerk maar voelt zich vooral thuis in katholieke liturgie. Suurmond is pastor, coach en publicist.

Thematiek
In dit boek mijmert Suurmond op speelse wijze over God aan de hand van de geloofsbelijdenis van Nicea. De klassieke geloofsuitspraken over God de Vader, Jezus Christus, de Geest en de Kerk vormen de kapstok waar het verhaal van dit boek aan gehangen wordt. Of liever gezegd: ze vormen de dijken waar het verhaal doorheen meandert. Want water, de zee, de stroming van de Schelde, dat is de centrale metaforiek van Zeeuw Suurmond als hij het over God heeft. Wie de schrijver een beetje kent weet dat er dan van die dijken vervolgens niet veel heel blijft.

Opvallend
Het verhaal is opgeschreven in de stijl van Augustinus’ beroemde Belijdenissen. Net als de kerkvader vertelt Suurmond verschillende verhalen door elkaar: zijn eigen levensverhaal is verknoopt met zijn spirituele zoektocht. Tegelijk beweert hij dingen over God, maar daardoorheen en nog belangrijker heeft het boek de vorm van een ‘gebed’, want het is tot God gericht, tot een ‘U’. Dat laatste met lichte tegenzin, want ‘als zelfs Rijkswaterstaat mij op matrixborden ‘je’ mag noemen, waarom kan ik dan niet jijen en jouwen tegen U?’

Mooie zinnen
Het is een weldaad om theologie te lezen van iemand die sappige taal hanteert en zo raak en scherp formuleert:
“Misschien dat de geloofsbelijdenis op sommigen overkomt als een mummie in een museum. Maar ze dient in de tuin geplant te worden, op een doek geschilderd, over het volleybalnet gegooid, op iemands mond gezoend, over een kipfilet gestrooid.”
Of: “U bent alomtegenwoordig maar wordt behandeld als een demente oudere in een rolstoel, met verzorgers die over zijn hoofd heen zijn lastige gewoontes bespreken.”
Nog eentje dan: “Ik noem U niet vader omdat U iemand zou zijn die op zondag de kerkdienst aansnijdt.”

Boekenkrant

Reden om dit boek niet te lezen
Zeker, die taal is vol en romig. Maar zoals dat gaat met volle en romige hapjes: je moet er niet te veel in één keer van nuttigen, anders word je misselijk. Een heel boek vol met Suurmonds aforismen is wat veel van het goede.
Verder is de zelfbeleden ‘meanderende’ stijl van het boek ook wel een beetje een schaamlap voor het feit dat de schrijver geen orde kan houden. Akkoord: de taal van de geloofsbelijdenis moet in beweging komen, moet tot leven komen met behulp van de speelse ervaringstaal die zich niet aan hokjes en vakjes houdt. Maar daardoor wordt het wel één brei van min of meer hetzelfde. Of Suurmond nu onder het kopje Jezus, de wederkomst of de heilige Geest schrijft: je merkt het verschil niet echt. De speelse, huppelende, ongrijpbare mysticus Suurmond. Als die niet aan je besteed is ga je je rot ergeren.

Reden om dit boek wel te lezen
“Want God houdt niet van orde / niet van regelmaat, heeft geen gezag. / De vlam in de pan. Precies zijn schepping: / te veel hartstocht en te weinig maat”, citeert Suurmond de dichter Eriek Verpale. Die overkokende volheid van God is nu juist de pointe van het boek. De mysticus wil steeds de werkelijkheid doorzichtig maken ‘tot op God’. Laat precies die exercitie nu juist tegelijk de charme van het boek zijn.
Het is prettig om iemand te lezen die nu eens niet schrijft over dogma’s als te krappe, benauwende jasjes die je maar beter kunt afschaffen. Die juist de speel- en ademruimte ervan opzoekt en oog heeft voor de werkelijkheid die ze openen. Steeds weer gaat het over verwondering over die zee, die zilte zee als beeld voor Gods oneindigheid en overspoelende karakter. God diep, heel diep in de menselijke ervaring planten, laat dat maar aan Suurmond over. Of liever gezegd: laat het maar aan God over, want de schrijver is niet te beroerd om aan de kant te stappen voor dat wat ons bestaan omgeeft, draagt en ademt.


Eerder verschenen in Trouw

Boeken van deze Auteur: