"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het leven in tijden van vrede

Vrijdag, 23 september, 2022

Geschreven door: Francesco Pecoraro
Artikel door: Chris Reinewald

Een oudere man en zijn <bewustzijnswatervallen>

[Recensie] Met Het leven in tijden van vrede (2017) maakte de Italiaan Francesco Pecoraro (Rome, 1945) een weliswaar laat maar overrompelend debuut.

Pecoraro’s minutieus gedetailleerde beschrijvingen verraden zijn achtergrond als ingenieur, niet toevallig ook het beroep van zijn alter ego Ivo Brandani in de lijvige roman.

Morsige man, iets over de pensioenleeftijd, izegrim, wacht geërgerd op het vliegveld van Sharm-El-Sheik, Rode Zee, Egypte op zijn terugvlucht naar Rome. Tussen 9.07 u ’s morgens en 7.47 u ‘s avonds verdrijft zijn ongeduld door nauwkeurig zijn mede wachtenden te observeren. Bloot geklede jonge vrouwen en hoe hun tenen gepedicuurd zijn beoordeelt hij met kennersoog. Tegelijk kwellen hem alledaagse lelijkheden, tattoos, mobiele telefoons. Is er nog een greintje beschaving?

Wie leest er eigenlijk nog een boek hier?

Boekenkrant

Wie zou Het leven in tijden van vrede lezen? Dat mannenboek met in het midden twee foto’s.

Een witte oude man strooit met de Célineaanse drie-puntjes. De … suggereren dat zijn gedachten sneller gaan dan hij kan schrijven. De lezer weet toch wel wat hij bedoelt. Zijn voortrazende gedachten kanaliseert nauwkeurig door zo’n ‘bewustzijnswaterval’ tussen < en > te zetten, als typografische commentaarstem.

Moderne meesters
Pecoraro moet een belezen man zijn. In de loftuitingen werd zijn quasi-autobiografie vergeleken met moderne meesters als Joyce (gedachtestromen), Proust (paginalange beschrijvingen), Musil (zoals de roman wat langdradig vanuit het universum begint) Céline (die puntjes en het seksuele taalgebruik).

De constructie met opgeknipte verhalen die tussen heden en verleden springen binnen een – zo blijkt – omgekeerde tijdslijn is typisch postmodern zoals bij Calvino en Cortázar.

Aan die deconstructie wen je, alleen verzanden de intermezzi over waterbouw, het verloederde Rome <de hoofdstad van zijn Schiereiland noemt hij desalniettemin Stad Gods> tot de vergelijkingen van de technologische schoonheid van Europese oorlogsvliegtuigen, in taaie saaiheid.

Met zijn ‘male gaze’ is Pecoraro echter meesterlijk in het beschrijven van de mannelijke seksualiteit in al zijn fases. Prille puberteit (ontembaar, onuitvoerbaar), midlife-volwassenheid <de pik achterna> tot de oude voyeur op zijn diarreebruine vliegveldstoeltje, wiens gekrabbel we zitten te lezen.

Pecoraro (en zo Brandani) is de archetypische naoorlogse Italiaan die we kennen uit Italiaanse melancholische of (s)explotatie films. Ja, hij leeft in tijden in vrede, waarin het Fascisme nog als moreel kompas en maatstaf voor het politieke fatsoen geldt.

Brandani, zoon van een wederopbouw projectrontwikkelaar, wordt op de proef gesteld. Tegen zijn ouders wens gaat hij filosofie studeren maar hij loopt vast. Tussen marxistische mannetjesmakers onder zijn kameraad-studenten, ‘teach-ins’, traangas, bebloede meisjesdijbenen.

Dit leven in vrede voorkomt niet dat er felle studentenrellen en politieke moorden plaatsvinden.

Dit is Italië in de jaren 70-80. Een vermoorde politicus als oud vuil in een kofferbak van een auto.  

Een standvastige studente, Clara <dat betekent niet voor niets ‘helder’> wordt Brandani’s redding en grote, eeuwige liefde. Hij beseft dat een technische studie veel concreter is <vergelijk Musil>, studeert af als ingenieur en reist dan met versleten rakende idealen de wereld rond.

De Klerk
Kern van de roman vormt een erotische thriller met Bijbelse proporties <en zo hebben alweer een invloed bij de staart>. Brandani wordt verleid door zijn ideale chef die De Klerk heet. <Is het een Nederlander of Zuid-Afrikaan? Je vraagt je af waarom die – in het Italiaans exotische – naam opduikt. O, hij zou een halve Belg zijn. Maar die altijd zon getinte De Klerk met zijn perfecte maatpakken en gemanicuurde nagels is een gevaarlijke klootzak>. De Klerk blijkt net als Brandani een fervente zeiler te zijn. Hij verleidt zijn ondergeschikte mee op zeilvakantie in Griekenland te gaan. Een buitenkans. Zijn hitsige partner gaat mee. <Natuurlijk mag Clara ook, als dat tenminste van haar baas kan. Enfin, ook dat regelt De Klerk wel. Maar Clara wil niet> Weigering op dit aanbod – dat je niet kunt weigeren – zou Brandani’s loopbaan in de weg kunnen staan. Wat dan gebeurt is ‘sleazy’ als in een “giallo”

<een Italiaans subgenre tussen misdaad-, thriller-, en horrorfilm uit de glorieperiode 1960 tot 1980. Misdaadromans hadden een giallo, een gele kaft, vandaar> Hier past een spoiler alert.

Nu we weten hoe Brandini zijn gelukkige studentenhuwelijk op het spel zette neemt Pecoraro zijn lezers verder terug naar de van juni tot oktober <eternitá> durende zomervakanties van een middelbare scholier aan zee. Denk aan de bloeiende meisjes van Proust in Deauville.

Als 16 jarige maakt Brandani kennis met het mysterie vrouw, een volwassen ogend maar qua gedrag grillig pubermeisje. <Op een disco wordt hij zichtbaar zo geil dat een moeder hem adviseert maar even de koele avondwind in te gaan.>

Is hiermee de basis voor zijn seksualiteit gelegd? <Op RAI Uno legt dan meestal een priester een en ander omstandig uit aan een blonde bimbo met een tot haar oksel opengesneden mini-jurkje op stiletto-hakken>

Het belangrijkste is klaarkomen
Ondertussen loopt de wachttijd op het vliegveld verder op. Wachten wordt een verouderproces. Brandini neemt zijn pillen en stapt dan uiteindelijk toch in het vliegtuig. Opgepakt tussen zwetende Egyptenaren in confectiepakken van polyester belandt hij in een Danteske hel.

<In de finale hoorde ik de slepende, kreunende, krijsende uithalen van Mina op haar superbe, laatste live-concert in Bussoladomani, een Italiaanse badplaats voor een uitzinnig publiek>. https://www.youtube.com/watch?v=Lr_4GLuc0Zk

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow