"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het atelier

Vrijdag, 1 september, 2023

Geschreven door: Sarah Hall
Artikel door: Philipp van Ekeren

Een nietsverhullende terugblik op een intens leven

[Recensie] Na het lezen van deze roman kwam de vraag bovendrijven hoe je dit boek zou moeten omschrijven. Een levensverhaal van een bevlogen kunstenares of een vurige liefdesgeschiedenis tijdens een wereldwijde epidemie? Ik ben er niet uitgekomen. Maar het boek heeft in ieder geval zo’n indruk achtergelaten dat ik het niet snel zal vergeten.

Het atelier, een eigentijdse roman uit 2021, is een terugblik van de 59-jarige hoofdpersoon die haar einde voelt naderen. Dat is dan ook gelijk de eerste zin van de roman: ‘Wie verhalen vertelt, overleeft’. Het gaat over leven, overleven, liefde en de dood. Vooral dat laatste doet ons ongetwijfeld herinneren aan onze ‘eigen’ Covid epidemie. Het atelier telt slechts 190 pagina’s, maar wel met grote impact. Diverse verhaallijnen zijn zorgvuldig door elkaar heen geweven.

Bloedprop
De eerste verhaallijn gaat over de jeugd van de hoofdpersoon Edith Harkness. Haar moeder, een schrijfster, krijgt een bloedprop in haar hersenen en keert terug naar huis als een geheel ander mens. Amper in staat om te spreken. In één treffende zin begint deze alinea:

“Toen ik acht was overleed mijn moeder en kwam Naomi.”

Boekenkrant

Vader neemt de benen en begint ergens anders een nieuw leven. Moeder, nu Naomi genaamd, en dochter trekken zich terug uit de bewoonde wereld door te gaan wonen in een cottage ‘Truss Gap’ op de hei in het hoogland. Ze leiden een kluizenaarsbestaan. Langzamerhand krabbelt de moeder enigszins op, leert weer praten en behoudt nipt het voogdijschap over haar dochter. Edith krijgt daardoor op jonge leeftijd al een grote verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid. Aansluiting met haar leeftijdsgenoten krijgt zij niet. Zij is een verschoppeling.

“Mijn klasgenoten waren nieuwsgierig, hun ouders speculeerden waarschijnlijk over ons. We waren als vluchtelingen gekomen en zagen eruit als bedelaars.”

Op een schitterende en fijnzinnige manier weet Sarah Hall dit verhaal, in de eerste persoon enkelvoud, te verwoorden vanuit de gedachten van de dochter. Achter hun huis bouwt Edith haar eerste kunstwerk. Ze krijgt totaal geen aansluiting met haar medestudenten op de kunstacademie en gaat (weer) haar eigen weg. Vervolgens gaat ze stage lopen in Japan om de kunst van Shou Sugi Ban te leren van een Japanse grootmeester. Door hout te verbranden krijgen de celwanden een koolstoflaag. Hierdoor wordt het hout sterker, duurzamer en bovendien mooi qua structuur. Ook is deze techniek natuurlijk een krachtige metafoor voor de dood en overleven. Nog voor Edith de stage kan afronden overlijdt haar moeder en moet ze halsoverkop terug naar huis.

Kunstwerken
Als kunstenares heeft ze steeds meer succes en is zij in staat om een oude fabriekshal langs een rivier te kopen en volledig te renoveren tot woning en atelier. Edith heeft met haar kolossale kunstwerken steeds meer succes en dit leidt tot prestigieuze opdrachten van naam. Tijdens het begin van de virusepidemie leert Edith de Turkse restauranthouder Halit kennen. Ondanks hun grote verschil is er vanaf het eerste moment een spanning voelbaar tussen hen. In een aparte alinea, als een soort beschouwing, wordt de relatie samengevat.

“Nieuwe geliefden lijken blind. Ze bestaan in de zeldzame atmosfeer van hun eigen groep, vertrouwend op instinct en gevoel, wezens die elkaar verorberen, schuilplekken bouwen met hun hoop.”

Inmiddels slaat de besmetting onverbiddelijk om zich heen, de regering weet de pandemie niet in te dammen en het virus maakt miljoenen slachtoffers. Uit angst voor besmetting trekt Halit bij Edith in en sluiten ze zich zoveel mogelijk af van de buitenwereld. Die beklemming en de claustrofobie van de lockdowns doen denken aan het boek Stad der Blinden van de Portugese schrijver en Nobelprijswinnaar José Saramago. Het doet je tevens beseffen dat het ook helemaal verkeerd kan aflopen met een wereldwijde epidemie. Zeker na de Covid-epidemie.

Het laatste deel speelt zich af in de zelfgekozen isolatie met noodlottige voorvallen en uiteindelijk besmetting. Daardoor komt hun relatie onder intense druk te staan met heftige seksuele honger, aftakeling en ontreddering. Zo goed en expliciet geschreven dat je het er zelf benauwd krijgt.

“De intieme hitte van onze lichamen was een broeikas voor nachtmerries.”

Oorlog
De wanhoop en liefde strijden om de aandacht. Dialogen zijn spaarzaam, maar zeggen veel. Langzaam kom je meer over de getraumatiseerde Halit te weten die als soldaat in zijn geboorteland al een oorlog aan den lijve heeft meegemaakt. Alhoewel ik dikwijls in literatuur onverbloemde seksscènes niets vindt toevoegen aan het verhaal, passen ze hier perfect in deze bijzondere situatie. Maar vooral het contrast tussen de fysieke intimiteiten in het atelier van de geliefden en de hygiënische afstand buitenshuis om besmetting te voorkomen, wordt door Sarah Hall met finesse weergegeven. Het hele verloop van de ziekte wordt minutieus beschreven in bloed, angst, sperma, uitputting, braaksel, zorg, koorts, aftakeling, zweet en overgave. Vooral de reuk speelt hierin een grote rol. Nu klinkt dat misschien allemaal erg heftig en wellicht smerig. Maar dat is het niet. Het maakt dit gedeelte alleen maar extra intens. Rauw en realistisch.

“Ik stond erop neer te kijken, als naar een armoedelijder op straat of een aangereden dier. Ga gewoon naar hem toe, zei ik tegen mezelf. Ik hurkte en tilde je hoofd een stukje op. Je ogen gingen open, zwommen weg en gingen weer dicht.”

Verklaring
In het begin is het best pittig om wegwijs te worden in de verschillende verhaallijnen, personen en tijden. Het kost de lezer bijvoorbeeld best veel moeite om erachter te komen dat bepaalde passages over de kennismaking met Halit gaan. Een verklaring voor deze verhaalstructuur kan ook te maken hebben met het feit dat deze terugblik wordt vertelt door de hoofdpersoon die ook uiteindelijk ziek is geworden door het fictieve Hantavirus. Maar misschien is dat mijn interpretatie. Het past in ieder geval naadloos in dit verhaal. Uiteindelijk valt alles op zijn plaats en worden de onderlinge verhoudingen duidelijk. Niet voor niets heb ik dit boek twee keer achter elkaar gelezen. Dat was geen straf. Integendeel. Het blijft boeiend en intens.

Sarah Hall, een veelbelovende hedendaagse Britse auteur die op de eerste dag van ‘onze’ lockdown deze roman is gaan schrijven die een diepe en onvergetelijke indruk heeft achtergelaten. In een prachtig heldere stijl. Direct en krachtig. Zo heeft ook Covid ons ook iets moois opgeleverd. Ik kan iedereen deze roman aanraden.

Ook verschenen op Met de neus in de boeken