"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Help, mijn woorden blijven steken

Zaterdag, 21 januari, 2023

Geschreven door: Kaat Ponnet
Artikel door: Nico Voskamp

Hulp bij stotteren lijdt aan ingewikkelde taal

[Recensie] De titel zegt het al: als er woorden blijven steken, gaat er iets mis. Als spreken hapert, noemen we dat stotteren, en daar wil dit boek iets aan doen. Het is alleen de vraag of de toon van het boek de juiste snaar raakt. Expertise genoeg, maar de toon is niet altijd goed afgestemd op de doelgroep. Dit is het eerste hoofdstukje:

“’Tik me dan, als je kan.’ Rupsje Ronel glundert om de voorsprong die hij heeft. Zijn pootjes zijn deze speeltijd in opperbeste vorm. Lopen is reuzefijn, vindt Ronel. Hij is fan van voetbalster vlinder Vita. Zij scoort de bal in de goal, lang voor de anderen er zijn.”

Voor stotteraars zie ik daar een hoop struikelblokken.

“Rupsje Ronel glundert om de voorsprong die hij heeft.” Glundert? Voorsprong? Moeilijke woorden.

Foodlog

“Zijn pootjes zijn deze speeltijd in opperbeste vorm.” Speeltijd? Opperbeste vorm?

Meer moeilijke woorden.

“Lopen is reuzefijn, vindt Ronel. Hij is fan van voetbalster vlinder Vita. Zij scoort de bal in de goal, lang voor de anderen er zijn.”

Reuzefijn? Fan? Voetbalster vlinder? Scoort de bal in de goal?(Dat is trouwens een contaminatie: het is: ‘Ze schopt de bal in de goal’ of ‘Ze scoort’) Niet lopende zinnen ook nog.

En dit is pas het allereerste stukje tekst waar de geplaagde stotteraar mee aan de slag moet.

Oké, door naar de positieve zaken. Er werken gecertificeerde experts mee aan het boek, zoals achterop te zien is. Daardoor staan, zuiver op het stotteren gericht, veel nuttige tips in de tekst. Zoals gewoon doen wat je doet, zonder angst. Dat is mooi verwoord met de olifant, die uit zijn slurf tettert: ]

“‘DUUUUURF!’
“Fant is groot en sterk. Vroeger was hij vaak bang. Tot dappere Mie muis hem leerde meer te durven doen. Elke dag een beetje meer proberen, meer durven. Zijn huid werd steeds dikker. D-u-u-u-u-r-f!, toetert zijn slurf luid.”

De leuke illustraties van Sylvia Van den Brande mogen niet onvermeld blijven. Prachtige vlinders en de daaraan voorafgaande rupsen, geweldige klaprozen (denk ik), haast hoorbaar zoemende bijtjes en vliegjes, een verbaasde olifant. En de rups nog maar een keer omdat hij zulke leuke rode voetjes heeft. Prima verluchtende elementen, die de kinderen door het boek heen helpen. De talentenronde is cool: iedereen laat zien waarin hij of zij het beste is. Rupsje Ronel die rustig in en uit ademt, Fant die steeds meer durft, Turtel die rustig doorzet. Allemaal talenten, methodes waarmee je het stotteren te lijf gaat. En die je gewoon kunt benoemen in een iets minder springerig, ingewikkeld verhaal, zodat ook jongere lezers het zonder vraagtekens in hun hoofden kunnen volgen.

Ook verschenen op Nico’s recensies