"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het oerboek van de mens

Zondag, 18 december, 2022

Geschreven door: Carel van Schaik, Kai Michel
Artikel door: Evert van der Veen

De bijbel onttroond

[Recensie] De auteurs zijn agnost maar hebben wel een fascinatie voor de bijbel die zij zien als een boek dat vertelt over de menselijke ontwikkeling. Zij willen daarom de bijbel lezen “met de nieuwste inzichten van de cognitie- en evolutiewetenschappen in het achterhoofd” (p. 7). Carel van Schaik en Kai Michel zijn in Het oerboek van de mens niet uit op een nieuwe interpretatie van de bijbel maar beoordelen de bijbel vanuit een strikt antropologische invalshoek: “Onze stelling is dat de Bijbel culturele strategieën bevat die behulpzaam waren bij het overwinnen van de problemen en de crises die het gevolg waren bij de grootste gedragsverandering van Homo sapiens: vestiging op vaste woonplaatsen” (p. 24).

Het resultaat is een louter menselijke, wetenschappelijke benadering van de bijbel vanuit een uiterst nuchtere, kritische instelling. Daarin is geen ruimte voor de spirituele meerwaarde van de bijbel als Boek van God. Het religieuze getuigenis van de bijbel wordt in Het oerboek van de mens dan ook tot op het bot ontleed en tot antropologische elementen herleid.

De auteurs zijn hierbij – heílig zou je bijna zeggen als past dat woord waarschijnlijk niet zo goed bij hen – overtuigd van hun eigen gelijk. Hun invalshoek is zeker interessant om kennis van te nemen en zou de interpretatie van de bijbel best kunnen aanvullen. Dat is nu juist niet hun bedoeling want de agnostische auteurs lezen de verhalen vanuit een strikt antropologisch perspectief. Dat lijkt me toch niet helemaal bij hun visie als agnost passen want die laat het bestaan van God in het midden omdat we dit als mens niet zeker kunnen weten. Of zijn de auteurs atheïst en zijn ze ervan overtuigd dat er géén god is?

Goddelijke mysterie
Wie dit boek leest, komt eerder tot die conclusie want Carel van Schaik en Kai Michel laten bij hun lezing van de bijbel geen enkele ruimte voor het goddelijke mysterie waarvan veel bijbelse verhalen doortrokken zijn. Zij leggen alles vanuit antropologisch standpunt uit en het gevolg daarvan is een – volslagen – andere visie op de bijbelse verhalen. Eén keer zeggen de auteurs eerlijk het ook niet te weten: dat zijn de uitzonderlijk hoge leeftijden in Genesis, hoofdstuk 5. Het is ook de enige keer dat ze zich bescheiden opstellen want verder zijn ze aardig overtuigd van het gelijk van hun benadering waarin ze religie beschouwen als ‘verwerkingsstrategie’. Hun opmerking dat ze ‘geen monocausale verklaringen die andere uitsluiten’ willen geven, komen ze in dit boek niet na.

Boekenkrant

Een kwart van het boek is aan de verhalen uit het bijbelboek Genesis gewijd. De auteurs staan stil bij de vele wetten die vrijwel alle aspecten van het leven omvatten al missen de auteurs bepalingen rond ernstige ziekte, geboorte en dood. Ze noemen dit stelsel van wetten een ‘eersteklas cultureel beschavingssysteem’.

Als God ter sprake komt dan heeft Hij zeer menselijke trekken, er wordt gesproken over ‘Jahwes carrière’ (Jahwe is de Hebreeuwse eigennaam voor God) en zijn ‘functieprofiel’. Ook de kopjes ‘Over het nut van God’ en ‘God is ook maar een mens’ zijn veelzeggend. Hier komen we de zin tegen: “Niet de goden gaven ons een moraal, wij gaven moraal aan de goden” (p. 266). De goddelijke moraal is dan ook een projectie van de menselijke moraal in de visie van de auteurs.

Ethische ontwikkeling
Er is in de bijbel sprake van een ethische ontwikkeling, daar zijn alle bijbeluitleggers het wel over eens, al wil dat niet zeggen dat ze dan precies dezelfde conclusies trekken. Voor de auteurs is het wel duidelijk, zij zijn gefascineerd door “ ‘Jezus Christus’ als het perfecte product van cumulatieve culturele evolutie” (p. 324). Hij staat voor hen symbool voor belangeloze liefde.

Wetenschappelijk gezien, gaat de vergelijking totaal niet op maar het boek van Nicolaas Matsier is van volslagen andere orde. Ook hier is het een buitenstaander die de bijbel met een kritische, eigentijdse blik leest maar toch ook welwillend, met meer ruimte voor het religieuze geheim dat in de bijbelse teksten meekomt. Dat is in Het oerboek van de mens niet het geheim. De zeggingskracht van de bijbel gaat vrijwel te gronde aan de antropologische vooronderstelling waar de auteurs vanuit gaan. Voor de één een waarschuwing om dit boek te mijden – misschien zelfs te verketteren – en voor de ander juist een aansporing om het te lezen.

Carel van Schaik is gedrags- en evolutiebioloog en is werkzaam als hoogleraar biologische antropologie in Zürich. Kai Michel is historicus en wetenschapsjournalist; hij publiceerde over archeologie, geschiedenis en religie.

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow

Boeken van deze Auteur: