"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie geschiedenis: Het koude crematorium

Woensdag, 31 januari, 2024

Geschreven door: József Debreczeni
Artikel door: Evert van der Veen

Leven in het onvoorstelbare

Dit boek Het koude crematorium was in 1950 het eerste boek over de Holocaust dat in Oost-Europa verscheen. Op een kaartje staan de concentratiekampen in Duitsland en Polen. Dat zijn er gigantisch veel en dan is het overzicht nog niet eens volledig omdat niet alle kampen kunnen worden weergegeven. Een gegeven dat op zich al stil maakt.

Niet voor tere zieltjes
Jonathan Freedland, Brits journalist die columns in The Guardian schrijft en historische series op BBC radio presenteert, schrijft in het voorwoord dat dit boek “… een licht werpt op uithoeken van de Shoah die we misschien nog niet gezien hebben” (p. 15). Het boek is “niet bedoeld voor tere zieltjes: hij (József Debreczeni) wil nadrukkelijk dat we begrijpen hoe het leven eruit ziet als de fundamentele voorwaarden van het menselijk bestaan je zijn ontzegd: te kunnen eten, te kunnen drinken en je te kunnen wassen” (p. 20).

József Debreczeni beschrijft in zakelijke stijl maar beeldende taal de mensen in hun totaal mensonterende situatie. Het zijn indringende beelden die elk voorstellingsvermogen tarten en alle grenzen van redelijkheid overschrijden. Het is beklemmend om in het verhaal mee te gaan hoe mensen levend worden vernietigd en zich desalniettemin proberen staande te houden. Voor wie meer van dergelijke boeken heeft gelezen zijn sommige passages maar al te bekend: ‘Linksaf of rechtsaf. Richting slavenleven of richting gas-dood’(p. 45).

Indringend is de organisatie waarin alles door gevangenen zélf moet worden gedaan en de typisch Duitse hiërarchie van onder andere een Blockälteste en Lagerälteste, met hun kleine voorrechten die het verschil tussen leven en dood kunnen betekenen.

Yoga Magazine

Het is “Slavenproductie aan de lopende band. Je duwt aan de ene kant een mens naar binnen en aan de andere kant komt er een Häftling naar buiten” (p. 63). De sfeer van dit boek is somber en naargeestig en weerspiegelt het leven in dit kamp waar “de glimlach en de verzadiging” (p. 77) onbekend zijn.

Alle aspecten worden beschreven: de appèls, afranseling, het ‘voedsel’ en de ruilhandel, het dagritme en de dwangarbeid.

Faeces en urine
Meer dan in andere boeken vallen de afschuwelijke hygiënische omstandigheden op in Het koude crematorium: de kleerluis, de vlektyfusepidemie en vooral de laag van menselijke uitwerpselen die op de grond ligt en waar mensen doorheen moeten waden. De lekkende emmers waarin urine moet worden opgevangen met alle gevolgen van dien.

Aangrijpend is in het tweede deel het continue sterven van mensen en de strijd om hun bezittingen bij de overlevenden. Steeds weer de plekken van de doden weer door nieuwkomers ingenomen.

Wanneer de Sovjet soldaten het kamp bevrijden, zijn ze volkomen verbijsterd door wat ze zien.

De lezer ervaart wat Jonathan Freedland aan het eind van zijn voorwoord zegt: “Dit pijnlijke, overrompelende boek is een onweerlegbare repliek” (p. 23) tegenover mensen die de Holocaust ontkennen.

De eerste druk van Het koude crematorium verscheen in 1950, in 1975 en 2015 verscheen dit boek opnieuw. József Debreczeni was journalist en dichter.

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow