"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het gouden uur

Dinsdag, 3 januari, 2023

Geschreven door: Wytske Versteeg
Artikel door: Roeland Dobbelaer

Als we elkaar niet meer begrijpen

“En ondertussen zwierven er mensen door de bossen, langs de randen van onze Unie, zwierven door het donker en de kou, langs bomen die hun takken naar hen uitstrekten, de lange flarden mos, ondertussen liepen hun telefoons leeg en verdwaalden ze, renden tegen de hekken aan, sneden hun huid stuk aan de scheermesjes in ons prikkeldraad, renden tegen de mannen aan met zwarte bivakmutsen op en knuppels in hun handen, renden langs de rand van ons bewustzijn, als gedachten die we overdag moeiteloos wisten te onderdrukken, maar waarvan we ’s nachts soms wakker schrokken zonder te weten wat het was dat ons onrustig had gemaakt” (pag. 73/74).

[Recensie] Tijdens Bazarow.LIVE van november jl. sprak Wystke Versteeg over haar schrijverschap en merkte op dat ze geen rekening houdt met haar lezers. Ze is daar niet mee bezig, zei ze. Ze hoopt natuurlijk dat haar boeken gelezen worden, maar haar lezers heeft ze bij het schrijven niet op het netvlies. Tijdens het lezen van haar nieuwe roman Het gouden uur kun je deze opmerking volledig begrijpen. Het boek is niet bepaald een prettige leeservaring. Ook al gebruikt Versteeg prachtige zinnen en is haar beeldtaal rijk, het onderwerp is niet vrolijk makend. Versteeg schetst een onthutsend beeld van de wereld, toegespitst op het lot van vluchtelingen. We zijn dolende zielen, niemand heeft kans op geluk, zo zou je de teneur van het boek kunnen samenvatten. Er valt weinig te lachen in deze actuele roman.

Voormalig kampbewaarder
In Het gouden uur komen drie mensen aan het woord. In het eerste deel van het boek volgen we Mari die we leren kennen als een zowel goedbedoelende als zoekende vrouw. Ze weet niet meer wat ze van het leven moet verwachten. Mari is idealistisch, archeoloog van opleiding, en zet zich in Nederland in voor vluchtelingen. Als het centrum met werkplaatsen voor vluchtelingen dat Het Paradijs heet – en natuurlijk geen paradijs is – na een brand verloren gaat, vertrekt ze naar een niet nader genoemd Arabisch land. Er zitten hints in het boek dat het om Syrië gaat, maar het kan ook Irak zijn. Zelf bezocht Versteeg in het verleden Oost-Turkije, en de landschapsbeschrijvingen zijn deels hierop gebaseerd. In het boek gaat het om het land van de veel jongere Ahmad, die als vluchteling zijn heil zocht in Nederland. In Het Paradijs ontmoetten Ahmad en Mari elkaar. Ze kregen er een soort van relatie, meer op haar initiatief dan het zijne. Ahmad verdwijnt tijdens na de brand. Mari heeft niets meer dat haar aan Nederland bindt en biedt haar diensten aan in het Arabische land. Ze krijgt een vage opdracht om grottekeningen in een onherbergzaam gebied in kaart te brengen. Ze wordt toegewezen aan Tarik, de derde hoofdpersoon in de roman. Tarik is een voormalige soldaat en kampbewaarder, die naar het afgelegen dorp Sarakina is getrokken om zijn verleden te kunnen vergeten. Ook in het Arabische land is Mari duidelijk niet op haar plaats.

Kindsoldaat
In het tweede deel volgen we Tarik; we lezen over zijn jeugd, hoe hij als vijftienjarige soldaat werd en hoe hij uiteindelijk in het beruchte Kamp 33 terecht kwam om daar gevangenen te bewaken en erger. Hij heeft besloten zich terug te trekken in een uithoek van het land. In het dorp gedogen ze hem min of meer. Tarik houdt zich in leven met vage baantjes zoals brandwachter, waarvoor hij hele dagen de heuvels moet afspeuren om te kijken of ergens brand ontstaan is. Ook is hij ‘schoonmaker’ van dode mensen. In de rivier bij het dorp en in de omgeving worden met enige regelmaat mensen dood gevonden. Het land is immers in burgeroorlog, mensen zijn op de vlucht, sterven van uitputting of worden vermoord. Tarik heeft de taak om deze doden te wassen en op te ruimen. Tarik krijgt ook de rol van chauffeur voor Mari. Tarik en Mari begrijpen elkaar niet, ze praten in gebrekkig Engels met elkaar, en weten in hun hart hoe zinloos het allemaal is.

Boekenkrant

Dagboeknotities
Ahmad leren we pas na twee-derde van de roman kennen. Van hem weten we niet of hij nog leeft. Ahmad komt aan het woord door brieven en dagboeknoties. Hij beschrijft hoe zijn vlucht uit zijn land is gegaan, hoe hij met een gammele boot de Middellandse Zee overstak en uiteindelijk in een vluchtelingenkamp terechtkwam, misschien wel het beruchte Griekse Moria. Hij beschrijft de onmenselijke manier waarop de vluchtelingen daar moeten leven. Het doet denken aan het boek van de gebroeders Berkhout die in hun eerste deel van Anti-nihilisme. Engagement in de 21e eeuw, een aanklacht formuleren tegen de wijze waarop de wereld tegenwoordig vol gezet is met kampen: alleen al in Nederland sluiten we mensen die onschuldig zijn voor korte en vaak langere tijd op in asielzoekerscentra. De meesten hebben dan al een afschuwelijke tijd moeten doormaken in de kampen aan de rand van Europa en ver daarbuiten.

Geen oplossing
Het doel van Versteeg is duidelijk, ze laat niet alleen zien dat het hele migratie- en vluchtelingenbeleid een regelrechte ramp is, maar ook dat er geen oplossing voor is. We zorgen slecht voor deze mensen, we laten ze aan hun lot over, en als ze dan mogen blijven dan zorgen we er met de manier waarop we met hen omgaan wel voor dat ze zich nooit thuis zullen voelen.

Het gouden uur is de zoektocht van drie eenzame mensen, die onbegrepen zijn, die misschien ook wel onbegrepen willen blijven. Ze dolen op deze planeet, hebben geen vertrouwen meer in de toekomst. Is er dan geen hoop meer? Aan het eind van het boek geniet Tarik van het ‘gouden uur’ in de avond, als de aarde door de ondergaande zon goud kleurt. Hij denkt aan de goede momenten in zijn leven en aan deze herinneringen klampt hij zich vast. Een schrale troost.

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow

Kijk hier Bazarow.LIVE met Wytske Versteeg terug:

Boeken van deze Auteur: